Listing 1 - 9 of 9 |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Franse scholen in Nederland - Kostscholen op het 18de-eeuwse platteland - Beelden van Ruiselede - La révision du programme des écoles d'adultes de la Ville de Bruxelles en 1894 - Het lerarenprofiel in het middelbaar onderwijs voor jongens in Limburg, 1878-1970 - L'enseignement industriel à l'aube du 20e siècle - Het overheidsbeleid inzake lichamelijke opvoeding en sport tijdens de aanloop naar Wereldoorlog II (1934-1940) - Over het discours van de schoolman Jozef Emiel Verheyen - TSO en typestrijd (1970-1989) - De overgang van secundair naar hoger onderwijs, in samenhang met leerlingenkenmerken en de school voor secundair onderwijs - Geschiedenisonderwijs in België in historisch perspectief - Van homogeen katholiek onderwijs tot gediversifieerd pluralistisch onderwijs in België, 19de-20ste eeuw. (Bron: covertekst)
History of education and educational sciences --- Belgium --- Histoire de l'enseignement --- --Belgique --- --XVIIIe-XXe s., --- mélanges --- --Education --- History --- opvoeding --- bijzondere jeugdzorg --- onderwijs --- 090868.jpg --- Onderwijs ; geschiedenis --- #SMV:agogiek --- #SMV:geschiedenis --- Academic collection --- C6 --- geschiedenis --- 431.2 --- 37 --- 362.74 --- 371 --- Opvoeding, onderwijs, wetenschap --- Festschrift - Libri Amicorum --- Education --- History. --- Geschiedenis van opvoeding en onderwijs --- handboeken en inleidingen --- handboeken en inleidingen. --- XVIIIe-XXe s., 1701-2000 --- Education - Belgium - History --- Belgique
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Dit proefschrift bevat een historisch onderzoek van de evolutie in de structuren van het secundair onderwijs in Vlaanderen. Op 1 september 1989 is in het Vlaamse onderwijs de zogenaamde eenheidsstructuur van kracht geworden, waardoor alle secundaire scholen opnieuw onder één structureel kader vielen. Daarmee moest een einde komen aan de dualiteit die er de voorgaande twee decennia was ontstaan tussen enerzijds het traditioneel onderwijs (type II), georganiseerd in twee cycli met een strikte scheiding in onderwijsvormen vanaf het eerste leerjaar, en het vernieuwd secundair onderwijs (VSO, type I), met drie graden waarvan de eerste (grotendeels) gemeenschappelijk was voor alle onderwijsvormen. Het VSO was als experiment opgestart in een beperkt aantal scholen (in 1969 in het Franstalige officieel onderwijs en het jaar daarop in Vlaanderen). De Wetgever liet in 1971 verstaan dat de structuur van dat VSO het nieuwe kader zou vormen voor alle secundair onderwijs, maar bepaalde geen einddatum tegen wanneer alle scholen naar het VSO moesten zijn omgeschakeld. Een veralgemening volgde in het rijksonderwijs al na enkele jaren, maar niet in het gesubsidieerd onderwijs. Daar groeide het aantal VSO-scholen jaar na jaar, maar bleven ook scholen van type II bestaan. Vooral in het katholiek onderwijs ontwikkelde zich de volgende jaren een ‘typestrijd’ tussen de twee onderwijstypes. Omdat de polemiek aan katholieke zijde steeds het hoogst is geweest, en de besluitvorming er zo moeizaam verliep, heb ik ervoor gekozen om mij te focussen op het katholiek onderwijs. De nadruk ligt daarbij op de vormgeving van de eerste graad (de eerste twee leerjaren van het secundair onderwijs), omdat die uiteindelijk steeds het grootste twistpunt is gebleken. Ik probeer de historische evolutie te verklaren en probeer vooral via archiefonderzoek nieuw licht op de zaak te werpen. Het eerste deel van dit proefschrift spitst zich toe op het onderzoek van de historische gebeurtenissen in verband met de structuurhervormingen in het secundair onderwijs. Die gebeurtenissen worden ingedeeld in vier fasen. Een eerste fase is de ‘initiatiefase’, waarin de roots van het VSO worden bestudeerd. Hoewel ik een langere historische aanloop neem, laat ik die fase in feite aanvangen in 1963, toen op initiatief van de ministers Janne en Van Elslande een werkgroep werd opgestart die een nieuwe structuur voor het secundair onderwijs moest uittekenen. Ik bestudeer de verschillende initiatieven die daarop volgden, zowel vanuit de overheid als vanuit de beleidslui van het katholiek onderwijs, en die uiteindelijk uitmondden in het VSO. De start van het VSO (1969) is meteen ook de start van de tweede fase, de implementatiefase. Ik onderzoek daarin op welke wijze het VSO concreet werd vormgegeven. Na een initiatie- en een implementatiefase volgt normaal gezien een institutionaliseringsfase, waarin de vernieuwing wordt veralgemeend. Dat gebeurde in 1975 effectief in het rijksonderwijs. Er werden ook pogingen ondernomen om hetzelfde te doen in het katholiek onderwijs, maar die mislukten. Ik tracht onder meer te achterhalen hoe de onderhandelingen