Narrow your search

Library

KU Leuven (2)

UGent (1)


Resource type

dissertation (3)


Language

Dutch (3)


Year
From To Submit

2016 (1)

2012 (2)

Listing 1 - 3 of 3
Sort by

Dissertation
Rechtshandhaving en medische beroepsuitoefening : evaluatie van de sociaal- en tuchtrechtelijke handhaving betreffende de individuele gezondheidszorgverstrekking
Authors: ---
Year: 2012 Publisher: S.l. : s.n.,

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Rechtshandhaving en medische beroepsuitoefening : evaluatie van de sociaal- en tuchtrechtelijke handhaving betreffende de individuele gezondheidszorgverstrekking.
Authors: --- ---
Year: 2012 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Wet- en regelgeving, (beroeps)normen en beleid komen vaak tot stand ter bescherming van kwetsbare publieke en private belangen zoals het leefmilieu, de volksgezondheid, de veiligheid, de privacy en het welzijn van bepaalde (sociale) groepen. Door wetten op te stellen, regelgeving uit te vaardigen en beleid op te maken wordt aldus de creatie van een veilige, gezonde en rechtvaardige maatschappij beoogd. Gedragsregels zijn als het ware conditiones sine qua non voor het scheppen van orde in en het functioneren van de samenleving. Wet- en regelgeving, normen, beleid en beslissingen hebben echter pas effect wanneer zij in de praktijk worden nageleefd, uitgevoerd en gehandhaafd. Zoniet blijven zij dode letter. Handhaving dient aldus te gebeuren omwille van de geloofwaardigheid en legitimiteit van regels, de democratische rechtsverwezenlijking, de bescherming van kwetsbare (openbare en private) belangen, de maatschappelijke cohesie en de verwezenlijking van de achterliggende doelen die normgeving beoogt. De praktijk toont aan dat artsen soms - al dan niet uit onwetendheid of te kwader trouw - methodes aanwenden of handelingen stellen waardoor zij zich ten onrechte gelden toeëigenen van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (GVU-verzekering) en/of de deontologische principes van het beroep schenden en/of strafrechtelijke misdrijven plegen. Medisch disfunctioneren kan schade van uiteenlopende aard berokkenen. Door niet (conform de wet) uitgevoerde verstrekkingen aan te rekenen, door overconsumptie, onwettige uitoefening van de geneeskunde of toepassing van wetenschappelijk onverantwoorde behandelingen kan de GVU-verzekering worden benadeeld, de volksgezondheid worden geschaad alsook het artsenberoep worden bezoedeld. Naar aanleiding van dergelijk (beweerd) gebrekkig of frauduleus medisch handelen zijn diverse acties door diverse actoren mogelijk, afzonderlijk dan wel in samenloop. Traditioneel is het toezicht op de medische beroepsuitoefening in handen van de orde van geneesheren. Professionele normen als de eer, de bescheidenheid, de eerlijkheid en de waardigheid van het medisch beroep zijn het richtsnoer bij de tuchtrechtelijke handhaving. Teneinde sociale fraude, als oorzaak van minder ontvangsten en meer uitgaven, te bestrijden, staat ook de overheid - nl. de dienst voor geneeskundige evaluatie en controle bij het rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering - in voor de controle van ‘disfunctioneringen in de uitoefening van de geneeskunde’. In dit onderzoek staat derhalve de medische beroepsuitoefening door artsen vanuit het perspectief van de tuchtrechtelijke en de sociaalrechtelijke handhaving centraal. De probleemstelling betreft de vraag naar de juridische behoorlijkheid van de handhaving inzake medisch handelen, meer bepaald: ‘Geven de instanties, betrokken op de tucht- en sociaalrechtelijke handhaving in het domein van de medische beroepsuitoefening, op adequate wijze vorm en inhoud aan behoorlijke handhaving?’. Als uitgangspunt wordt aangenomen dat handhaving in nauwe samenhang moet worden gezien met de algemene beginselen en principes die ten grondslag liggen van de rechtsstaat en met de kwaliteitsvereisten van normgeving. Deze criteria geven in combinatie de juridische contouren aan waarbinnen handhaving behoort te geschieden. Behoorlijke handhaving impliceert een zodanig niveau dat de principes van legaliteit, rechtsgelijkheid, rechtszekerheid, evenredigheid, behoorlijke rechtsbedeling, handhaafbaarheid, transparantie, consistentie en pertinentie worden gewaarborgd. Deze harde kern van criteria wordt de beginselen van behoorlijke handhaving genaamd. Daarnaast geldt dat handhaving een keten van activiteiten impliceert die aantoonbaar en in onderlinge samenhang met elkaar worden uitgevoerd en zijn ingebed in de organisatie van een of meerdere handhavingsinstanties, teneinde naleving van de geldende normgeving te realiseren. Behoorlijke handhaving impliceert dat handhaving de voorkoming én bestrijding van oneigenlijk gebruik en inbreuken voorstaat.Een evaluatie van de huidige tuchtrechtelijke handhaving leert dat deze op nogal wat punten tekortschiet. Sommige beginselen van behoorlijke handhaving worden op vandaag in zekere mate ingevuld, andere zijn veeleer problematisch. Het is aanbevolen dat de orde evolueert naar een ruimere handhavingskijk met meer aandacht voor de preventieve/proactieve handhavingsaspecten, in het bijzonder de uitbouw van een controle-apparaat. Tevens dient werk te worden gemaakt van een bredere invulling van de behoorlijkheidseisen en van de verdere vervaging van de grenzen aan de rechtswaarborgen van de arts als beklaagde in het tuchtproces. De vergroting van de transparantie door meer communicatie, de versteviging van de positie van de klager door middel van een beroepsmogelijkheid en informatie over het verloop van het tuchtproces (weliswaar met respect voor de privacy en rechten van de beklaagde/gesanctioneerde arts), de harmonisering van het tuchtrechtelijk handhavingsbeleid en meer concreet de uniformisering van de tuchtrechtspraak, de afstemming op de gelaagdheid van de gezondheidszorgberoepen en een meer eigentijds medisch tuchtrecht maken de uitdagingen uit voor de toekomst. In de aanpak van een aantal van de vermelde pijnpunten is een rol weggelegd voor de wetgever. Hieruit volgt dat een eerder negatief antwoord dient te worden geformuleerd op de centrale vraagstelling. De huidige sociaalrechtelijke handhaving in het domein van de medische beroepsuitoefening kan, mits een consequente toepassing en blijvende evolutie, juridisch behoorlijk worden genoemd. Ongetwijfeld kan het op een aantal punten nog beter, maar het is allicht niet overdreven te stellen dat de geleverde inspanningen op handhavingsvlak redelijk voorbeeldig te noemen zijn. De DGEC beschikt in de huidige werking over een breed gamma aan (preventieve en repressieve) handhavingsinstrumenten. De zogenaamde ICE-strategie (informatie, communicatie & evaluatie) getuigt van een proactieve handhavingsvisie. Veel wijzigingen hoeven in het bestaande instrumentarium aldus niet te worden aangebracht. Een mogelijk aandachtspunt betreft de rol en de ratio legis van de LA en de KEA. De bevoegdheidsverdeling tussen deze actoren roept vragen op naar de noodzaak en de doelmatigheid ervan. De vraag rijst of het niet pragmatischer en opportuner zou zijn het contentieux te concentreren bij de LA en tegen diens beslissingen een beroepsmogelijkheid te voorzien bij een jurisdictioneel orgaan dat de rechten van verdediging ten volle waarborgt. Daarnaast kan ook de relevantie van de complexe en arbeidsintensieve procedure inzake overconsumptie in vraag worden gesteld. Een bijzondere moeilijkheid ligt in de vermenging van handhavingsbevoegdheden in hoofde van de geneesheren-inspecteurs. Zij oefenen zowel controle- als opsporingsbevoegdheden uit die kunnen uitmonden in een strafvervolging. De afbakening in de taken is niet altijd even gemakkelijk, maar noodzakelijk vanuit rechtsbeschermingsoogpunt. Een en ander maakt dat de optimalisatie van de sociaalrechtelijke handhaving actie van de wetgever vereist.Een globaal antwoord op de centrale onderzoeksvraag luidt aldus positief. Afsluitend wordt nog een aantal algemene aanbevelingen gedaan met betrekking tot de normgeving, de praktijken en actoren, en worden suggesties voor toekomstig onderzoek geformuleerd

