Narrow your search

Library

KU Leuven (5)


Resource type

dissertation (5)


Language

Dutch (3)

English (1)

French (1)


Year
From To Submit

2010 (5)

Listing 1 - 5 of 5
Sort by

Dissertation
"Gij zult mij allen, allen kennen, maar 'k zal voor allen duister zijn" : Karel van de Woestijne : Biografie.
Authors: --- ---
Year: 2010 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
No man's land, ou Terre promise : Littérature et internationalisme dans les revues francophones et néerlandophones belges de l'immédiat après-guerre (1918-1923).l
Authors: --- --- ---
Year: 2010 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het is een gemeenplaats geworden in de (literaire) historiografie om de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw niet in 1901 te situeren, maar om de lange negentiende eeuw te laten eindigen na de eerste Wereldoorlog, waarna de woelige twintigste eeuw haar aanvang kan vinden. Hoewel ook in het contemporaine discours het einde van de Grote Oorlog met veel superlatieven wordt afgekondigd, blijkt de cesuur toch niet zo radicaal als ze op het eerste gezicht lijkt. De eerste jaren na de oorlog kunnen dan ook op verschillende vlakken beschreven worden als een vorm van no mans land. Net zoals de militaire metafoor verwijst naar het gebied tussen twee frontlinies dat aan niemand toebehoort, zit een nieuwe generatie van schrijvers en kunstenaars geklemd tussen een verleden dat zij verwerpen enerzijds, en een bijzonder onzekere toekomst anderzijds. Deze geïsoleerde positie vertaalt zich ook op een discursief niveau, met name in de manier waarop een aantal cruciale concepten ingezet worden. Aan deze circulerende betekenaars beantwoordt niet altijd meer een welomlijnde inhoud, waardoor hen een (ver)nieuw(d)e betekenis wordt toegekend. In voorliggend doctoraatsonderzoek heb ik mij toegespitst op de semantische evolutie van de twee sleutelbegrippen literatuur en internationalisme. Het weerhouden corpus is zowel op temporeel (1918-1923) als generisch vlak (literaire tijdschriften) afgebakend. De periode 1918-1923 komt overeen met een kort moment waarop het Belgische culturele veld inhaakt op het politieke. Het tijdschrift vormt het uigelezen onderzoeksobject omdat het de discursieve plaats vormt waar debatten gestalte krijgen en evolueren. In weerwil van zijn specificiteit is het corpus tegelijk vrij heterogeen: de tijdschriften vormen een smeltkroes van verschillende stemmen en bieden niet alleen plaats aan literatuur, maar ook aan andere kunsten en politieke onderwerpen. De heterogeniteit wordt alleen maar versterkt door de keuze om Nederlandstalige en Franstalige publicaties resoluut in vergelijkend perspectief te plaatsen. Door de aard van der onderzoeksvragen is deze comparatieve component onontbeerlijk gebleken. Enerzijds vormt de Franse Clarté-beweging een gemeenschappelijke intertekst van het Franstalige en Nederlandstalige corpus en fungeert op die manier als een basaal referentiepunt die een zinnige vergelijking überhaupt mogelijk maakt. Anderzijds is de internationale dimensie van de Belgische literaturen onlosmakelijk verbonden met de intra-nationale literaire relaties. Het meest saillante voorbeeld hiervan vormt ongetwijfeld de veranderde houding tegenover Duitsland, die haar weerslag kent op de validiteit van de Belgische mythe nordique-constructie, die na de oorlog begint te tanen.Uit de analyse van het kritische discours is gebleken dat de betekenis en het statuut van het internationalisme nauw samenhangt met de verschillende poëticale opvattingen (voornamelijk het humanitair expressionisme en het dadaïsme) en met een bepaalde verhouding tot de tijd zoals die tot uiting komen in de verschillende tijdschriften. In de ontwikkeling van het internationalisme-begrip onderken ik drie momenten, die overeenstemmen met de drie grote delen in het proefschrift. I. De gedetailleerde studie van het Brusselse LArt libre (tevens officiële spreekbuis voor Clarté in België) mondde uit in een Clarté-model waartegenover de andere tijdschriften zich impliciet of expliciet positioneerden. Het literaire kunstwerk wordt er geëvalueerd volgens twee externe standaarden, de authenticiteit van de auteur enerzijds en de aard van de band met de extra-literaire werkelijkheid anderzijds. Idealiter laat die verhouding zich beschrijven in een verbredingsbeweging, waarbij de literatuur een typische afspiegeling vormt van de pluriforme werkelijkheid. De blik van de criticus is steevast naar buiten gericht, i.e. vanuit de literatuur naar de werkelijkheid toe. Lumière situeert zich in het kielzog van LArt libre, met dit verschil dat de publicatieplaats verschuift van Brussel naar Antwerpen, waardoor het statuut van Vlaanderen en de Vlaamse zaak fundamenteel wijzigt.II. Diametraal tegenover het model van LArt libre staat het Antwerpse Ça Ira! waarin de werkelijkheid, en met name het absurde en het onbewuste karakter ervan, niet als eindpunt maar als vertrekpunt wordt genomen. De rol van de oorlog is hierbij cruciaal: daar waar Ça Ira! de oorlog als een logisch eindpunt ziet van een evolutie en er ten volle de gevolgen van trekt voor de artistieke praktijk, beschouwt LArt libre de oorlog als een te vermijden accident de parcours en predikt een verandering, maar dan wel een die zich ijkt op een waardenschaal van het verleden. Het internationalisme-begrip van Clarté wordt hier vervangen door het universalisme-begrip.III. Beide opvattingen (de internationalistische en de universalistische) keren ook terug in het corpus van Nederlandstalige tijdschriften. De prominente plaats van de zgn. question flamande zorgt ervoor dat naast de internationale dimensie, ook de nationale dimensie niet wordt veronachtzaamd en via allerlei discursieve technieken gelegitimeerd wordt in de international(istisch)e constructie. Parallel aan de poëticale opvattingen in LArt libre, volgen ook de reflecties over het internationale een verbredingsbeweging, die gaan van een locaal niveau naar een inter- en soms supra-nationaal niveau. Allereerst wordt de politiek-marxistische notie internationalisme getransponeerd naar een literaire setting, waarin die gedefinieerd wordt als een idee die zich kenmerkt door haar openheid. In de tijdschriften worden verschillende discursieve strategieën aangewend om hieraan vorm te geven: de creatie van specifieke rubrieken aangaande vreemde literaturen, gecombineerd met de ambitie om zon groot mogelijke representativiteit na te streven; het authentiek contact met de vreemde literatuur door reisverslagen op te nemen of buitenlandse correspondenten aan te stellen; de aanwezigheid van de brontaal bij het citeren uit de literatuur (al dan niet vergezeld van een vertaling); ten slotte de integratie van een internationale dimensie in de literaire schrijfpraktijk zelf, bijv. in resoluut meertalige teksten. Het internationale karakter van de tijdschriften gaat dus verder dan het opzetten van een internationaal netwerk, maar vertaalt zich ook op een discursief niveau. De internationalisering van de literatuur krijgt niet alleen gestalte in de argumentering in het kritische discours, maar kan ook afgelezen worden in de omgang met taal en vertaling. Meer concreet gaat het om de steeds wisselende verhouding tussen bron- en doeltekst, met als meest extreme voorbeelden het pleidooi voor de toepassing van een supra-nationale taal (bij voorbeeld het Esperanto, maar hetzelfde pleidooi komt terug in de reflecties over schilderkunst en muziek die een zo abstract mogelijke vorm nastreven) als veruitwendiging van de sup

