Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Probleemstelling: Borstvoeding wordt gezien als de gouden standaard en het wordt daarom aangeraden dit exclusief te geven tot de leeftijd van zes maanden. Dit is echter niet voor elke moeder een evidentie. De borst wordt gezien als een seksueel orgaan wat zorgt voor een stigma rond dit onderwerp. Deze literatuurstudie zal zich daarom verdiepen in dit thema met de volgende onderzoeksvraag: ‘Welke impact heeft stigma rond voeden in het openbaar op borstvoedende vrouwen?’. Methodologie: Pubmed en Limo Libis werden geraadpleegd als wetenschappelijke databanken en leverden samen 46.901 zoekresultaten op, waarvan 913 artikels werden doorgenomen. Er werden uiteindelijk twaalf studies geïncludeerd, voornamelijk kwalitatief onderzoek. Resultaten: Borstvoeden in het openbaar brengt voor vele vrouwen negatieve emoties met zich mee. Het continu staren, de ongevraagde opmerkingen, het seksualiseren van de borst en de ongevraagde meningen vormen obstakels waar deze moeders vaak mee te maken krijgen. Het openlijk bloot voeden voelt hierdoor aan als onaangenaam. Dit ongemak zorgt ervoor dat publieke plaatsen worden vermeden en moeders enkel willen voeden als dit discreet kan. Gepaste locaties om borstvoeding te geven zijn echter schaars. Door deze negatieve ervaringen kiezen vele vrouwen voor flesvoeding en zetten de borstvoeding vroegtijdig stop. Steun van anderen en bedekt voeden kunnen een hulp zijn voor de borstvoedende vrouw. Conclusie: Uit deze literatuurstudie is gebleken dat een goede borstvoedingsbegeleiding cruciaal is. Het is belangrijk als vroedvrouw om moeders te empoweren en er voor te zorgen dat ze zich comfortabel voelen tijdens het voeden, ook wanneer het voeden nog niet vlot verloopt. Er is meer longitudinaal onderzoek nodig omtrent dit thema om het belang van steun uit de omgeving en het verschil in de leeftijd van het kind te observeren. Sensibilisering van borstvoeding blijft essentieel, zodat omstaanders het belang van borstvoeding leren kennen en borstvoeding in het openbaar beter geaccepteerd zal worden.

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Inleiding: De voordelen van borstvoeding voor een prematuur geboren baby zijn nog groter dan die bij een à term geboren baby. Toch blijkt uit wetenschappelijk onderzoek dat het borstvoedingscijfer op dag 6 bij prematuur geboren baby’s 2,6% lager ligt dan bij à term geboren baby’s. Is dit omdat ouders niet op de hoogte zijn van de voordelen? Of omdat ze een heel ander beeld hebben van borstvoeding geven? In deze literatuurstudie wordt er onderzocht waar moeders op de MIC-afdeling nood aan hebben i.v.m. het krijgen van prenatale borstvoedingsinformatie. Methodologie: In deze literatuurstudie wordt er gezocht naar wetenschappelijke artikels a.d.h.v. de volgende zoekstring: (Preterm breastfeeding) AND (Mothers experiences) in meerdere databanken zoals: Medline, Pubmed, Limo, Science Direct en Cinahl. Hierbij worden er kwalitatieve en kwantitatieve gegevens verzameld. De designs en onderzoeken zijn bijvoorbeeld: het gemixt methoden design, een crossectioneel onderzoek, een observationeel/niet-experimenteel onderzoek. De studies die verzameld worden om tot een resultaat te komen zijn kwalitatieve onderzoeken die verschillende soorten vragenlijsten/surveys afnemen over de ervaring van moeders van premature baby’s i.v.m. borstvoeding in de postnatale periode. Op deze manier kan er afgeleid worden waar moeders van premature baby’s nood aan hebben i.v.m. borstvoedingsondersteuning op de MIC-afdeling. Dit wordt herleid naar het prenatale stuk. Resultaten: De resultaten zijn gebaseerd op verschillende kwalitatieve onderzoeken die gebruik maken van interviews. Moeders van prematuren hebben nood aan: informatie over de voordelen van borstvoeding, het kunnen herkennen van hongersignalen, informatie over de ontwikkeling van de premature baby om zo een realistisch beeld te kunnen scheppen over de borstvoeding. Moeders vragen meer aandacht voor kangoeroezorg. Verder is er ook nood aan: extra begeleiding bij het kolven, het aanleren van borstvoedingshoudingen bij de premature baby en emotionele steun voor het gezin. Conclusie: Uit deze literatuurstudie kan geconcludeerd worden dat moeders op de MIC-afdeling nood hebben aan een betere voorbereiding tijdens hun verblijf op de MIC-afdeling en een betere begeleiding op de NICU-afdeling door zorgverleners. Ze geven aan meer uitleg te willen krijgen over de voordelen van borstvoeding, de invloed van de klinische toestand van hun baby op de borstvoeding, kangoeroezorg, wat te verwachten bij kolven en verschillende borstvoedingshoudingen specifiek voor prematuren.