Narrow your search

Library

KU Leuven (11)


Resource type

dissertation (11)


Language

Dutch (11)


Year
From To Submit

2022 (6)

2021 (1)

2020 (2)

2018 (1)

2012 (1)

Listing 1 - 10 of 11 << page
of 2
>>
Sort by

Dissertation
Tastbare emoties: Het belang van kleding en de dressing room voor emotionele ervaringen van elitevrouwen tijdens de Engelse Romantiek
Authors: --- ---
Year: 2020 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Deze masterthesis onderzoekt hoe kledij en de “dressing room” gebruikt werden binnen de emotionele ervaringen van elitevrouwen in de periode van de Engelse Romantiek. Op basis van briefromans geschreven door vrouwelijke auteurs tussen 1780 en 1820, toon ik dat elitevrouwen uit de romans kleding en de “dressing room” gebruikten om hun gevoelens te erkennen, te verwerken en te uiten. Door deze stoffen en ruimte te gebruiken, demonstreerden elitevrouwen eveneens dat ze over agency beschikten en dat ze zich bewust waren van de mate van privacy die ze konden creëren met kleding en de “dressing room”. Hoewel de nadruk ligt op elitevrouwen, vergelijk ik de manier waarop de elitevrouwen hun gevoelens verwerkten met de praktijken van elitemannen. Dit onderzoek wordt opgedeeld in vijf hoofdstukken. In elk hoofdstuk staan bepaalde emoties centraal. Emotionele praktijken rond schaamte komen eerst aan bod. Daarna worden sympathie en spot met elkaar gecontrasteerd. Hierna wordt aangetoond hoe kleding en de “dressing room” voor veiligheid en vertrouwelijkheid zorgden. Verder toont het vierde hoofdstuk hoe kledingstukken gebruikt werden voor verdriet te verwerken. Als laatste toon ik hoe kleding bewondering opwekte die de trots van degene die de kledingstukken droeg, voedde. Schaamte kwam bij elitevrouwen voor wanneer hun kleding niet voldeed aan de verwachtingen van anderen. De briefromans toonden dat vrouwen met hun schaamte konden omgaan door andere gevoelens op te wekken zoals veiligheid en geruststelling die verbonden waren met privacy. Kleding was eveneens een middel dat tot schaamte leidde bij mannen. Vrouwelijke personages toonden eveneens hoe ondermaatse kleding bij vrienden, familieleden en vreemden niet alleen voor sympathie moest zorgen, maar ook voor hulp. Kleding mocht niet gebruikt worden om bewust medelijden op te wekken bij iemand. Elitevrouwen moesten onbaatzuchtig zijn, niet egoïstisch. Zowel mannen als vrouwen konden de kleding van anderen bespotten, maar dit werd bekritiseerd door de auteurs. De “dressing room” en kleding konden veiligheid en vertrouwelijkheid bieden. Vooral elitevrouwen gebruikten de “dressing room” om in alle vertrouwelijkheid hun gevoelens te uiten ten opzichte van hun echtgenoot, vrienden en familieleden. Deze veiligheid zorgde ook voor rust. Kleding zorgde ook voor veiligheid indien mannen of vrouwen hun kleding gebruikten om hun echte identiteit te verhullen. De meest voorkomende beweegreden om zich te vermommen was om een geliefde te zien. De stof gaf een gevoel van comfort en veiligheid, wat deel uitmaakte van privacy, wat de drager moediger en meer vastberaden maakte dat zijn plan zou slagen. Bij verdriet beslisten vrouwen of ze hun tranen toonden aan anderen. Ze konden dit verbergen door middel van kledingstukken. Dit gaf hun psychologische en fysieke privacy waardoor ze hun verdriet konden verwerken. Ook rouwkleding en de manier waarop een overleden persoon gekleed werd, zorgde voor het opwekken van emoties. Als laatste toonden elitevrouwen dat ze over agency beschikten door extravagante kleding te etaleren. Hiermee wilden ze admiratie opwekken die hun trots voedden. Dit gedrag leverde echter veel kritiek op. Innerlijke schoonheid was even belangrijk als het uiterlijke. Mannen waren zich eveneens bewust van het gunstige effect dat een aangenaam uiterlijk kon hebben.