in de Algemene Raad van het Katholiek Onderwijs (ARKO) verliepen, waarom ze op niets uitdraaiden, en hoe deze pogingen zouden aanleiding geven tot de organisatie van het verzet vanuit type II, en dus tot de typestrijd die de daarop volgende tien jaar het katholiek secundair onderwijs in zijn greep zou houden. In een laatste fase (1981-1992) wordt bestudeerd hoe tijdens de ambtsperiode van onderwijsminister Daniël Coens het onderwijsbeleid een hele andere wending zou krijgen. In het begin van de jaren tachtig stapten de scholen uit het gesubsidieerd onderwijs nog massaal over naar het VSO, maar zoals ik aantoon, gebeurde dat voornamelijk om pragmatische motieven. Ik onderzoek de redenen waarom de populariteit van het VSO vervolgens taande, wat aanleiding gaf tot nieuwe onderhandelingen in het katholiek onderwijs. Het model dat uit die onderhandelingen voortkwam, was een hybride structuur. Het was een pragmatisch compromis, het resultaat van hoeveel beide zijden uiteindelijk wilden toegeven. Vervolgens wordt onderzocht waarom dit ‘katholieke’ compromis niet werd ingepast in de Wet van 1971 maar geopteerd werd voor een nieuwe kaderstructuur, die in 1989 aan alle Vlaamse secundaire scholen werd opgelegd. Met de implementatie van de eenheidsstructuur kwam er overigens nog niet meteen een einde aan de typestrijd. Daarom ontleed ik ook nog het juridisch getouwtrek (tot 1992) rond de wettelijkheid van de opgelegde structuur. In een tweede deel probeer ik het verzet tegen het VSO te analyseren. Ik beschrijf het VSO als een “labyrint onder constructie”, met tal van problemen, gebreken en onduidelijkheden. Daarbij wordt het duidelijk dat het onderwijsbeleid over deze materie in belangrijke mate is gestuurd geweest vanuit de dagelijkse schoolpraktijk (ervaringen van leerkrachten en schoolbeleid van directies). Wie voorbij de uiterlijke pedagogische motieven kijkt, moet vaststellen dat in de beslissingen van zeer vele directies en schoolbesturen om al dan niet over te stappen naar het VSO pragmatische motieven een belangrijke rol hebben gespeeld. De belangrijkste worden hier toegelicht. Er wordt voorts ingegaan op de voornaamste kritieken, waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan de kritiek dat het VSO "nivellerend" zou hebben gewerkt. Dat wil zeggen dat het gemiddelde klasniveau naar omlaag zou zijn gebracht. Daarbij wordt aangetoond dat statistische informatie werd gemanipuleerd om het eigen gelijk te staven, zowel door voor- als tegenstanders van het VSO. Ten slotte sta ik nog even stil bij de mogelijke invloed van ideologische factoren en het tijdsklimaat op de politiek inzake het secundair onderwijs, om zo de opkomst en het verdwijnen van de comprehensieve onderwijsvorm in het algemeen, en het VSO in het bijzonder, in een bredere context te plaatsen. Joust between tradition and innovation. Thirty years of polemics on the structure of secondary education, 1963-1992. The dissertation presents the results of historical research on decision making on the structures of secondary education in Flanders. The first part is a chronological overview of the historical events, divided in four phases. The first one is the initiation phase, in which the roots of Belgian comprehensive education are described. 1969 is the start of the implementation phase, in which both official (State, provincial, municipal) and private (mostly Catholic) schools started experimenting with ‘Reformed secondary education’ (RSE). Next came the institutionalization phase, during which the reform was generalized in the State schools (1975). However, the Catholic schools were strongly divided between tradition and innovation, leading to a “type struggle” between traditional and reformed Catholic schools. The fourth phase (1981-1992) analyses this struggle and searches how this conflict could lead to a compromise, the ‘Unitary Structure’, which was introduced in all Flemish secondary schools, replacing both the traditional and the comprehensive structure. The second part is dedicated to an analysis of the resistance to comprehensive education. RSE is described as a ‘labyrinth under construction’, with structural problems, flaws, and obscurities. It becomes clear that education policy on this matter was significantly steered by school practice and pragmatism. The main critiques are examined, focusing on the assumption that RSE would have a ‘leveling’ effect. Thus, it is demonstrated that statistical information has been manipulated to be put in the right, both by partisans and opponents of comprehensive education. Finally, the influence of ideological factors and ‘Zeitgeist’ on the policy regarding secondary education places the rise and decline of comprehensive education in a broader context.
