Narrow your search

Library

Arteveldehogeschool (4)

ULiège (3)


Resource type

dissertation (7)


Language

Dutch (4)

French (2)

English (1)


Year
From To Submit

2022 (1)

2021 (1)

2019 (1)

2018 (2)

2017 (2)

Listing 1 - 7 of 7
Sort by

Dissertation
Introduction à l'evidence-based practice dans la formation initiale en logopédie et médecine : évaluation de dispositifs mis en place à l'Université de Liège
Authors: --- ---
Year: 2018

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract


Dissertation
De cliënt en zijn mantelzorger Evidence based ergotherapeutisch behandelprotocol getoetst in een regionaal dienstencentrum bij kwetsbare thuiswonende oudere personen.
Author:
Year: 2017 Publisher: Gent Arteveldehogeschool

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De vergrijzing neemt toe en meer oudere personen willen thuis blijven wonen. In een voorgaand onderzoek is een evidence based ergotherapeutisch behandelprotocol uitgewerkt bij fysiek kwetsbare thuiswonende oudere personen.Onze onderzoeksvraag is: Is het vooropgestelde evidence based ergotherapeutisch behandelprotocol voor de fysiek kwetsbare thuiswonende oudere persoon haalbaar in een regionaal dienstencentrum in Vlaanderen?Het ontwikkeld meetinstrument wil de haalbaarheid van het ergotherapeutisch behandelprotocol meten via indicatoren. De vooropgestelde proces-en productindicatoren werden binnen acht cases in een regionaal dienstencentrum onderzocht.De ergotherapeut van het dienstencentrum blijkt gekend te zijn onder de oudere personen. Er kan een multidisciplinair overleg en een multidisciplinair team georganiseerd worden. Binnen de structuur van een regionaal dienstencentrum is er onvoldoende tijd om het protocol helemaal uit te voeren.Het protocol is haalbaar binnen een regionaal dienstencentrum mits dat er voldoende middelen beschikbaar zijn om de ergotherapeut meermaals aan huis te laten komen.


Dissertation
Ergotherapeut (M/V) - psychomotorisch therapeut. Systematische literatuurstudie naar psychomotorische interventies bij kinderen met ontwikkelingsstoornissen.
Author:
Year: 2017 Publisher: Gent Arteveldehogeschool

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Vanuit de praktijk wordt aangegeven dat het zoekproces naar wetenschappelijke literatuur die de effectiviteit van psychomotorische interventies weergeeft een moeizaam proces is. Therapeuten zijn zich vaak niet bewust van de effectiviteit van psychomotorische interventies. Deze bachelorproef heeft als doel het systematisch samenbrengen van evidence based informatie via verschillende databanken over psychomotorische interventies bij kleuters of lagere schoolkinderen met ontwikkelingsstoornissen.Uit de gevonden resultaten kan worden geconcludeerd dat taakgerichte interventies bij kinderen met een ontwikkelingscoördinatiestoornis effectief zijn. Kinderen met een sensorische integratiestoornis of autisme hebben dan weer baat bij psychomotorische interventies volgens de procesgerichte richting. Er is echter beperkt recent bewijs beschikbaar en de beschikbare studies geven enkel gematigd bewijs weer. Verder onderzoek is noodzakelijk om een gestaafde conclusie te kunnen vormen. Ook moet er meer aandacht worden gegeven aan de meerwaarde van psychomotorische interventies, uitgevoerd door een ergotherapeut.


Dissertation
Een verkenning van de ergotherapeutische diagnostiek en behandeling van kinderen met cerebrale parese in Vlaanderen
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Gent Arteveldehogeschool

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Introductie:Ergotherapie bij kinderne met celebrale parese is in de praktijk niet duidelijk. Daarom werd er op zoek gegaan naar literatuur die verduidelijking kan geven over de praktijk.Methode:Er werd een kwantitatief onderzoek uitgevoerd door middel van een online vragenlijst die werd gestuurd naar ergotherapeuten in verschillende settings. Op deze manier werd de problematiek beschreven, de assessments en behandelingen opgezocht en de settings waar de kinderen terecht kunnen opgelijst.Resultaten:De verschillen die naar voor komen zijn de doelstellingen in de therapie en de benaderingswijze van de therapeut tegenover de cliënt. Opvallend is dat de therapeut bijna geen tijd besteed aan de diagnostiek. Ook de doelstelling 'woningaanpassing' wordt vaak niet gebruikt als doel van therapie.Discussie en conclusie:Uit de resultaten kunnen we afleiden dat het nodig is dat er een ergotherapeutische richtlijn wordt ontwikkeld zodat er meer evidence based kan worden gewerkt.