Keywords


Dissertation
Een ontkend bestaan: een mondeling onderzoek naar homoseksuele identiteiten en ervaringen in ruraal Vlaanderen, 1960-1989
Authors: --- --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Welke tijds- en cultuurgebonden ideeën en praktijken beïnvloedden het interpretatie- en identificatieproces van homo-erotische verlangens, gevoelens en seksualiteitsbeleving op het Vlaamse platteland van 1960 tot en met 1989? Wie opgroeide op het Vlaamse platteland kon weinig of niets afweten van het bestaan van homoseksualiteit. De weinige informatie die beschikbaar was, was vaak een samenraapsel van stigmatiserende uitspraken. Deze stigma’s en stiltes hebben voor een groot deel van de bevolking nooit een noemenswaardige rol gespeeld. Maar hoe was het leven voor een man met verlangens voor mannen die opgroeide in gemeenschap waarin zijn geaardheid werd gekenmerkt door stilte en stigma’s? Hoe identificeerden mannen hun homo-erotische gevoelens, verlangens en seksualiteitsbeleving in een landschap waar hun verlangens zo onwenselijk waren dat ze beleefd werden als zijnde onbestaand? Wat voor effect had dit op hun seksueel zelfbeeld? Was er zelfs sprake van een homoseksuele identificatie – een homoseksueel zelfbeeld? Het was immers niet vanzelfsprekend dat mannen met homo-erotische verlangens en zelfs seksualiteitsbeleving zichzelf zagen als een homoseksuele man. Hoe werden die verlangens, gevoelens en seksualiteitsbeleving dan wel geïnterpreteerd en geïdentificeerd? De stigma’s en stiltes vormden een homofoob beeld van ‘de homo’ waartegen de mannen hun verlangens, gevoelens en seksualiteitsbeleving konden begrijpen. Door de bril van reeds aanwezige identiteiten konden de gesprekspartners reflecteren over de stigma’s en hun eigen verlangens. Zo kon dit homofoob beeld van homoseksualiteit geïnternaliseerd worden. In een religieuze en heteronormatieve wereld konden de gesprekspartners via een religieuze, heteronormatieve en mannelijke identiteit hun homo-erotische verlangens oprecht begrijpen als zondig, tegennatuurlijk en immoreel. Het succes van homofobie en onderdrukking van buitenaf uitte zich dan in negatieve zelfreflecties en eventuele onderdrukking van binnenuit. De meeste gesprekspartners waren, althans voor deel van hun leven, via een geïnternaliseerd religieus, heteronormatief en mannelijk perspectief ervan overtuigd dat er ‘iets mis’ was. Aan de hand van deze bevindingen krijgt homofobie en de concrete gevolgen ervan een nieuwe dimensie. De geschiedenis van de gesprekspartners is geen geschiedenis van juridische discriminatie en repressieve politionele acties, noch een van eenduidige emancipatie. Het is amper een geschiedenis van de gevolgen van homo zijn en is eerder een geschiedenis van een succesvolle onderdrukking van buitenaf, waarvan het succes zich vaak uitte in een individuele onderdrukking van zowel homo zijn als homo worden.

Keywords


Dissertation
Geheimzinnige moorden te Londen: Jack the Ripper en zijn impact op de laatnegentiende-eeuwse Belgische misdaadberichtgeving.
Authors: --- ---
Year: 2020 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In de herfst van 1888 vermoordde een onbekende moordenaar in de Londense wijk Whitechapel minstens vijf vrouwen op gruwelijke wijze. Zijn identiteit werd nooit achterhaald, maar de bijnaam die hij in de pers kreeg klinkt vandaag nog steeds bekend in de oren: Jack the Ripper. Als ‘prototype van de moderne seriemoordenaar’ inspireerde deze beruchte moordenaar al meer dan honderd jaar heel wat literatuur die bijdroeg aan zijn legendevorming. Deze scriptie onderzoekt de Belgische verslaggeving over de Londense moorden. Aan de hand van vier Belgische dagbladen, Gazette de Charleroi, Het Handelsblad, L’Indépendance Belge en Vooruit, onderzoekt deze masterproef hoe de Belgische pers deze moordzaak behandelde, aan de hand van vijf verschillende frames: de misdaad, dader, de slachtoffers, de sociale achtergrond waartegen de moorden gepleegd werden en de politie. Daarnaast onderzoekt deze scriptie ook of deze moordzaak en de berichtgeving hierover een invloed hebben gehad op de manier waarop de Belgische journalistiek met moordnieuws omging. Dit gebeurt aan de hand van de moordberichtgeving uit 1884 en 1894 van dezelfde vier dagbladen. Per jaargang worden dezelfde vijf frames onderzocht en met elkaar vergeleken. Deze masterproef concludeert uiteindelijk dat de berichtgeving over de Ripper-zaak eerder als unicum moet worden gezien en dat haar invloed op de algemene Belgische moordverslaggeving, althans in 1894, beperkt was.