Keywords


Dissertation
"Wie is deze nieuwe poëet?" : Het oeuvre van de Brusselse dichter Willem vander Borcht (1621 - na 1682).
Authors: --- ---
Year: 2010 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Literatuur of tendens : "rechts" en "links" in het Nederlandse proza 1930-1945.
Authors: --- ---
Year: 2010 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het soort literatuur waarover dit proefschrift handelt, heeft nog niet vaak centraal gestaan in de Nederlandse literatuurstudie. De literatuurgeschiedenis heeft tot hiertoe – op enkele uitzonderingen na – de literatuur in de aanloop naar en tijdens de Tweede Wereldoorlog enigszins in de schaduw gesteld. Die leemte tracht ik met mijn onderzoek te vullen. Het corpus dat ik hiervoor heb geselecteerd, bestaat uit een klein gedeelte van de romanproductie uit de jaren ’30 en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het corpus is opgedeeld in twee delen. Enerzijds zijn er de romans van vertegenwoordigers van de nationaalsocialistische literatuurproductie, het ‘rechtse’ luik (Ger Griever en Jan Eekhout); anderzijds heb ik romans van socialistische en communistische auteurs geselecteerd om de ‘linkse’ kant te representeren (Theun de Vries en Jef Last). Ik ga in dit corpus op zoek naar de manier waarop bepaalde ideologische ideeën verwerkt worden in literatuur. Centraal staat de spanning tussen enerzijds de heteronome input van de ideologie en anderzijds de eis dat literatuur autonoom functioneert. Mijn benadering daarbij is voornamelijk narratologisch en tekstintern.

Keywords


Dissertation
On the Borders of Language and Subjectivity : A Literary Discourse Analysis of Michael Ondaatje's Novels.
Authors: --- ---
Year: 2010 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords

Listing 1 - 5 of 5
Sort by