Narrow your search

Library

KU Leuven (34)

UGent (20)

KBR (15)

UCLouvain (14)

ULiège (13)

UNamur (12)

UAntwerpen (11)

VUB (8)

ULB (5)

TPC (4)

More...

Resource type

dissertation (41)

book (34)


Language

German (12)

Dutch (10)

French (10)

English (7)

Russian (1)

More...

Year
From To Submit

2022 (1)

2019 (1)

2013 (1)

2012 (2)

2010 (1)

More...
Listing 1 - 10 of 41 << page
of 5
>>
Sort by

Dissertation
Le nu dans l'art mosan de 1000 à 1250

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords

Nu


Dissertation
Le rat-taupe nu : un modèle non-conventionnel prometteur pour la recherche en gérontologie et sur la prévention des cancers
Authors: --- --- --- ---
Year: 2019 Publisher: Liège Université de Liège (ULiège)

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Le rat-taupe nu (RTN) est un rongeur doté de caractéristiques exceptionnelles, son extrême longévité et sa remarquable résistance aux cancers étant d’un intérêt singulier pour la recherche humaine. Sa longévité s’explique par une sénescence négligeable: son risque de mortalité n’augmente pas malgré les années, son taux de reproduction est maintenu tout au long de sa vie et, surtout, il parvient à maintenir ses fonctions physiologiques. Ce maintien est assuré par de nombreux procédés de réponse et de résistance aux stress, d’une stabilité exacerbée de son protéome, d’un équilibre délicat de la sénescence cellulaire ainsi que des subtilités de son métabolisme.&#13;De plus, pour faire face à la principale pathologie liée au vieillissement, le cancer, le rat-taupe nu jouit aussi d’armes toutes particulières. Il possède la capacité de synthétiser de l’acide hyaluronique de très haut poids moléculaire. Cette molécule, ayant beau être présente de manière ubiquitaire chez les mammifères en tant que composant de la MEC, sa structure est unique. Cette structure lui permet d’activer et de réguler le mécanisme principal de défense anti-tumoral du rat-taupe nu: l’inhibition de contact précoce. Bien que celle-ci soit déjà efficace, elle possède plusieurs niveaux de sécurité pour pouvoir enrayer le développement de tumeurs si une étape venait à être défaillante. Ces mécanismes annexes sont centrés autour de p15 et pALT. Cependant, en cas de perte complète de l’inhibition de contact précoce, le RTN pourra compter sur la mise en place d’une inhibition de contact “standard” et d’une augmentation du taux d’apoptose spontanée afin de maintenir un taux cellulaire bas. De plus, le RTN possède d’autres mécanismes au niveau génétique pour assurer sa protection.&#13;C’est la particularité de ces mécanismes qui ont fait du RTN un sujet de recherches plus que fort intéressant.


Dissertation
M.Boelgakov 'Master i Margarita'. Perevod otryvka i sravnitel'naja rabota po oepotreblenijoe modal'nych tsjastits. M.Boelgakov 'De Meester en Margarita'. Vertaling van een fragment en vergelijkende studie van het gebruik van modale partikels
Authors: ---
Year: 2006 Publisher: Gent : s.n.,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Doelstelling: Deze scriptie heeft een dubbele doelstelling en bestaat bijgevolg uit twee delen. Enerzijds een literaire vertaling maken van een fragment uit de roman van M.Boelgakov 'De Meester en Margarita'. Anderzijds een vergelijkende studie maken van het gebruik van modale partikels in de Nederlandse vertaling. De meest voorkomende Nederlandse modale partikels moesten in kaart worden gebracht, waarbij alle drie de vertalingen moesten worden vergeleken met het origineel en met elkaar. Het doel was naar de functie van deze partikels en naar de algemene tendensen, wat betreft voorkomens ven het partikel en clustergebruik. Middelen of methode: De vertaling werd gemaakt vanuit de positie van de native speaker van de brontaal met de bedoeling om het resultaat te vergelijken met de bestaande vertalingen op het vlak van partikelgebruik. In de vertaling heb ik geprobeerd om niet alleen de inhoud maar ook de stijl en de sfeer van het origineel na te bootsen. Voor het grammaticale gedeelte, werden tabellen met voorbeeldzinnen opgesteld per partikel met telkens een cijfertabel met overzicht van het partikelgebruik. Bij elke tabel hoort een bespreking met cijfergegevens over de voorkomens van het partikel en clustergebruik. De gezamenlijke gegevens over alle zes de partikels zijn opgenomen in het slotstuk en dienen om een beeld te schetsen van het algemene partikelgebruik in de Nederlandse tekst. De ANS, de Grote Van Dale, Tolkovo-obrazovatel'nyj slovar', Efremova T.F., Tolkovyj slovar' zhivogo roesskogo jazyka Dalja en Sovremennyj roesskij jazyk dienden als referentiewerken. Bovendien werd steeds een beroep gedaan op de wetenschappelijke literatuur om de functies en de bijdrage van elk afzonderlijk partikel in kaart te brengen. De vergelijking tussen de vertalingen werd gemaakt in twee richting: ten eerste tussen mijn versie en de twee bestaande vertalingen en dan tussen die bestaande vertalingen onderling. Bovendien werden de vertalingen steeds vergeleken met het origineel. Resultaten: Het resultaat van deze scriptie bestaat net als de doelstelling uit twee delen. Aan de ene kant, werd een nieuwe poging gedaan om een stuk van 'De Meester en Margarita' te vertalen, aangezien de eerste twee versies (1968, 1997) steeds door dezelfde vertaler waren gemaakt. Aan de andere kant, werd een vergelijkende studie gemaakt over het partikelgebruik in de Nederlandse vertaling vanuit het Russisch. Dat is ongewoon op zich omdat de Nederlandse partikels in de wetenschappelijk literatuur meestal worden vergeleken met partikels uit verwante talen. Een zestal partikels werd in kaart gebracht en er werden gegevens verzameld over het partikel- en clustergebruik per partikel en per groep. Hieruit kan men afleiden hoe groot is het verschil tussen de vertaling en het origineel en tussen verschillende vertalingen per partikel. Uit de gezamenlijke gegegevens per groep kan men een beeld krijgen over de stijl van elke vertaler qua partikel- en clustergebruik. De gemiddelde percentages over het partikel- en clustergebruik in tekst geven een idee over de tendensen in partikelgebruik in de vertalingen vanuit het Nederlands in het Russisch.


