Listing 1 - 8 of 8 |
Sort by
|
Choose an application
Het Belgisch fiscaal recht is fundamenteel gepenaliseerd. Het strafrecht heeft een zeer ruim wettelijk toepassingsgebied ten aanzien van fiscale normovertredingen. Daardoor is er een grote overlapping met de mogelijkheid om dezelfde fiscale overtreding ook administratiefrechtelijk te sanctioneren. Dit geeft aanleiding tot een geheel van knelpunten en problemen. Voorliggend werk heeft tot doel om op basis van een set van wetenschappelijk verantwoorde toetsingscriteria een kritische evaluatie te maken van de strafrechtelijke handhaving van fiscale verplichtingen en aanbevelingen te doen voor verbetering. Daartoe wordt een toetsingskader ontwikkeld bestaande uit vijf criteria die elk verband houden met actuele doelstellingen van repressieve fiscale handhaving: proportionaliteit, instrumentaliteit, rechtsbescherming, het lex certa-beginsel en handhaafbaarheid. Vervolgens wordt ruime aandacht besteed aan een gedetailleerde beschrijving van het voorwerp van de toetsing, met name de strafbaarstelling van fiscale overtredingen binnen de bredere context van de repressieve fiscale handhaving. Ook verschillende aspecten van de fiscaal-administratieve handhaving komen daarbij aan bod. In het evaluerende gedeelte van het werk ligt de nadruk op de fiscale strafbaarstellingen opgenomen in de artikelen 449 en 450, eerste lid WIB 1992 en in de artikelen 73 en 73bis, eerste lid WBTW. De resultaten van de kritische evaluatie vormen de basis voor het formuleren van aanbevelingen in het laatste deel van het werk. Deze aanbevelingen nemen de vorm aan van richtsnoeren op basis waarvan de Belgische wetgever concrete crimineel-politieke beslissingen kan nemen.
Criminal law. Criminal procedure --- Tax law --- Belgium --- Taxation --- Tax evasion --- Tax penalties --- Droit fiscal --- Fraude fiscale --- Amendes fiscales --- Law and legislation --- Écriture --- Dispositions pénales --- Identification --- BPB2303. --- STRADALEX.
Choose an application
Dit boek is uniek omdat de auteur resoluut heeft gekozen voor een praktisch boek waarbij de theorie telkens wordt geïllustreerd door concrete cases en oefeningen. Vandaar de titel: Financieel management toegepast. Dit maakt het boek uiterst geschikt zowel voor financiële managers als voor universiteits- en hogeschoolstudenten.Na een beschrijving van het financiële landschap, bespreekt de auteur de basisconcepten van het financieel management. Vervolgens worden de optimale financiering en de waardebepaling van de onderneming besproken. Alle vormen van schuldfinanciering komen nadien aan bod. Daarbij wordt de nadruk gelegd op de vijf belangrijkste financieringsbronnen: winstinhouding, leverancierskredieten, kaskredieten, voorschotten en investeringskredieten. Mezzaninefinanciering, business angels, risicokapitaal, crowdfunding en beursintroductie worden eveneens uitgebreid onder de loep genomen. Met de bespreking van de Bazel-akkoorden ten slotte, wil de auteur bedrijfsleiders munitie aanreiken indien financiers stellen dat iets niet kan ?omwille van Bazel?.Het glossarium op het einde van het boek definieert de belangrijkste financiële begrippen. De ijverige student en de leergierige financieel manager vinden er bovendien ook de oplossingen van de oefeningen.Bron: www.larcier-intersentia.comWebshop: https://www.larcier-intersentia.com/nl/financieel-management-toegepast-vierde-editie-9789400016422.html
Financieel management --- Financiering --- Bedrijfsfinanciering --- Investering --- Corporate finance --- financieel management --- bedrijfskunde --- Financial management
Choose an application
