Narrow your search

Library

KBR (10)

ULiège (6)

KU Leuven (5)

UGent (5)

Royal Belgian Institute for Natural Sciences (2)

UNamur (2)

Botanic_Garden_Meise (1)

UCLouvain (1)

ULB (1)


Resource type

book (8)

dissertation (2)


Language

English (8)

French (1)

German (1)


Year
From To Submit

2008 (1)

2006 (1)

1999 (1)

1996 (1)

1995 (1)

More...
Listing 1 - 10 of 10
Sort by

Book
Animals in primary succession : the role of fauna inreclaimed lands
Author:
ISBN: 0521334004 Year: 1990 Publisher: Cambridge University Press

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract


Book
Plankton ecology : succession in plankton communities
Author:
ISBN: 3540513736 0387513736 3642748929 3642748902 9780387513737 9783540513735 Year: 1989 Volume: vol 1 Publisher: Berlin New York Tokyo Springer

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

The ecology of fire.
Author:
ISBN: 052133814X 0521328721 Year: 1995 Volume: *12 Publisher: Cambridge : Cambridge University Press,

Vegetationskundliche Untersuchungen an südchilenischen Vulkanen
Author:
ISBN: 3427762017 Year: 1985 Volume: vol 70 Publisher: Bonn : In Kommission bei F. Dümmler,