Dissertation
Op weg met EBP : ontwerpen van een bordspel omtrent Evidence Based Ergotherapie
Author:
Year: 2019 Publisher: Gent Arteveldehogeschool

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract


Dissertation
Investigating Sudden Gains during Virtual Reality Exposure Therapy for a Patient with Anxiety Disorders: A Single-Subject Research Design with an Evidence-Based Practice Approach
Authors: --- --- ---
Year: 2022 Publisher: Liège Université de Liège (ULiège)

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Introduction. The present study was designed to assess the efficacy of an intervention (i.e., initially VRET) on the clinical symptomatology of patients suffering from anxiety disorders. Unfortunately, the patient only carried out a single VRET exercise, which did not cause her anxiety. Therefore, the intervention was modified to fit the patient’s prevailing needs. Moreover, we aimed to explore the presence of SGs. This research also had the specific intention to implement an EBP approach in the care of the patient. 
Methods. This case study consisted of a multiple baseline design. Our sample consisted of one patient with GAD and agoraphobia. The present study incorporates the data collected during the first eight sessions of the therapeutic intervention. In each session, we investigated the evolution of several anxiety-related variables such as the intensity of the anxiety, anxiety-related physical symptoms, the frequency of the avoidance, the anticipation of the feared stimuli, and the sense of self-efficacy in regard to facing the feared stimuli. The effect size of the treatment was measured by the method of Percentage of Nonoverlapping Data (PND). Moreover, the presence of SGs was determined in accordance with the criteria established by Tang and DeRubeis (1999).
Hypotheses. We hypothesized that there would be a decrease in participants’ anxiety during the psychological intervention compared to their pre-treatment anxiety. More specifically, the intensity of the anxiety, the anxiety-related physical symptoms, the frequency of the avoidance, and the anticipation of the feared stimuli would lessen and the sense of self-efficacy in regard to facing the feared stimuli would increase. Furthermore, we expected to detect SGs in the evolution of clinical symptomatology.
Results. The intervention led to a decrease in the patient’s avoidance behaviors and the anxiety-related physical symptom dizziness intensity. Moreover, there was an SG between sessions four and five in the intensity of dizziness felt by the patient.
Conclusion. These results suggest that the first sessions of therapeutic intervention can lead to an amelioration of the patient’s symptomatology, in this case, a decrease in avoidance behaviors and dizziness intensity. It also confirmed the presence of SGs in psychological intervention for anxiety disorders. It would be interesting to analyze the data again once the intervention is completed, with the hope to find further amelioration of the clinical symptomatology and/or other SGs. More research on VRET, SGs, and the implementation of EBP in clinical practice is necessary.


Dissertation
Travail de fin d'études[BR]- Travail de fin d'études: "Vers une compréhension des pratiques professionnelles au sein des sections fermées des Institutions Publiques de Protection de la Jeunesse."[BR]- Séminaire d'accompagnement à l'écriture
Authors: --- --- ---
Year: 2021 Publisher: Liège Université de Liège (ULiège)

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Dans les Institutions Publiques de Protection de la Jeunesse (IPPJ) belges, les pratiques professionnelles tendent à être harmonisées suite à l’adoption du nouveau Code de la prévention, de l’aide à la jeunesse et de la protection de la jeunesse. Actuellement, les changements visés ne sont pas encore effectifs, l’objectif de cette étude exploratoire est donc l’identification des différentes pratiques professionnelles au sein des IPPJ, ainsi que les motivations animant leur application. Par ailleurs, cette recherche vise également à déterminer comment ces pratiques peuvent s’inscrire dans les modèles réhabilitatifs relatifs à la délinquance juvénile, ainsi que dans les logiques de justice des mineurs. À cet effet, nous avons composé un échantillon non-probabiliste de douze éducateurs travaillant dans différentes sections fermées des IPPJ de Braine-le-Châteu, Fraipont, Saint-Servais, et Wauthier-Braine selon la technique du gatekeeper dans le but de mener des entretiens semi-structurés et de leur soumettre un questionnaire basé sur l’échelle d’attitude de pratique fondée sur les preuves d’Aarons (2004). Les résultats, qui ont révélés des pratiques très variées, ont été rapportés selon les thèmes de notre guide d’entretien, à savoir, la législation relative au secteur de l’Aide et de la Protection de la Jeunesse, les logiques de justice des mineurs, la réhabilitation de la délinquance juvénile, ainsi que les pratiques professionnelles. Après avoir rendu compte de nos résultats qualitatifs et quantitatifs, nous les avons discutés sur base de notre revue de la littérature, mais également sur base du concept du changement organisationnel et des travaux y afférant. In the Belgian Public Youth Protection Institutions (IPPJ), professional practices tend to be harmonized following the adoption of the new Code of Prevention, Youth Aid and Youth Protection. Currently, the planned changes are not yet effective, the objective of this exploratory study is therefore to identify the different professional practices within the IPPJs, as well as their motivations driving their application. In addition, this research also aims to determine how these practices can fit into the rehabilitative models relating to juvenile delinquency, as well as into the logics of juvenile justice. To this end, we composed a non-probabilistic sample of twelve educators working in different closed sections of the IPPJs of Braine-le-Châteu, Fraipont, Saint-Servais, and Wauthier-Braine according to the gatekeeper technique in order to carry out semi-structured interviews and submit to them a questionnaire based on the Aarons Evidence-Based Practice Attitude Scale (2004). The results, which revealed very varied practices, were reported according to the themes of our interview guide, namely, the legislation relating to the Youth Aid and Protection sector, the logics of juvenile justice, rehabilitation of juvenile delinquency, as well as professional practices. After reporting our qualitative and quantitative results, we discussed them on the basis of our review of the literature, but also on the basis of the concept of organizational change and related work.

Listing 1 - 7 of 7
Sort by