Keywords


Dissertation
"Twee kanten van dezelfde munt": Misdadigers in de werken van Etienne De Greeff en de verhalen van Georges Simenon (1930-1960).
Authors: --- --- ---
Year: 2021 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Zijn literatuur en wetenschappen compatibel of zijn het twee essentieel gescheiden entiteiten? Academici uit de twintigste eeuw gingen uit van die tweede benadering, waarbij aan literatuur en wetenschappen andere functies werden toegeschreven. Terwijl literatuur voor waarden en betekenis zorgde, gaven de wetenschappen feiten weer. Bepaalde academici, zoals C.P. Snow, pleitten voor een toenadering, hoewel de denkwijze van twee aparte entiteiten alomtegenwoordig bleef. Een voorbeeld daarvan waren de kritische houdingen van criminoloog Etienne De Greeff en misdaadschrijver Georges Simenon. De Greeff zag de interpretatie van misdadigers in misdaadromans namelijk als onbetrouwbaar, terwijl Simenon de opvattingen van misdaaddeskundigen in zijn verhalen op een negatieve wijze afbeeldde. In deze meesterproef onderzoek ik of die kritsiche houding terecht was, waarbij ik de interpretaties van criminelen van De Greeff en Simenon met elkaar vergelijk. Het doel van dit onderzoek is om een antwoord te bieden op de vraag of de misdaadliteratuur en de criminologie in België in meerdere of mindere mate gelijkliepen dan ze verschilden. Door de werken van beide auteurs te analyseren en te vergelijken, poog ik gelijkenissen en spanningen op te merken tussen de misdaadliteratuur en criminologie. Bovendien houd ik rekening met eventuele evoluties in hun interpretaties van criminelen. De hypothese is dat de interpretaties van De Greeff en Simenon in bepaalde opzichten gelijkliepen, waardoor de misdaadliteratuur en de criminologie in de eerste helft van de twintigste eeuw niet zozeer verschilden als beide auteurs hadden gesteld. De opdeling van deze meesterproef bestaat uit thema’s die betrekking hebben op de interpretaties van criminelen uit de werken van De Greeff en Simenon. Het eerste hoofdstuk handelt over de persoonlijkheid en het gedrag van de misdadiger. Hierin onderzoek ik welke kenmerken De Greeff en Simenon toeschreven aan het algemene karakter en gedrag van een crimineel. Ik besteed voornamelijk aandacht aan de wisselwerking tussen de fysieke en psychische aspecten in de interpretaties van de auteurs. Daarnaast onderzoek ik in hoeverre De Greeff en Simenon beïnvloed zijn geweest door de psychoanalyse in hun theorievorming. Het tweede hoofdstuk handelt over de omgeving en achtergrond van de misdadiger. Hierin onderzoek ik welke sociologische factoren volgens De Greeff en Simenon een belangrijke rol speelden in de vorming tot een misdadiger. Bovendien tracht ik hun opvattingen te bestuderen over de beeldvorming van een misdadiger als slachtoffer van een kansarm milieu. In het derde en laatste hoofdstuk onderzoek ik de interpretaties van de vrije wil en verantwoordelijkheid van de crimineel. Dat gedeelte heeft grotendeels betrekking op de eventuele gedetermineerde kenmerken van een misdadiger. Zo kan ik onderzoeken in welke mate De Greeff en Simenon een crimineel deterministisch opvatten.

