Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Filosofie --- 5e leerjaar secundair onderwijs --- Doorstroomfinaliteit --- Domeinoverschrijdende doorstroomfinaliteit --- Algemeen secundair onderwijs --- Humane wetenschappen --- 6e leerjaar secundair onderwijs --- Technisch secundair onderwijs --- Welzijnswetenschappen --- Domeingebonden doorstroomfinaliteit

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Fran Van de Vijver, Geloven in groei. Op zoek naar het levensbeschouwelijk profiel van studenten aan de lerarenopleidingen van de Arteveldehogeschool. Masterproef tot verkrijging van de master in de theologie en de religiewetenschappen. Examenperiode: juni 2022 Promotor: Prof. Dr. Didier Pollefeyt Als docent levensbeschouwing aan de Educatieve Bachelor Kleuteronderwijs aan de Arteveldehogeschool (Gent) ervaar ik uitdagingen die het levensbeschouwelijk profiel van mijn studenten met zich meebrengen. Waar voorbije onderzoeken aan het Centrum Academische Lerarenopleiding godsdienst (KU Leuven) en het internationaal ECSI-project (Enhancing Catholic School Identity) (https://www.ecsi.site/au/) het levensbeschouwelijk profiel van jongeren en volwassenen in kaart hebben gebracht, bleef er echter een lacune voor het levensbeschouwelijk profiel van de jongvolwassenen van 18 tot 25 jaar. Het Bridging The Gap-onderzoek heeft op basis van de resultaten van 1119 respondenten, waaronder de studenten van de lerarenopleidingen aan de Arteveldehogeschool, deze leegte ingevuld. Het onderwerp van deze masterproef betreft de resultaten van de studenten aan de lerarenopleidingen van de Arteveldehogeschool. Aan de hand van een systematische presentatie en interpretatie van de onderzoeksresultaten formuleer ik een antwoord op de (onderzoeks)vraag naar het levensbeschouwelijk profiel van deze studenten in het licht van pedagogische-curriculaire en beleidsmatige uitdagingen in de lerarenopleidingen godsdienst. In het eerste hoofdstuk van de masterproef wordt de locus van het onderzoek, de Arteveldehogeschool, toegelicht. Vervolgens presenteert hoofdstuk twee de vragenlijst. Het derde hoofdstuk bevat een systematische presentatie en interpretatie van de onderzoeksresultaten. Het werkstuk eindigt met conclusies en aanbevelingen. Uit de resultaten blijkt dat hoewel meer dan één derde van de respondenten zich katholiek noemt, dit op basis van inhoudelijke en cognitieve standpunten slechts 5% is. Zo goed als alle respondenten hebben een zwakke band met de eigen levensbeschouwing en wijzen letterlijk geloof en -ongeloof af. Het hoog relativisme gaat samen met een grote openheid voor levensbeschouwing en levensbeschouwelijke diversiteit, maar de interlevensbeschouwelijke dialoog is door een beperktheid aan kennis niet evident. Factoren die op een positieve manier de groei van de levensbeschouwelijke identiteit bepalen, zijn vaak te vinden in het domein van de ‘ervaring’, zoals verbondenheid, solidariteit en schoonheid. Kwetsbaarheid en gebrokenheid daarentegen werken belemmerend. De resultaten van het onderzoek doen nadenken over de uitdagingen op pedagogisch-curriculair en beleidsmatig vlak, met name ook in de verdere vormgeving van het hermeneutisch-communicatief model. Lerarenopleidingen staan voor de uitdaging om in te zetten op groei vanuit een zorgvuldig opgebouwd curriculum. Inzetten op levensbeschouwelijke kennis, beleving, het faciliteren van de interlevensbeschouwelijke dialoog en het doordenken van het meersporencurriculum zijn hierbij een must. Ook het beleid heeft hierin een taak door aandacht te hebben voor de pastorale werking en het inzetten op levensbeschouwelijke diversiteit. Tenslotte kunnen ook partners zoals de Erkende Instantie en Katholiek Onderwijs Vlaanderen bijdragen aan de groei van de levensbeschouwelijke identiteit door het werkveld nog meer te sensibiliseren voor het project van de Katholieke Dialoogschool.