Listing 1 - 1 of 1 |
Sort by
|
Choose an application
In deze masterproef trachten we vat te krijgen op het proces onderliggend aan het combineren van bestaande woorden tot een nieuwe betekenis. Meer bepaald maakten we gebruik van conjuncties. Een conjunctie is een combinatie van twee zelfstandige naamwoorden, waarbij één naamwoord in een betrekkelijke bijzin wordt gevoegd (bijvoorbeeld SPORTEN DIE OOK SPELLEN ZIJN). Eén van de belangrijkste vragen omtrent conceptuele combinatie is hoe de constructie van een conjunctie gebeurt op basis van de twee bestaande categorieën (constituerende categorieën). In de traditionele literatuur proberen onderzoekers via regressie-analyses inzicht te verwerven in hoe deze conceptuele combinatie tot stand komt. In deze regressieprocedure maken onderzoekers gebruik van typicaliteiten ten opzichte van de constituerende categorieën om typicaliteit ten opzichte van de conjunctie te bepalen. Uit deze resultaten komt telkens een non-commutativiteit- en dominantie-effect naar voren.Het huidig onderzoek maakt gebruik van categorisatiedata in plaats van typicaliteitsdata. Naar onze mening sluit deze benadering meer aan bij het dagelijkse leven, aangezien mensen bijvoorbeeld zelden zeggen dat tennis voor 70% een SPEL is. Ze benoemen het als SPEL of niet. Om deze categorisatiedata te analyseren, maakten we gebruik van een multidimensioneel IRT model (Whitely, 1980) dat geïnspireerd is door de drempeltheorie (Hampton, 1995, 2007), in plaats van de traditionele regressieprocedure. In tegenstelling tot de traditionele regressieprocedure, die de typicaliteiten ten opzichte van de constituerende categorieën als gegeven veronderstelt, laat het model toe twee latente dimensies af te leiden uit de categorisatiedata waarvan we nagaan of ze overeenstemmen met de constituerende typicaliteiten.Eerst en vooral onderzochten we of we de non-commutativiteit- en dominantie-effecten die traditioneel met typicaliteitsdata in een regressie-analyse worden verkregen (Hampton, 1997) konden repliceren met Nederlandstalig materiaal. Dit bleek het geval. Vervolgens toonden we aan dat dezelfde procedure met categorisatiedata gelijkaardige resultaten oplevert. Op basis van deze bevinding kunnen we aannemen dat categorisatiedata geschikt zijn om lidmaatschap in een conjunctie te benaderen. Het binaire karakter van deze maat brengt daarbovenop de data binnen het bereik van een nieuw soort model om conjuncties te bestuderen, met name het multidimensioneel IRT model (Whitely, 1980). De toepassing van dit model laat toe de typicaliteiten ten opzichte van de constituenten af te leiden uit de categorisatiedata. Daarenboven vertoont dit model eveneens non-commutativiteit en dominantie. Deze resultaten verlenen bijkomende credibiliteit aan het multidimensioneel IRT model in het bijzonder en de drempeltheorie in het algemeen als geschikte benaderingen van categorisatie.
Listing 1 - 1 of 1 |
Sort by
|