Het landschap van de overheidsrechtspersonen staat bol van zogenaamde overheidsvennootschappen. Dit zijn publiekrechtelijke rechtspersonen waarin de federale of deelstatelijke overheid participeert en die de vorm aannemen van een besloten, coöperatieve of naamloze vennootschap (van publiekrecht). Zulke rechtspersonen worden gekenmerkt door een hybride statuut dat elementen van publiek- en vennootschapsrecht combineert, zonder dat daar altijd even goed over is nagedacht. Vormen de statuten van een overheidsvennootschap een reglement dat met toepassing van artikel 159 Gw. buiten toepassing kan worden verklaard? Moet de overheid een oproep tot kandidaten lanceren wanneer zij een nieuwe bestuurder wil benoemen? Zijn de Europese vennootschapsrichtlijnen van toepassing wanneer de overheid een overheidsvennootschap wil creëren? In dit boek, dat de geactualiseerde editie vormt van het proefschrift dat Tina Coen op 20 januari 2023 openbaar verdedigde aan de Vrije Universiteit Brussel, komen deze en andere rechtsvragen uitvoerig aan bod. Diverse spanningsvelden passeren de revue, met als rode draad de vraag in welke mate de blootgelegde spanningsvelden via méér vennootschapsrechtelijke vormgeving van een overheidsvennootschap kunnen worden afgezwakt (of net niet). De inzichten in dit boek zijn bestemd voor iedereen die, in welke hoedanigheid ook, te maken heeft met overheidsvennootschappen. Het boek is dan ook bijzonder waardevol voor adviseurs, advocaten, rechters, beleidsmakers en academici, ongeacht of zij zich eerder in het vennootschapsrecht dan wel eerder in het publiekrecht thuis voelen.
E-books --- Company law. Associations --- Administrative law --- Firms and enterprises --- Belgium --- Personnes publiques --- Entreprises publiques --- Sociétés --- Personnes morales --- Droit commercial --- Droit --- Droit public --- BPB2311 --- STRADALEX --- overheid --- rechtspersoon --- vennootschap --- publiek recht --- BPB2311. --- STRADALEX. --- Juristic persons --- Government business enterprises --- Corporation law --- Law and legislation --- Decentralization in government --- Décentralisation administrative
Choose an application
De verhouding tussen de fiscale administratie en de belastingplichtige wordt vanuit traditioneel oogpunt veelal gekenmerkt door confrontatie en wederzijds wantrouwen. De correcte toepassing van de belastingwet wordt vanuit deze klassieke visie voornamelijk gegarandeerd op basis van afschrikking en – wanneer noodzakelijk – bestraffing. Sinds het begin van de jaren 2000 proberen belastingadministraties wereldwijd echter om dit traditionele conflictmodel te verlaten ten voordele van een werkwijze gebaseerd op samenwerking en overleg. Door duidelijke afspraken te maken en op vrijwillige basis wederzijdse engagementen aan te gaan trachten beide partijen het complianceproces zo efficiënt en effectief mogelijk te laten verlopen. De vernieuwde, ‘horizontale’ relatie die hieruit ontstaat, vormt het onderwerp van dit werk.
Tax law --- Belgium --- Tax administration and procedure --- Tax auditing --- Comparative law --- Impôt --- Contrôle fiscal --- Droit comparé --- Law and legislation --- Law and legislation. --- Administration et procédure --- Droit --- Droit fiscal
Choose an application
Al geruime tijd is het duidelijk dat het vigerende systeem van inrichting van de socio-economische ordening, met name het kapitalisme, zijn limieten heeft bereikt. Na ruim vier decennia te zijn blootgesteld aan het economisch neoliberalisme, zijn de geglobaliseerde, kapitalistische samenlevingen verzeild in een veelheid aan fundamentele problemen, waarvoor niet langer evidente oplossingen in het vooruitzicht kunnen worden gesteld, waaronder: (1) een toenemende schuldenberg; (2) blijvende armoede en polarisering tussen rijken en armen, naast (3) een quasi-onoplosbare milieuproblematiek (met inbegrip van de klimaatverandering). In dit boek zet Koen Byttebier uiteen dat dit alles geen toeval is, maar het rechtstreekse gevolg van een aantal waardekeuzes sinds de late middeleeuwen. Hierdoor kreeg de ondernemersklasse (in de ruime zin van het woord) een absoluut vrijgeleide om de wereld te hervormen tot een systeem waarin alles en iedereen functie werd van hun egoïstische streven naar almaar meer rijkdom, waaraan alle andere waarden systematisch werden geslachtofferd. Alhoewel er in de loop van de tweede helft van de 20ste eeuw is gepoogd om aan het kapitalisme een iets menselijker gelaat te verlenen, leidend tot de welvaartstaten, heeft het economisch-neoliberale denken, vanaf de jaren 1980, ook aan deze inspanningen grotendeels een halt toegeroepen. In dit boek worden de ethische keuzes die dit alles hebben veroorzaakt niet alleen aan een nauwgezette analyse onderworpen, maar wordt meteen ook gepeild naar mogelijke uitwegen.
