Abstract | Keywords | Export | Availability | Bookmark

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Dr. Witteveen is van oordeel dat temidden der discussies rondom het "full-employment"-vraagstuk het conjuncturele aspect in de afgelopen tien jaren veelal wat op de achtergrond is geraakt. Het is intussen duidelijk dat een practische uitvoering van een "full-employment"- politiek in eerste instantie steeds te maken zal hebben met de conjuncturele constellatie van een bepaald moment: een "full-employment"-politiek zal in werkelijkheid derhalve steeds een conjunctuurpolitiek moeten zijn. Zo gezien wordt de vraag naar de huidige stand der conjunctuurtheorie van vitaal en urgent belang. In hoeverre is op het terrein der conjunctuurtheorie voldoende overeenstemming van inzicht bereikt t.a.v. de wezenlijke oorzaken der conjunctuurbeweging? Van de verschillende conjunctuurtheorieën worden de overinvesterings- en de onderconsumptietheoriën nader bezien, in dit verband, waarbij Dr. W. er op wjst, dat de tegenstelling tussen deze beide gezichtspunten nog steeds niet geheel is overbrugd. Het komt hem voor dat voor de volgende ontwikkelingsfase een aanknopingspunt zal moeten worden gevonden in de grootscheepse poging van Tinbergen om tot een statistische verificatie der conjunctuurtheorie te komen. De door Tinbergen gevolge methode van de constructie van een volledig econometrisch conjunctuurmodel leidt nl. niet in de eerste plaats tot toetsing van verschillende naast elkaar staande theorieën, maar veeleer tot de vorming van een geheel nieuwe conjunctuurtheorie. Na de uiteenzetting hiervan en het bepalen van zijn eigen standpunt in deze, wijdt Dr. W. nog enige beschouwingen aan de vraag of met behulp van het thans gewonnen inzicht de theoretische kijker zo scherp kan worden ingesteld, dat in de verwarrende gecompliceerdheid van de huidige situatie de beslissende factoren kunnen worden onderkend. Nader ingaande op hetgeen hier wezenlijke en slechts schijnbare controversen zijn, worden o.m. de standpunten van Aftalion, Harrod, Samuelson, Kaldor, Kalecki en Schumpeter weergegeven. Stelling wordt genomen tegenover de in diens "Preise und Produktion" door F. Hayek ontwikkelde denkbeelden. Vervolgens wordt stilgestaan bij de synthetische beschouwingen van Haberler ("Prosperité et Dépression"), wiens theorie z.i. echter volkomen past in het gegeven schema van de onderconsumptietheorie. Resumerend vindt Dr. W. dat er zich in de theoretische ontwikkeling der laatste jaren een zekere eenheid van visie begint af te tekenen. Aldus komt z.i. na lange strijd een zeker eindpunt in de ontwikkeling der zuivere theorie in zicht. Een eindpunt moet echter steeds tevens een beginpunt zijn.

83.33 economic fluctuations. --- Conjunctuur.