Keywords


Dissertation
‘Bygeloof in deze tyden van Verlichting’ : Onderzoek naar de beïnvloeding van gender op de beeldvorming over toverij in laat negenti ende-eeuwse Belgische kranten
Authors: --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Gedurende de late negentiende eeuw verschenen er in de Belgische pers meerdere artikelen die aantoonden dat het geloof in toverij en de daarbij horende figuren zoals heksen, tovenaars, duiveluitdrijvers en waarzeggers, nog niet verdwenen was. Ondanks het einde van de heksenvervolgingen en de verschillende maatregelen die de Europese overheden ondernamen om het bijgeloof te onderdrukken, bleef “In deze tyden van Verlichting” het geloof toch nog steeds aanwezig. Historiografisch onderzoek beperkt zich echter vooral tot de periode voor en van de heksenvervolgingen waardoor het geloof in toverij gedurende de Nieuwste Tijd veelal buiten beschouwing bleef. Eveneens kwam de mannelijke heks, of tovenaar, maar weinig ter sprake terwijl bronnen wel meermaals wezen naar hun bestaan. Aan de hand van berichtgevingen in Belgische kranten gedurende de periode van 1840 tot 1890 kon ik een onderzoek verrichten naar de beeldvorming van toverij in de late negentiende eeuw die vooropgesteld werd door de verschillende onderzochte kranten. Zo kon ik eveneens de beïnvloeding van gender op deze beeldvorming analyseren. Door het gebruik van verschillende Belgische kranten uit de verschillende zuilen, was er eveneens een onderlinge vergelijking mogelijk. Het onderzoek verliep in drie delen die respectievelijk de persperceptie van de figuren van de heks en de tovenaar, de sociale en maatschappelijke context van het toverijgeloof en de geografische en tijdsgebonden afbakening onderzochten. Uiteindelijk wist ik te concluderen in deze masterproef dat door middel van toverij-gerelateerde berichtgevingen, de verschillende kranten hun onderlinge disputen probeerden uit te vechten en dat gender een noemenswaardige invloed bevatte op de berichtgeving.

Keywords


Dissertation
Schurken of verzetsstrijders? Een comparatieve analyse tussen het politieke- en sociaaleconomische banditisme in de Belgische depart ementen tijdens het Directoire (1795-1799)
Authors: --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De Franse Revolutie heeft voor een grote mate van onrust gezorgd in de Belgische gebieden. De politieke en economische crisis dat het met zich mee bracht droeg bij tot een plotse opkomst van groepscriminaliteit. Eerder onderzoek naar deze bendes toonde aan dat er groepen waren die handelden volgens enerzijds een sociaaleconomische motief of anderzijds te werk gingen vanuit een politiek-ideologische gedachtegang. Met dit onderzoek zullen de twee soorten banditisme met elkaar vergeleken worden om na te gaan op welke vlakken ze juist verschilden van elkaar. De studie vergelijkt de onderzochte bendes op vlak van hun leiders, samenstelling, hun werkmethode en ten slotte vergelijkt ze ook nog het overheidsdiscours rond de verschillende bendes. Uit deze vergelijking is gebleken dat ondanks de verschillende beweegredenen die deze bendes hadden, ze op vlak van hun werkmethode, samenstelling en in het overheidsdiscours veel meer gelijkenissen vertoonden dan reeds is aangegeven.

