Listing 1 - 10 of 370 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Een vrolijk abc op rijm, met verrassende feitjes. Zesentwintig bekende en minder bekende dieren, voor leesbeestjes vanaf 6 jaar. A is een aap met zijn beertje in bad. B is een beer die drie cavia's at. C is een cavia die het poetsen vertikte. D is een dromedaris die een emmer inslikte.Bron: https://www.clavisbooks.com/nl-be/het-gekke-dierenabc.htmlElizabeth KoomanVan Aap tot Zebra: zesentwintig dieren passeren in dit ABC-boek de revue. Het boek in royaal vierkant formaat opent met een spread waarop het hele dieren-abc staat. In deze inhoudsopgave is van elke twee opeenvolgende letters een rijmpje gemaakt, zoals ?G is een geit die in sprookjes gelooft. H is een hert dat zijn ondergoed droogt.? Hierna volgt per spread steeds één letter. Het regeltje van het rijmpje staat er opnieuw, in grote letters en met de dierennaam in kleur afgedrukt op de linkerpagina. Een grote kleurenillustratie laat zien wat het rijmpje vertelt. Rechts is een pagina met een stuk of vijf weetjes over het dier in kwestie, elk voorzien van een grappige, kleine illustratie (soms met tekstballonnetjes). Bij de pinguïn staat bijvoorbeeld dat hij onder water kan slapen, niet kan vliegen en dat er zeventien soorten pinguïns bestaan. De combinatie van gedichtjes en weetjes is naadloos verweven in dit boek. Het boek sluit af met een quiz waarbij je moet zeggen welke van de drie weetjes waar is. Winnaar van de zilveren medaille van de Key Colours Competition, 2020. Een aanrader om kennis te maken met het alfabet voor jonge dierenvrienden van ca. 5 t/m 7 jaar.
Choose an application
Choose an application
Cette étude ressortit à la théorie des genres par son double objet. Elle implique une caractérisation précise de la lettre familière à travers une typologie comparée des écrits théoriques et des recueils publiés au XVIe siècle, et pose la question de son éventuelle appartenance à une rhétorique humaniste de l'épistolaire. L'auteur entreprend d'expliciter les thèmes, les stratégies argumentatives, les topoi et les procédés de style employés dans les recueils, en tenant compte du lieu d'inscription de chacun des éléments. Les structures rhétoriques des lettres, une fois dégagées, sont mises en relation avec les modèles suggérés par les ouvrages théoriques afin de voir s'il y a convergence ou divergence et à quels niveaux. L'enquête est divisée en deux parties : la première comporte quatre chapitres portant sur l'histoire de la théorie épistolaire de l'Antiquité jusqu'à la Renaissance. La seconde est constituée de cinq chapitres consacrés à l'analyse rhétorique des recueils français du XVIe siècle (Hélisenne de Crenne, Étienne du Tronchet, Gaspar de Saillans, Madeleine et Catherine des Roches, Étienne Pasquier). L'auteur fait valoir que l'histoire de la lettre familière est marquée essentiellement par le passage d'une forme réglée sur la contentio orationis à un genre modelé sur la conversation. En bref, c'est la recherche plus ou moins délibérée (souvent inconséquente) d'un mode qu'on avait perdu de vue au Moyen Âge : le sermo des anciens.
French letters --- 16th century --- History and criticism --- Letter writing [French ] --- History --- Letter writing --- Letter writing, French --- Letter-writing
Choose an application
Choose an application
Listing 1 - 10 of 370 | << page >> |
Sort by
|