Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|
Choose an application
Vandaag de dag worden consumenten met reclameboodschappen overstelpt. Vaak spelen die boodschappen in op actuele thema’s waarmee de samenleving wordt geconfronteerd. Sinds enkele jaren is duurzame ontwikkeling zulk een thema en komt het concept steeds vaker voor in reclame voor verschillende producten en diensten. Een sector waarin de thematiek omtrent duurzame ontwikkeling zeker op zijn plaats is, is de energiesector. Dit onderzoek richt zich op reclameboodschappen uit die sector. Daarbij wordt een vergelijkende studie verricht tussen reclameboodschappen die respectievelijk in de Franse et de Nederlandse pers verschenen. Het onderzoeksobject is daarbij de gekozen positioneringsstrategie, hard sell of soft sell. In een eerste deel wordt aandacht besteed aan reeds verricht onderzoek naar cultuurverschillen tussen Frankijk en Nederland. Daarin staan de theorieën van Hofstede en Hall centraal. Er worden vooral elementen aangehaald die relevant zijn voor deze studie. In een tweede hoofdstuk worden de positioneringsstrategieën uitvoerig gedefinieerd. Daarna worden de gekozen onderzoekscategorieën uiteengezet, die de basis vormen voor onze analyse. Die bestaat uit twee delen: een analyse van de reclametekst en een analyse van de reclameafbeelding. De reclametekst wordt geanalyseerd met betrekking tot de aanwezigheid van deiktische pronomina, informatieve elementen, affectieve adjectieven en stijlfiguren. In het tweede luik van de analyse wordt de relatie tussen tekst en afbeelding, de opbouw van de reclameboodschap en de implicatie van de ontvanger bestudeerd. Uit de analyse blijkt dat zowel in de Franse als in de Nederlandse reclameadvertenties een tweezijdige positionering, een positionering waarbij zowel hard sell- als soft sell-elementen aanwezig zijn, het vaakst voorkomt. Die resultaten stemmen echter niet overeen met de in deel één onderzochte theorieën omtrent cultuurverschillen tussen beide landen. De resultaten voor de individuele onderzoekscategorieën deiktische pronomina en informatieve elementen bevestigen evenmin de trends die worden geschetst in de theorie. De resultaten voor de onderzoekscategorie stijlfiguren die tonen dat het Nederlandse corpus dubbel zoveel stijlfiguren bevat dan het Franse, passen in het kader van de theorie van Hofstede, maar stroken niet met de opvattingen van Hall.
Choose an application
Deze meesterproef gaat enerzijds na of er verschillende marketingstrategieën gehanteerd worden in advertenties voor schoonheidsproducten die voornamelijk voor vrouwen bestemd zijn. Anderzijds wordt onderzocht of die strategieën in functie van culturele verschillen tussen Nederland en Frankrijk gekozen zijn. Spreekt men bijvoorbeeld vrouwen in Nederland op dezelfde manier als in Frankrijk aan als het over ouderdomsverschijnselen zoals rimpels gaat, of zijn er nuances merkbaar? Eerst wordt de interculturele dimensie aan de hand van drie onderzoekers toegelicht. Daarna zullen de factoren die constant gehouden werden om de resultaten van de analyse zo weinig mogelijk te beïnvloeden ook verduidelijkt worden. Het gaat hier om het medium, het doelpubliek en het product. Voor het onderzoek werden er 40 reclameadvertenties geselecteerd waarvan 20 uit Nederlandse en 20 uit Franse tijdschriften. Er werd enkel voor specifieke vrouwenbladen gekozen om er zeker van te zijn dat de advertenties op een vrouwelijk doelpubliek gericht zijn. De reclameadvertenties betreffen allemaal schoonheidsproducten, meer bepaald producten die rimpels en huidveroudering tegengaan. Alle advertenties dateren uit de periode tussen maart 2006 en december 2008. De consument wordt vaak op talrijke manieren verleid om voor een bepaald product te kiezen. Om het onderzoek in zekere mate in te perken, werden die technieken aan de hand van het beeld en van de tekst, die opgedeeld werd in een promotioneel en een informationeel kader, onderzocht. Bij de analyse van de tekst spitst het promotionele onderdeel zich vooral op de hoerasfeer (Heynderickx en Dieltjens, 2004) en de aanspreking toe terwijl het informationele onderdeel zich concentreert op de aanwezigheid van cijfermateriaal en op eventuele objectieve woordenschat. Voor de analyse van het beeld werd de aandacht gevestigd op de vraag of men vaker een (bekende) getuige in beeld brengt of dat het product zelf in de verf gezet wordt. Tijdens de analyse van het corpus wordt dan vooral duidelijk dat reclamemakers vaak een beroep op verschillende strategieën doen om de consument te overtuigen. Toch valt het op dat sommige technieken niet in elk land op dezelfde manier toegepast worden. Hoewel de verschillen en gelijkenissen enigszins verklaard kunnen worden, mogen deze resultaten niet als definitief beschouwd worden. Ze kunnen echter wel een aanzet tot verder onderzoek vormen.