Choose an application
Deze masterproef sluit aan bij het kernproject Leraren doen schitteren van het expertisenetwerk School of Education (SoE), Associatie KU Leuven. Naar aanleiding van de geplande hervorming van het Vlaamse secundair onderwijs wordt met de masterproef het draagvlak getoetst voor een aantal hervormingsideeën bij lerarenopleiders. Lerarenopleiders vormen een belangrijke schakel in de opleiding van toekomstige leerkrachten, maar hun stem wordt in het hervormingsdebat (nog) weinig gehoord. Hoofdstuk 1 start met een literatuurstudie waarbij de vorige en huidige beleidsbeslissingen besproken worden. Daarna wordt er gefocust op vier hervormingsideeën: een brede eerste graad, uitstel van studiekeuze, differentiatie en competentiegericht onderwijs. Vervolgens worden de gevolgen van deze vier aspecten voor de lerarenopleiding in kaart gebracht. In hoofdstuk 2 worden de onderzoeksvragen weergegeven, alsook het onderzoeksopzet en de methode die werd gevolgd om deze vragen te beantwoorden. De onderzoeksinteresse naar draagvlak voor onderwijshervorming bij lerarenopleiders wordt geconcretiseerd in volgende onderzoeksvragen: (1) Is er draagvlak voor de verschillende hervormingsideeën bij lerarenopleiders?, (2) Verschillen de meningen van lerarenopleiders uit de universiteit, het CVO of de hogeschool?, (3) Worden de studenten in de huidige lerarenopleiding voldoende opgeleid voor de beschreven uitdagingen van een hervormd secundair onderwijs? Het onderzoek is exploratief en bestaat uit de volgende drie acties: de analyse van adviesnotas, een digitale enquête en verdiepende interviews met lerarenopleiders.In hoofdstuk 3 worden de resultaten voor elk van de methoden beschreven, in antwoord op de onderzoeksvragen. In hoofdstuk 4 worden door middel van triangulatie de resultaten van de adviesnotas, enquête en interviews vergeleken om een kritisch besluit te kunnen trekken. In hoofdstuk 5 tenslotte ronden we af met een discussie waarbij de resultaten uit deze masterproef wo
Choose an application
Onderwijs lokt sinds eeuwen heftige discussies uit en is de inspiratiebron voor evenveel geëngageerde bespiegelingen als fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Bovendien belangt onderwijs als complex en gelaagd fenomeen direct of indirect ook heel diverse maatschappelijke actoren aan – leerlingen, leraren, directies, ouders, beleidsmakers, werknemers en werkgevers. Om aan deze actoren een goed of beter begrip van onderwijs te geven en hen te stimuleren tot een proactieve rol , reikt dit boek belangrijke basisinzichten aan vanuit een wetenschappelijk perspectief. Het doet recht aan de complexiteit en de gelaagdheid van onderwijs. Het verheldert zonder te simplificeren. Het biedt denkkaders, onderzoekskaders en standpunten op het niveau van het onderwijsbestel, de school en de klas. Het geeft leraren en bij uitbreiding allen die in onderwijs geïnteresseerd zijn de basis om op en over al deze niveaus zelf te reflecteren, te beslissen en te oordelen.
37(035) --- 37.02 --- Communicatie --- Onderwijs en diversiteit --- Onderwijs ; handboeken --- Onderwijs ; algemene vraagstukken van didactiek en methode --- onderwijs --- onderwijspraktijk --- didactiek --- pedagogie --- 691 --- Pedagogie en didactiek --- onderwijsonderzoek --- onderwijs en maatschappij --- MAD-faculty 20 --- Teacher education. Teacher's profession --- School management --- Teaching --- onderwijsbeleid --- lerarenopleiding --- 371.012 --- Leraren --- Pedagogie --- Didactiek --- 370 --- 371.012 Onderwijsresearch. Methoden voor onderwijs --- Onderwijsresearch. Methoden voor onderwijs --- 2020-2021 Educatieve Master in de economie - SLO --- OO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs --- Leraren€ --- Education --- Academic Training --- Educational Technics --- Educational Techniques --- Pedagogy --- Teaching Methods --- Technics, Educational --- Techniques, Educational --- Training Activities --- Training Technics --- Training Techniques --- Teaching Method --- Training Activity --- Training Technique --- Activities, Training --- Activity, Training --- Educational Technic --- Educational Technique --- Method, Teaching --- Methods, Teaching --- Pedagogies --- Technic, Educational --- Technic, Training --- Technics, Training --- Technique, Educational --- Technique, Training --- Techniques, Training --- Training Technic --- Training, Academic --- Activities, Educational --- Educational Activities --- Workshops --- Literacy Programs --- Training Programs --- Activity, Educational --- Educational Activity --- Literacy Program --- Program, Literacy --- Program, Training --- Programs, Literacy --- Programs, Training --- Training Program --- Workshop --- Students --- education --- OF 3 2021-2022 --- OO Leren in maatschappelijk betrokken onderwijs, deel 1 --- 371 --- Onderwijskunde --- Onderwijsinnovatie --- Onderwijsvernieuwing --- Evidence-informed education --- OF 3 2022-2023 --- OF 3 2023-2024
Listing 1 - 9 of 9 |
Sort by
|