Keywords


Dissertation
Parken, pederasten & passanten. Stadsvernieuwing & homoseksualiteit in het Antwerpen van de late negentiende eeuw
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Homoseksualiteit en stedelijkheid, en de dynamiek tussen beide, zijn al enkele decennia een hot topic in het historisch onderzoek. Voor bijna elke grote Europese stad is er wel een uitvoerige casestudy beschikbaar. In België blijft de literatuur echter zeer beperkt. Wanneer er al aandacht werd geschonken aan stedelijkheid en homoseksualiteit in België in de negentiende eeuw, richt het onderzoek zich vaak op de hoofdstad. Voor andere steden blijft de interesse klein. Deze masterproef hoopt hier verandering in de brengen door de focus te verschuiven naar Antwerpen voor de periode 1875 tot 1900. Aan de hand van politionele en juridische bronnen wordt er gezocht naar de invloed van het stedelijk landschap in de havenstad op mannen die op zoek gingen naar seks met andere mannen. De nadruk ligt vooral op de stadsvernieuwing die plaatsvond vlak voor en tijdens deze periode, en hoe homoseksuele mannen hiermee omgingen. Er wordt gekeken naar de nieuwe mogelijkheden die de stad te bieden had terwijl ze moderniseerde en groeide, en hoe deze infrastructuur ervoor zorgde dat de moderne stad moeiteloos over vloeide in een ‘homoseksuele’ stad. Vier centrale thema’s worden behandeld doorheen de vier hoofdstukken van de masterproef: ordehandhaving, mobiliteit, publieke ruimte en vermaak. Voor elk thema wordt besproken hoe de stadsvernieuwing zich manifesteerde op dit gebied, hoe mannen die seks hadden met andere mannen de moderne infrastructuur gebruikten en op welke manier de dynamiek tussen de stad, de bevolking en homoseksuele mannen een balans vond. De plaats van homoseksuele mannen in de negentiende-eeuwse stedelijke samenleving was op alle vlakken complex. De steeds moderner wordende stad bood heel wat nieuwe mogelijkheden, maar beperkte ook hun bewegingsvrijheid. Zo groeide de aanwezigheid van de politie aanzienlijk tijdens de late negentiende eeuw, wat het gevaar voor betrapping en vervolging verhoogde. De ordehandhaving lijkt echter geen speciale aandacht voor de homoseksuele subcultuur gehad te hebben. Daarnaast moesten homoseksuele mannen ook rekening houden met de stedelijke bevolking. Hoewel sociale controle sterk aanwezig was en de bevolking steeds vaker gebruik maakte van de politie in conflictsituaties, zorgde de buurtcontrole soms voor een de facto tolerantie van homoseksuele activiteiten indien bepaalde grenzen niet overschreden werden. Het werd ook steeds eenvoudiger voor mannen om naar de stad te reizen door een groeiend mobiliteitsnetwerk. Dit zorgde ervoor dat de groep mannen die seks hadden met andere mannen in Antwerpen sterk heterogeen was en migranten een belangrijk aandeel vormden. Nieuwe infrastructuur zorgde voor nieuwe ontmoetingsplaatsen, terwijl oude cruisingzones zoals het Zuidkasteel in de naam van de modernisering afgebroken werden. Deze nieuwe infrastructuur, zoals stadsgroen en nieuwe wegen, werden door homoseksuele mannen al snel gebruikt om op subtiele wijze met elkaar contact te leggen. Naast de gewone publieke ruimte was er ook een homoseksuele subcultuur in de stad aanwezig, waarin herbergen en andere etablissementen zich speciaal richtten naar homoseksuele mannen. De masterproef eindigt met een korte casestudy rond één van deze Antwerpse gay bars avant la lettre.

Keywords


Dissertation
Marianne is een hoer : Roddelen en sociale controle in het achttiende-eeuwse Kortrijk
Authors: --- ---
Year: 2012 Publisher: Leuven K.U.Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Brugse Beestigheden
Authors: --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Most of the historiography on homosexuality has located the invention of the modern homosexual identity within nineteenth-century urban contexts. Modern infrastructure of major cities played an important role in this process of identity building. This study takes a closer look at the homosexual culture in the conservative, provincial town of Bruges and compares it to the situation in the bigger, liberal city of Brussels. For the period of 1862-1886, forty-five criminal records for sexual assault and three separate files were taken from the archives of the correctional court of Bruges. Togetherwith newspaper articles, these sources were subjected to close reading and discourse analysis. The comparison to Brussels has shown how homosexual actions were more difficult to perform in Bruges. Social control was stronger; people went to the police to report men, but could also remain silent because of their catholic beliefs. Just like in the Belgian capital, police forces did not give priority to homosexual behavior. Judges in both cities condemned the men quite severely and the Church did not play a more important role in Bruges’ punishment. Bruges’ infrastructure did not facilitate homosexual acts as much as in Brussels, because the nineteenth-century urban transformations were not as intense there. Sexual acts still took place in public places, but consisted mostly of quick practices, like masturbation. The men that appeared in these records were mainly young adults from the lower classes, which is consistent with the findings for Brussels. The only difference was that most men in Bruges were from around the city, contrasting the many immigrants in Brussels. Lastly, male sex work appeared in one of the files, but it diverged from the way female and male prostitution took shape in Brussels. The main similarity was the motivation to gain money. This study has shown that the setting of major cities in the late-nineteenth century contributed to the formation of homosexual identities. Sources for Bruges in this period do not indicate many signs of a homosexual identity around these parts.