Choose an application
In deze thesis onderzoek ik enerzijds of er verschillen zijn tussen Vlaamse en Franse autoreclame en anderzijds of autoreclame in «populaire » magazines en « kwaliteitsmagazines » van elkaar verschilt. Worden de lezers anders aangesproken naargelang het type tijdschrift? Zijn de overtuigingstechnieken die gebruikt worden dezelfde of verschillen ze aargelang de taal of het type tijdschrift? Op deze en andere vragen zal ik proberen te antwoorden aan de hand van enkele parameters. De kopregel en de slogan van de advertentie worden besproken, net als de « authenticiteit ». Verder ga ik na of er veel positieve woordenschat en stijlfiguren gebruikt worden. De thematiek van de reclameadvertenties wordt eveneens geanalyseerd. Ten slotte wordt nagegaan welk van de drie overtuigingsmiddelen (ethos, pathos, logos of een combinatie van de elementen) in de reclameadvertentie overheersend is. Mijn thesis bestaat uit twee grote delen: in het eerste deel schets ik een theoretisch kader, in het tweede deel wordt een selectie van de reclameadvertenties uit mijn corpus geanalyseerd om op die manier op de onderzoeksvraag te kunnen antwoorden. De vijftig reclameadvertenties die ik verzameld heb, zijn afkomstig uit 8 magazines. Dag Allemaal, Story, Point de Vue en VSD maken deel uit van de « populaire » tijdschriften, terwijl Knack, Humo, Le Point en Le Nouvel Observateur « kwaliteitsmagazines » zijn. Aan het einde van deze masterproef wordt een conclusie geformuleerd. Zo blijkt onder andere dat vooral de thema’s die in de reclameadvertenties behandeld worden, verschillen.
Choose an application
Verscheidene aspecten van reclame werden al in diverse studies belicht, maar wat met publiciteit waarin greenmarketing de bovenhand krijgt? In deze wereld van groeiende economieën wordt er steeds meer aandacht aan het milieu besteed. Bijgevolg wordt het dreigende gevaar van de luchtvervuiling onder andere in de schoenen van de automobielsector geschoven. Daarom voelen automerken zich verplicht om ecologische wagens te produceren. Om die voertuigen te promoten moeten de merken uiteraard een beroep op reclame doen. Deze meesterproef belicht enkele aspecten die gehanteerd worden voor de promotie van groene wagens bij de merken SEAT en Renault. Een thematische en een linguïstische analyse van zowel de Spaanse als de Franse context toont aan dat de strategie van de twee merken niet aanzienlijk verschilt, omdat een aantal vergelijkbare kenmerken worden aangetroffen. Aangezien die enkele verschilpunten toch extra aandacht verdienen behandelt een contrastieve analyse de belangrijkste en de meest opvallende punten. Uiteindelijk leidt deze studie tot enkele verrassende conclusies over de vorm en over de inhoud van de “ecologische” reclame uit de autowereld.
Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|