Dissertation
Littératures et cultures néerlandophones et francophones en Belgique: deux têtes sous le même bonnet? Une comparaison de la revue Van Nu en Straks avec la revue Tijdschrift van het Willems-fonds
Authors: --- ---
Year: 2010 Publisher: Gent : s.n.,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Doelstelling: Het onderzoek focust zich op het einde van de negentiende eeuw, een periode die ook wel het 'fin de siècle' wordt genoemd. Bij de stichting van België in 1830, werd Frans de officiële landstaal en Nederlands de taal van het volk. De Franse literatuur domineerde de Belgische literatuur terwijl de Nederlandstalige literatuur nog naarstig op zoek was naar zijn verloren identiteit. De Vlaamse beweging stimuleerde de opkomst van verschillende Nederlandstalige literaire tijdschriften die zich engageerden voor de Vlaamse cultuur en literatuur. De oprichting van literaire Nederlandstalige tijdschriften kon immers een grote rol spelen in het heropbouwen van de Nederlandstalige cultuur en literatuur. Via een onderzoek van twee literaire tijdschriften wordt er nagegaan hoe dat proces in zijn werk gaat en hoe die Vlaamse en Nederlandstalige identiteit zijn plaats probeert te vinden naast de Franstalige wereld. Om een antwoord te vinden op die vraag worden er twee literaire Nederlandstalige tijdschriften onderzocht: enerzijds een literair tijdschrift met een progressief karakter, namelijk 'Van Nu en Straks' en anderzijds een literair tijdschrift met een conservatief karakter, namelijk 'Tijdschrift van het Willems-fonds'. De onderzoeksvraag luidt dus als volgt: "verhouden Nederlandstalige literair-progressieve tijdschriften zich anders ten opzichte van Franstalige werken dan Nederlandstalige literair-conservatieve tijdschriften? Middelen of methode: Om een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag werden twee verschillende tijdschriften en twee verschillende jaargangen onderzocht. Aangezien beide tijdschriften voor het eerst verschenen in 1896 werd dit jaargang onderwerp van het onderzoek en aangezien 1901 tevens het einde was van één van de tijdschriften werd ook deze jaargang aan een studie onderworpen. Tijdens het onderzoek zijn er twee verschillende methodes gehanteerd. Eerst en vooral werd er een inhoudsanalyse uitgevoerd om na te gaan, enerzijds, hoe vaak er interacties aanwezig waren tussen de Franstalige en de Nederlandstalige cultuur, zoals verwijzingen naar Franstalige werken, vertalingen, boekbesprekingen,... en anderzijds, wat de aard van de verwijzingen is.Vervolgens werden de gevonden verwijzingen aan de hand van een discoursanalyse nog verder onder de loep genomen en werd er nagegaan van welke aard deze waren en hoe dit gelinkt kon worden binnen de context van de periode 'fin de siècle'. Een verwijzing kon enerzijds een positief karakter hebben zoals een uiting van bewondering, of anderzijds een negatief karakter hebben zoals een uiting van kritiek.Uiteindelijk werden de twee tijdschriften met elkaar vergeleken en ook nagegaan of er hierin verandering optrad na verloop van tijd (vandaar de twee onderzochte jaargangen). Resultaten: Twee opvallende resultaten zijn bekomen na het onderzoek:Het tijdschrift 'Van Nu en Straks' geeft veel minder blijk van een vijandige houding tegenover de Franstalige wereld. De doelstelling van het tijdschrift bestaat erin de Nederlandstalige literatuur en cultuur te promoten en bekend te maken, maar niet ten koste van de Franstalige cultuur. Er kan gesteld worden dat het tijdschrift uitgaat van het feit dat de Nederlandstalige literaire wereld zij aan zij kan bestaan met de Franstalige literaire wereld. Er wordt dan ook vaak met bewondering verwezen naar Franstalige werken die vaak fungeren als voorbeeld. Het tijdschrift oriënteert zich vaker naar België zelf en vooral naar een België met twee literaire identiteiten die naast elkaar bestaan.Het 'Tijdschrift van het Willems-fonds' daarentegen, schuift een ander resultaat naar voren. Hoewel er veel meer verwijzingen naar Franstalige werken worden teruggevonden, is de houding tegenover de Franstalige wereld veel vijandiger van aard. Het tijdschrift ziet deze namelijk meer als een bedreiging en hierdoor is er veel vaker sprake van kritiek op de Franstalige wereld. Zij richten zich meer naar het noorden, namelijk naar Nederland en geloven minder in het bestaan van twee literaturen in één land, namelijk België. Wanneer de twee jaargangen met elkaar vergeleken werden, 1896 en 1901 dan treedt er geen verandering op waardoor kan gesteld worden dat de twee karakters van de tijdschriften, de middelen die ze gebruiken, en de houding naar de Franstalige wereld toe, als consistent kunnen worden beschouwd aangezien het onderzoek van het jaargang 1901 datgene bevestigt wat door het onderzoek van het jaargang 1896 al werd vastgesteld.


