Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Deze bachelorproef is een onderzoek vanuit de dienst Jeugd- en Kinderopvang van Zwevegem. Het project is een opstart om buitenschoolse opvang en vrije tijd samen te brengen. Dit is in functie van het BOA-decreet. In dit project wordt er eerst stilgestaan bij de theoretische kant van het BOA-decreet. Er wordt wetenschappelijke literatuur opgezocht over verschillende onderwerpen, zoals de ontwikkeling van de kleuter, evaluatievormen, praktijkvoorbeelden, et cetera. De focus wordt op kleuters gevestigd aangezien dit aansluit bij het kwaliteitslabel kleuteropvang binnen het BOA-decreet. De centrale onderzoeksvraag luidt als volgt “Hoe kan vrije tijd en buitenschoolse opvang voor kleuters samengebracht worden in de gemeente Zwevegem gebaseerd op de richtlijnen vanuit het BOA-decreet?” Aan de hand van de gekregen ouderbevraging en de bezettingslijsten worden twee scholen uitgekozen om het BOA-decreet in de praktijk uit te voeren. Voor deze scholen worden drie theoretische werkvormen uitgewerkt. Bij de eerste werkvorm gaat een externe organisatie naar de buitenschoolse opvang om een activiteit uit te voeren. Bij de tweede werkvorm gaat de buitenschoolse opvang naar een externe organisatie. Bij de derde werkvorm geven de begeleiders van de buitenschoolse opvang zelf een activiteit. Hieruit worden twee werkvormen effectief uitgevoerd in de praktijk. Aan de hand van deze uitwerkingen is er een conclusie en aanbevelingen gevormd voor de gemeente Zwevegem, de overheid en buitenschoolse opvangen.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

De aanleiding van dit onderzoek is het probleem van het niet bereiken van lesdoelen in de les LO. Dit onderzoek is relevant voor leerkrachten LO, omdat alle LO docenten te maken krijgen met tijdverlies en ineffectiviteit. De hoofdvraag is ‘Wat is de impact van de observeerbare variabele tijdgebruik op het aantal leerkansen , en dus op de leseffectiviteit van de les LO?’. De deelvragen zijn: - Wat is leseffectiviteit? - Hoe beïnvloedt de beschikbare accommodatie de effectiviteit van de lessen lichamelijke opvoeding? - Hoe wordt de leseffectiviteit van lichamelijke opvoeding beïnvloed door zowel intrinsieke als extrinsieke motivatie? - Hoe verhoog je als leerkracht LO de motivatiegraad in de lessen lichamelijke opvoeding? - Welke invloed heeft fysieke activiteit in de les lichamelijke opvoeding op de motorische ontwikkeling van een leerling? De hoofdvraag werd onderzocht via vergelijkend onderzoek in 2 klassen in het 4e leerjaar. Elke klas kreeg 2 lessen, deze lessen werden ook in 10 andere scholen door 10 mede-onderzoekers gedaan. We werkten via observatie en hebben observeerbare variabelen gemeten. Deze werden achteraf in grafieken gegoten en vergeleken. Een uitgebreide uitleg leest u in het hoofdstuk ‘Onderzoeksopzet’. Voor de deelvragen hebben we ons beroepen op een literatuurstudie. Die kunt u ook vinden in het gelijknamige hoofdstuk. Er werd geen verschil in fysieke activiteit gevonden tussen jongens en meisjes. Verder werd ook geen verschil in fysieke activiteit tussen 2 lesbeurten van een zelfde les.. Wel werd er een verschil in fysieke activiteit en effectieve lestijd gevonden wanneer leerlingen volledig klaar in de les kwamen, en we bijna het volledige lesuur konden gebruiken. Ook was er een verschil in fysieke activiteit in de lessen ritmiek en doelspelen. Ten slotte merkten we ook dat de norm van 50% fysieke activiteit niet bereikt werd in de gemiddelde LO-les. Deze resultaten zijn te vinden in het hoofdstuk ‘Weergave van de resultaten’. We definiëren leseffectiviteit als de mate is waarin je als LO-leerkracht in de beperkte lestijd de lesdoelen kan bereiken. Als laatste concluderen we dat de variabele tijdsgebruik een grote impact heeft op de leseffectiviteit van een les LO. Verder hebben accommodatie en motivatie ook een duidelijke invloed op het tijdgebruik en de leseffectiviteit. Ten slotte merkten we dat de mate van fysieke activiteit in de lessen LO in het basisonderwijs cruciaal zijn voor een goede ontwikkeling van motorische competenties bij jonge kinderen. Een volledig besluit kunt u terug vinden in het hoofdstuk ‘Besluit’.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

In deze uiteenzetting over het M-decreet, bespreken we 3 concrete deelvragen: 1. Wat wijzigt er aan het M-decreet vanaf september 2017? 2. Voelen leerkrachten zich bekwaam om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften optimaal te begeleiden? 3. Hoe kunnen we aan de hand van UDL het M-decreet op een haalbare manier realiseren in de klas? Vervolgens voegen we al onze bevindingen samen om zo onze overkoepelende onderzoeksvraag te beantwoorden, namelijk 'Hoe kunnen we het M-decreet haalbaarder maken voor leerkrachten in het gewoon basisonderwijs?'.