Dissertation
Effects of changing management regimes on understorey plant communities in former coppice systems
Author:
ISBN: 9789088260681 Year: 2008 Volume: 811 Publisher: Leuven : KUL. Faculteit bio-ingenieurswetenschappen,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De samenstelling en diversiteit aan plantensoorten in de kruidlaag van gematigde loofbossen wordt in grote mate bepaald door klimaat, topografie, geologische ondergrond en de beschikbare soortenpoel die zich na de laatste ijstijd heeft weten te vestigen. Naast deze toestandfactoren worden praktisch alle bossen in Europa gekenmerkt door een lange geschiedenis van menselijke invloeden. Deze ingrepen door de mens op de bosecosystemen hebben eveneens een duidelijke stempel gedrukt op de kruidlaag. Eén van de belangrijkste, meest ingrijpende en vroegste invloeden van de mens op het bosecosysteem was ontbossing. Het gevolg is dat de huidige Europese landschappen vaak gekenmerkt zijn door een in min of meerdere mate versnipperd bosareaal dat ingebed ligt in een matrix van landbouwarealen en open, semi-natuurlijke habitat (vb. heide). Dit proces zorgde ervoor dat het areaal van aan bos aangepaste kruidachtige plantensoorten inkromp en dat het areaal van soorten van open milieus toenam. Een tweede belangrijke invloed in deze door de mens gedomineerde landschappen is het eeuwenlang gevoerde traditionele bosbeheer. Het kappen van bomen in bos en het bevoordelen van bepaalde boomsoorten zijn slechts twee aspecten van bosbeheer die een invloed hebben op de samenstelling en diversiteit van de kruidlaag. Onder traditioneel bosbeheer verstaan we hier hakhout en middelhout. Hakhoutbeheer is het regelmatig kappen (typisch met een tussenperiode van 10 à 30 jaar) van loten waarna deze vegetatief regenereren uit de stobben die uitgroeien tot een hakhoutstoof. Het systeem had als voornaamste doel het produceren van brandhout, maar ook niet-houtige componenten hadden hun belang en kenden tal van gebruiken (vb. strooisel voor in de stal). In een middelhout worden naast de loten van het laaggroeiend hakhout ook een beperkt aantal opgaande bomen of overstaanders gekapt en een aantal behouden voor de volgende kapcyclus. Onder invloed van wijzigende socio-economische omstandigheden werden hakhout en middelhout opgegeven of actief omgevormd naar hooghout. In deze thesis gingen we na hoe de wijziging van traditioneel naar modern bosbeheer de kruidlaag beïnvloedt. Enkel een goed beheer kan de rijkdom van kruidachtige plantensoorten in loofbossen in stand houden. Van hakhout- en middelhoutbeheer is geweten dat het een grote diversiteit aan planten in de kruidlaag herbergt doordat het systeem het samenleven van bijvoorbeeld zowel schaduwtolerante als lichtminnende planten toelaat. Eveneens denkt men dat het systeem toeliet dat soorten met een optimum buiten bos, door het regelmatig kappen over grote oppervlakten, ook binnen bos refugia vonden. Omgekeerd vonden soorten met een optimum in bos ook refugia in semi-natuurlijk open habitat. Enerzijds zijn echter de semi-natuurlijke habitats bedreigd en anderzijds werden de hakhoutsystemen stopgezet of omgevormd naar hooghout. Twee hypothesen vloeien hieruit voort. De eerste hypothese stelt dat, door de achteruitgang van open, semi-natuurlijk habitat, het aantal soorten dat tijdelijk gunstige omstandigheden binnen bos kan koloniseren afneemt en anderzijds, dat tegelijk ook refugia voor bosplanten buiten bos afnemen. De tweede hypothese stelt dat hoe meer de omvorming naar hooghout afwijkt van het historisch beheer in termen van kapregime en boomsoortensamenstelling, hoe meer de kruidlaag zal veranderen. De eerste hypothese werd bestudeerd in hoofdstuk 2. Plantenlijsten uit de 19de eeuw werden vergeleken met recente plantenlijsten in een landschap (Thiérache, Noord-Frankrijk) met een stabiele landschapsconfiguratie. De bevindingen werden vergeleken met contrasterende landschappen van studies uit de literatuur. In de volgende drie hoofdstukken gingen we na in hoeverre, op het niveau van een bos, de tweede hypothese klopt. In hoofdstukken 3 en 4 werd gebruik gemaakt van semi-permanente kwadraten om de verandering in soortensamenstelling van de kruidlaag en in abiotiek (vooral bodemzuurtegraad) na te gaan in twee bosgebieden (Tournibus en Florennes, Wallonië). In hoofdstuk 5 werd de dynamiek van de zaadbank van planten uit de kruidlaag bekeken door middel van een chronosequentie doorheen de conversieperiode (Montargis, centraal Frankrijk). In hoofdstuk 6 bevinden zich de resultaten van een vierjarig experimenteel veldonderzoek naar de effecten van verstoringen (houtkap en maaien) op de demografie van drie kruidachtige planten die verschillen in affiniteit met bos (Langerodebos, Neerijse). Ondanks een vrij stabiele landschapsconfiguratie en geen urbanisatie ging ongeveer 20% van de inheemse en genaturaliseerde flora in Thiérache verloren in een tijdspanne van een eeuw. Vooral akkeronkruiden verdwenen. Relatief gezien waren bosgebieden het best gebufferd tegen soortachteruitgang. Nochtans gingen ook binnen deze gebieden heel wat soorten verloren. Het gebrek aan beschermde natuurgebieden in Thiérache was een verklaring voor verhoogde jaarlijkse extinctie ten opzichte van sterk vergelijkbare landschappen. Omvormingen naar hooghout bleken een grote invloed te hebben op de kruidlaag. Globaal genomen leidde dit tot een accumulatie van bladstrooisel op de bosbodem en een accumulatie van houtige biomassa, resulterend in minder licht voor de kruidlaag. Vooral soorten zoals Bosanemoon en Wilde hyacint profiteerden; beiden hebben aanpassingen om hun groeiseizoen te concentreren voor de bladuitloop van bomen en om boven de strooisellaag uit te groeien. Vooral de dominante boomsoort en het type omvorming bleek een differentiërende rol te spelen. Omvormingen naar gelijkjarig hooghout via kaalkap veroorzaakten grotere wijzigingen dan geleidelijke omvormingen naar ongelijkjarig hooghout. Boomsoorten met een traag afbrekend strooisel, en vooral in combinatie met een hoog schaduwwerpend vermogen, wijzigden de oorspronkelijke samenstelling het meest. Ecologische wijzigingen in de kruidlaag reflecteerden de verschuivingen in boomsoortensamenstelling. Omvormingen naar gelijkjarig hooghout met Eik of Beuk gaven aanleiding tot een sterkere verzuring van de topbodem, die weerom gereflecteerd werd in de kruidlaag. Het zaadbankonderzoek toonde aan dat omvormingen naar hooghout leiden tot een verarming in densiteit en soortenaantal van de zaadbank. De afname van soorten sinds de laatste grote kappingen gebeurde volgens een genest patroon dat zeer waarschijnlijk samenhangt met soortverschillen in de langlevendheid van het zaad. De similariteit tussen zaadbank en bovengrondse vegetatie nam eveneens af sinds de laatste grote houtkap. De vestiging van zaailingen, de productie van bloemen en bladeren en de populatiegroeisnelheid van kruidachtige plantensoorten met een sterkere affiniteit voor niet-bos habitat waren vaak gebaat bij openingen in het kronendak en/of maaien van de kruidlaag in de herfst. Beide hypothesen konden worden bevestigd door de onderzoeksresultaten. Veranderingen op landschaps- en bosniveau gaven aanleiding tot grote wijzigingen in de diversiteit van de flora en vooral in de samenstelling van de kruidlaag. Op landschapsschaal is een netwerk nodig van beschermde bosgebieden en open semi-natuurlijke habitats om verlies van soorten tegen te gaan. Hun effectiviteit is een functie van de beschermde oppervlakte en de intensiteit van de omliggende landgebruiken (bebouwing, intensieve landbouw, etc.). Binnen bos moet er aandacht zijn voor permanent open plaatsen. Het beheer moet ten dele gestoeld zijn op het historisch verstoringsregime, dat co-existentie van soorten met verschillende habitataffiniteit toelaat. Bij de keuze van boomsoorten moet rekening gehouden worden met hun invloed op de kruidlaag en op standplaatskarakteristieken zoals bodemzuurtegraad en -productiviteit en humuskarakteristieken. Gewijzigd bosbeheer oorzaak van grootschalige veranderingen in de kruidlaag Praktisch alle bossen in Europa worden gekenmerkt door een lange geschiedenis van menselijke invloeden. De huidige Europese landschappen zijn vaak gekenmerkt door een door ontbossing versnipperd bosareaal, ingebed in een matrix van landbouwpercelen en open semi-natuurlijk habitat (vb. heide). Naast ontbossing, beïnvloedt de mens de plantengemeenschappen van de kruidlaag door het gevoerde bosbeheer. In deze thesis gingen we na hoe de wijziging van traditioneel naar modern bosbeheer, de kruidlaag beïnvloedt. Samengaand met deze wijziging veranderde het omliggende landschap vaak ook drastisch. Daarom werden de gevolgen van het verdwijnen van semi-natuurlijke habitat buiten bos en van het opgeven van het traditionele beheer, op landschapsschaal onderzocht (Thiérache, Frankrijk). Twee bosgebieden (Tournibus en Florennes, België) werden in detail onderzocht aan de hand van exact lokaliseerbare vegetatie - en bodembeschrijvingen uit de jaren '50 en '60. Deze analyses op bosniveau werden gecomplementeerd met een studie van de zaadbank (Montargis, Frankrijk). Tot slot schiep een veldexperiment meer duidelijkheid over de effecten van traditioneel bosbeheer op plantensoorten van de kruidlaag. Veranderingen op landschaps- en bosniveau gaven aanleiding tot grote wijzigingen in de kruidlaag van bossen. Volgende aanbevelingen vormen de pijlers voor het behoud van deze plantensoorten. Op landschapsschaal is een netwerk nodig van beschermde bosgebieden en open semi-natuurlijke habitats om verlies van soorten tegen te gaan. Binnen bos moet er aandacht zijn voor permanent open plaatsen. Het beheer moet ten dele gestoeld zijn op het historisch verstoringsregime, dat co-existentie van soorten met verschillende habitataffiniteit toelaat. Bij de keuze van boomsoorten moet rekening gehouden worden met hun invloed op de kruidlaag en op standplaatskarakteristieken zoals bodemzuurtegraad en -productiviteit en humuskarakteristieken.