Dissertation
Estimation de l'effet biophysique Albédo sur l'impact climatique de l'utilisation des cultures intermédiaires : Exemple de cas sur le site Icos de Lonzée
Authors: --- --- --- --- --- et al.
Year: 2022 Publisher: Liège Université de Liège (ULiège)

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

L’introduction de cultures intermédiaires (CI) permettant de couvrir les sols en période&#13;automnale/hivernale est une pratique qui présente de nombreux intérêts agronomiques&#13;et environnementaux, dont l’amélioration potentielle du bilan carbone de l’activité&#13;culturale. Au-delà de cet effet dit biogéochimique, la modification de l’état de la&#13;surface induit un effet dit biophysique, par la modification de sa réflectivité (albédo), ce&#13;qui peut provoquer un forçage radiatif et donc affecter le climat.&#13;Ce travail a pour but d’évaluer le forçage radiatif induit par l’introduction de CI&#13;(moutarde en 2017 et avoine/féverole en 2019) dans la rotation culturale sur le site de la&#13;tour à flux ICOS de Lonzée et de le comparer au bilan carbone du site.&#13;En l’absence de dispositif expérimental pairé (sol nu/CI), une méthodologie a été&#13;développée pour déterminer l’albédo de référence (sol nu) nécessaire au calcul du forçage&#13;radiatif. Une approche de modélisation de l’albédo sol nu sur base des mesures in situ&#13;et une approche de mesure de l’albédo par outil satellitaire ont été testées. Pour la&#13;première approche (in situ), la teneur en eau du sol en surface et l’indice de clarté ont&#13;été identifiés comme les variables directrices principales de l’albédo sur sol nu. Une&#13;régression multilinéaire a été construite sur base de ces deux variables. La deuxième&#13;approche (satellitaire) a permis, sur base des données Sentinel-2 et d’une combinaison&#13;des indices NDVI et BSI, d’identifier des parcelles adjacentes avec sol nu et d’estimer&#13;leur albédo au moment où la parcelle ICOS avait une CI. L’approche est prometteuse&#13;mais souffre d’un manque de représentativité temporelle, la présence de nuages rendant&#13;beaucoup d’images inutilisables en période de CI (automne/hiver).&#13;Pour l’obtention d’un forçage radiatif, la première approche (in situ) a été privilégiée.&#13;Ainsi, pour une variation moyenne d’albédo de 5%, un forçage radiatif de -5,4 W.m−2 a&#13;été observée. De plus, pour une rotation de culture dans laquelle la CI serait introduite&#13;une année sur deux dans les mêmes conditions qu’en 2019 à Lonzée,le forçage radiatif,&#13;par unité de surface, sur une période de 100 ans pourrait entraîner une diminution des&#13;émissions de &#119862;&#119874;2 atmosphérique de 2,8 &#119896;&#119892;C&#119874;2-eq. m−2 (7,6 tC.ha−1). Cette information&#13;vient apporter plus d’intérêt à la CI qui était déjà valorisée pour ses nombreux services&#13;écosystémiques.


Multi
De perschef als biograaf : Jonathan Daniels over Franklin D. Roosevelt en Harry S. Truman
Authors: ---
ISBN: 9075323964 Year: 2003 Publisher: Soesterberg Uitgeverij Aspekt

Listing 1 - 10 of 41 << page
of 5
>>
Sort by