Professional ethics. Deontology --- Economic order --- Commercial law --- Company law. Associations --- Economic law --- Consumer credit --- Poverty --- Capitalism --- Liberalism --- Free enterprise --- Sustainable development --- Crédit à la consommation --- Pauvreté --- Économie de marché --- Libéralisme --- Développement durable --- Law and legislation --- Law and legislation. --- Moral and ethical aspects --- Economic aspects. --- Social aspects --- Droit --- Aspect moral --- Aspect économique --- Aspect social --- E-books
Choose an application
Premature obsolescence means that products do not last as long as they should or could. There are nowadays widespread suspicions about the diminishing lifetime of consumer products. Empirical studies confirm these suspicions, at least for certain goods. Various types of premature obsolescence are omnipresent in our daily life. Some products become materially obsolete due to the impossibility of disassembling them, while other still functioning products are too early discarded because no longer satisfying in consumers’ eyes. The willingness to shift towards a more sustainable economy has led to major legal developments at EU and national levels over the past years. However, rules curbing premature obsolescence are highly fragmented across different legislators, legal fields and types of rules. Legal fragmentation creates risks of overlaps, gaps and conflicts. This book addresses the central question how EU and national legal rules currently tackle premature obsolescence and how the legal framework could be improved.
European law --- Economic law --- Production management --- Product obsolescence --- Consumer protection --- Obsolescence --- Consommateurs --- Law and legislation --- Droit --- Protection --- STRADALEX. --- Product life cycle --- Product design --- Produits commerciaux --- Conception de produit --- Environmental aspects. --- Cycle de vie --- Aspect de l'environnement.
Choose an application
In 2018 beoogde de Belgische wetgever met de zogenaamde Waterzooiwet alternatieve vormen van geschillenoplossing te bevorderen. Op die manier zou het gerecht worden ontlast en zou de meerwaarde van een onderhandelde oplossing worden benadrukt. Aan magistraten, advocaten en gerechtsdeurwaarders werden informatieplichten opgelegd en een meer performant wettelijk kader moest met name het gebruik van bemiddeling faciliteren. In 2022 onderzocht een team van de Vrije Universiteit Brussel in opdracht van de Federale Bemiddelingscommissie of die beleidsdoelstellingen werden verwezenlijkt. Daartoe werden – in samenwerking met de Universiteit Antwerpen – zowel juridische professionals als burgers en ondernemingen bevraagd. Gekoppeld aan een grondige analyse van het wetgevend kader, rechtsleer en rechtspraak leverde dit onderzoek een rijk beeld op van de huidige stand van de theorie én de praktijk van bemiddeling in België, waarbij het perspectief van de bemiddelaar(s) centraal staat. Met dit boek wordt dit onderzoek voor een ruim publiek ontsloten. Het werk draagt zo bij aan de verdere verspreiding van de kennis en expertise inzake alternatieve vormen van geschillenoplossing en in het bijzonder bemiddeling.
Règlement de conflits --- Médiation --- Law of civil procedure --- Belgium --- BPB2311. --- Belgique
Choose an application
Human rights --- Belgium --- Discrimination --- Law and legislation --- Droit --- Droits de l'homme --- Droit constitutionnel --- BPB2303. --- STRADALEX.
Listing 1 - 8 of 8 |
Sort by
|