Keywords


Dissertation
De emotionele be(le)ving van de Groote Oorlog: Historisch onderzoek naar de gevoelens van zes dagboekauteurs 1914-1918
Authors: --- --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Dit onderzoek analyseert de gemoedsgesteltenis van zes dagboekauteurs, die allen een verschillende rol bekleedden in de oorlog. Zij hebben die oorlog van dichtbij gevoeld, beleefd, verhaald en hebben beschreven. Het diept uit wat hun geschriften vertellen over de emoties die zij tijdens het conflict ervoeren. Uit de dagboeken blijkt dat heimwee en nostalgie, als een bron van verdriet, ook een vorm van troost kon vormen en het daarenboven een gespreksonderwerp kon zijn. De rol van angst in de oorlog was eveneens meervoudig en had verschillende betekenissen. Het omvatte onder andere bezorgdheid, zenuwachtigheid, de angst te sterven, de schrik voor wat nog komen zou, en de angst voor de dood. Angst werkte belemmerend, maar scherpte ook de woede en de strijdlust aan. Ook ‘verdriet’ behelsde vele gevoelens: heimwee, medelijden, ongerustheid, de oorlogssituatie op zichzelf en de verwoestende effecten ervan, maar ook de ‘cafard’ stemden allen tot droefenis. De schrijvers vonden in hun oorlogsnotities een houvast: het vormde een uitlaatklep waarmee zij de oorlogsbeleving konden verwerken. De oorlogservaring bracht ook het onderdrukken van gevoelens met zich mee. Het kwam er op aan vol te houden door middel van zowel materiële als mentale strategieën: de dagboekauteurs leverden tijdens het conflict zo ook een emotionele, een functionele en een psychologische strijd. Ook gelukkige gevoelens van dankbaarheid en tevredenheid komen in hun getuigenissen terug. Geluk kreeg daarbij een nieuwe betekenis en kon uit kleine, persoonlijke dingen komen. Vooral de ontvangst van brieven werkte opmonterend. Bovendien werd aan de nood aan aanmoedigende brieven tegemoetgekomen door de oorlogsmeters of ‘Marraines de Guerre’. Troost werd ontleend aan de vrouwelijkheid van de oorlogsmeters: zij werden, net zoals oorlogsverpleegsters, omsluierd met traditionele genderpatronen van huiselijkheid, warmte, genegenheid en troost. Er vond tijdens de oorlog echter ook een verschuiving van genderpatronen plaats: vele oorlogsverpleegsters vertoonden immers verschillende gradaties van doorzetting om het vaderland te dienen. Aan het front werden noties van moed, doorzetting en kracht door het oorlogsleven echter onderuitgehaald. Kortom: de oorlog bevestigde genderpatronen, maar bracht die gedurende het conflict ook aan het wankelen. De Eerste Wereldoorlog zorgde voor het onderdrukken van emoties, maar ook voor het ventileren ervan, het deed de auteurs grenzen stellen, aan wat zij wilden voelen, maar ook aan de manier waarop ze ermee omgingen. Doorzetting, vermoeidheid, hardheid maar ook de erkenning van verdriet, van leed en angst, waren in de oorlog geen tegenovergestelden: ze hebben elkaar aangevuld, elkaar overstemd, elkaar afgewisseld, en hebben hun oorlogservaringen getekend.

Keywords

Listing 1 - 10 of 11 << page
of 2
>>
Sort by