Keywords


Dissertation
Bring Your Own Device en het arbeidsrecht
Authors: --- --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

In deze masterproef wordt het bedrijfsconcept ‘Bring Your Own Device!’ in het licht van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 onderzocht. De idee dat werknemers eigen mobiele toestellen inzetten voor professionele doeleinden is op het eerste zicht letterlijk in strijd met het Belgische arbeidsrecht, dat bepaalt dat de werkgever verplicht is om de werknemer de hulpmiddelen ter beschikking te stellen die nodig zijn voor de uitvoering van zijn functie. Desalniettemin zullen we vaststellen dat beide partijen kunnen afwijken van deze werkgeversverplichting. De huidige maatschappelijke trends in arbeidsrelaties en –voorwaarden vereisen echter een meer aangepaste wetgeving die deze relaties kan beschrijven, maar ook een wettelijk kader biedt in geval van betwistingen en probleemscenario’s, in dit geval bij beschadiging, verlies of diefstal van het mobiele toestel. De veiligheid van bedrijfsgegevens vormt daarbij een belangrijke voorwaarde om de relatie tussen de werkgever en de werknemer in goede en efficiënte regelgeving te gieten. Om dit te bekomen wordt er uitvoerig aandacht besteed aan het zoeken naar reeds bestaande wetgeving omtrent maatschappelijke arbeidsontwikkelingen die als inspiratie kan dienen voor het BYOD-concept. De cao nr. 85 van 9 november 2005 betreffende het telewerk kan hierbij als voorbeeld gelden voor werkgevers en werknemers om tot een arbeidsovereenkomst te komen waarin beide partijen op afdoende manier rekening houden met hun eigen behoeften en die van het bedrijf, en deze vastleggen in een individuele overeenkomst. Gezien het mobiele karakter van BYOD en de daarmee gepaard gaande risico’s is het wenselijk een wettelijk kader te onderzoeken dat de verplichtingen van de werkgever en de werknemer definieert, zodoende een vlot verloop van de arbeidsovereenkomst te garanderen.

Keywords

Listing 1 - 3 of 3
Sort by