The balance of nature ? Ecological issues in the conservation of species and communities.
Author:
ISBN: 0226668304 Year: 1991 Publisher: Chicago : The University of Chigaco Press,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords

Biodiversity conservation. --- Biotic communities. --- Ecology. --- Species diversity. --- Biocenoses --- Biocoenoses --- Biogeoecology --- Biological communities --- Biologische verscheidenheid--Instandhouding --- Biology--Ecology --- Biomes --- Communautés biologiques --- Communities [Biotic ] --- Conservation of biological diversity --- Diversity of species --- Diversité biologique--Protection --- Diversité des espèces --- Ecological communities --- Ecosystems --- Espèces [Diversité des ] --- Levensgemeenschappen (Biologie) --- Maintenance of biological diversity --- Natural communities --- Preservation of biological diversity --- Soorten [Verscheidenheid van de ] --- Species diversity --- Verscheidenheid van de soorten --- Variation génétique --- genetic variation --- Intéraction génotype environnement --- Distribution des populations --- Population distribution --- Recherche de nourriture --- Foraging --- Introduction d'animaux --- Introduction de plantes --- Espèce en danger --- endangered species --- Espèce protégée --- Protected species --- Succession écologique --- ecological succession --- General ecology and biosociology --- Environmental protection. Environmental technology --- Flora --- Fauna --- Biodiversity --- genotype environment interaction --- Animal population --- plant population --- Animal introduction --- Plant introduction --- ecology --- Resource conservation --- resource management --- Biotic communities --- Ecology --- Biological diversity conservation --- Biodiversity conservation --- Balance of nature --- Biology --- Bionomics --- Ecological processes --- Ecological science --- Ecological sciences --- Environment --- Environmental biology --- Oecology --- Biotic community ecology --- Communities, Biotic --- Community ecology, Biotic --- Conservation of biodiversity --- Diversity conservation, Biological --- Gender mainstreaming in biodiversity conservation --- Diversity, Species --- Richness, Species --- Species richness --- Conservation --- Environmental sciences --- Population biology --- Conservation of natural resources --- Ecosystem management

Listing 1 - 10 of 10
Sort by