Listing 1 - 1 of 1 |
Sort by
|
Choose an application
Deze masterscriptie behandelt de fiscale aspecten van een fusie van vennootschappen; fusie die zowel belastingneutraal alsook niet-belastingneutraal kan verlopen. Omwille van de omvang van dit onderwerp concentreren wij ons evenwel enkel op de fiscale aspecten en gevolgen van een fusie in de inkomstenbelasting (WIB 1992) en gaan niet nader op de gevolgen van een fusie van vennootschappen in het kader van de BTW en de registratierechten in. In de loop van deze masterproef leggen wij een bijzonder nadruk op de antimisbruikbepaling in art. 183bis WIB 1992 waar discussies bestonden en nog altijd bestaan omtrent haar interpretatie en toepassing. Wij wijzen de stand van zaken m.b.t. de interpretatie en toepassing van deze antimisbruikbepaling aan door o.a. de belangrijke arresten Kofoed, Zwijnenburg en Foggia van het Hof van Justitie te verklaren en geven ons mening ten aanzien van de nog openstaande punten en onbeantwoorde vragen: de vraag naar een principe van vrije keuze van de minst belaste weg in het Europees recht dat o.i. overeenkomstig de enge interpretatie en het uitzonderingskarakter van deantimisbruikbepaling in het Europees recht moet worden aanvaard en de vraag of de Belgische ‘alles of niks’ regeling (betreffende de toepassing van de antimisbruikbepaling) in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel. Het probleem situeert zich hier eerder op het niveau van de Fusierichtlijn die dit toelaat. De vraag die men zich vervolgens kan stellen is of de richtlijn in overeenstemming is met het primair Europees recht.
Listing 1 - 1 of 1 |
Sort by
|