Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
Choose an application
De toeristische sector is van groot belang voor de wereldeconomie. Er is echter naast de economische impact ook een belangrijke negatieve ecologische impact door het toerisme. Hieraan wordt steeds vaker aandacht besteed, om duurzaam toerisme na te streven en om mee de klimaatopwarming tegen te gaan. Met het doel een goed beleid te hanteren is het belangrijk om te meten hoe groot het probleem is. De laatste jaren werden er verschillende modellen ontwikkeld om deze ecologische impact te kunnen berekenen. Enkele voorbeelden zijn de CO2-uitstoot, ecologische voetafdruk, Environmental Accounting en Ecosystem Accounting. De modellen houden steeds meer rekening met verschillende impacts en worden dus alsmaar accurater, databeperkingen blijven echter een probleem. Door deze databeperkingen zijn de CO2-uitstoot en ecologische voetafdruk de twee methoden die empirisch worden toegepast in deze studie om de ecologische impact te berekenen van internationaal verblijfstoerisme in Gent voor 2019. Uit de berekening bleek dat de CO2-uitstoot 202.688 ton bedroeg en de ecologische voetafdruk gelijk was aan 67.876 mondiale hectares. Deze impacts komen voornamelijk uit het transport naar en van de stad, met op de tweede plaats de accommodatie. De CO2-uitstoot is goed voor 39 procent van de ecologische voetafdruk en daarom wordt er voor de ecologische voetafdruk analyse gekozen als de, op heden, beste methode omdat hiermee de meeste impact wordt gecapteerd. Er bestaan ook hier echter nog beperkingen, zoals de berekening van de accommodaties en de oudere convergentiefactoren. Het is dus noodzakelijk om beschikbare data te bewerken en te verbeteren om een accuratere inschatting te bekomen. Hierdoor zouden er in de toekomst sterkere methodes kunnen gebruikt worden. De meting is noodzakelijk voor het voeren van een passend beleid met het oog op de verlaging van de ecologische impact. Dit gebeurt door te kijken naar onder andere duurzamere transportmiddelen, verlenging van de verblijfsduur, ecologische accommodaties en ook door toeristen te informeren over wat hun impact is zodat ze sneller overschakelen naar meer duurzame opties.
Choose an application
Decennialang is er reeds een debat rond armoedeberekening gaande. De laatste jaren draait de discussie vooral over het al dan niet gebruik maken van individuele voorkeuren in de armoedemaatstaf (Ravallion, 2016). In deze masterproef worden zes verschillende armoedemaatstaven, al dan niet rekening houdend met voorkeuren, vergeleken in een casestudie met Ethiopische data uit 2015/2016. Deze maatstaven voldoen al dan niet aan drie eigenschappen: identieke voorkeurenprincipe, consistentie met voorkeurenprincipe en het ‘Nested Contour’ criterium. Er blijken grote verschillen te bestaan in armoede-incidentie en in de armoedekloof naargelang de gebruikte armoedemaatstaf. Dit is zeker het geval als er gekeken wordt naar de regionale verschillen in Ethiopië. Zo zijn de maatstaven waarbij gekeken wordt naar equivalent inkomen met huishoudens-specifieke referentieprijzen veel kleiner dan bij de meeste klassieke maatstaven. Daarnaast is enkel deze maatstaf consistent met voorkeurenarmoede. De vraag kan dus gesteld worden of aan deze drie eigenschappen echt moet voldaan zijn bij de armoedemaatstaven en of door deze eigenschappen er niet te snel vanuit gegaan wordt dat een bepaalde consumptie een gekozen voorkeur is.
Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|