Listing 1 - 10 of 1768 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Geografie --- Fysische geografie --- Algemeen.
Choose an application
Geografie --- Fysische geografie --- Algemeen.
Choose an application
Geografie --- Fysische geografie --- Afrika.
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Geografie --- Fysische geografie --- Zonnestelsel --- Astronomie.
Choose an application
This book describes the discovery of the stratosphere itself and of various unexpected phenomena in the stratosphere: e.g., a manned balloon flight in 1901 as high as 11 km; an expedition to Lake Victoria in Africa in 1908 which found inexplicable west winds in the stratosphere above the equator; and the discovery of the ozone layer in the 1930s, the Berlin Phenomenon in 1952, the Quasi-Biennial Oscillation in 1960, the influence of volcanic eruptions in 1970, the ozone hole in 1984, and the influence of the 11-year solar cycle in 1987. The book also describes how these phenomena are connected with each other and how they create variability in the climate system, in addition to man-made changes, such as the decrease in ozone. We use the stratosphere as one example of Nature's complexity and of how often discoveries are ignored because they do not fit prevalent concepts.
Geografie --- Stratosphere. --- Fysische geografie --- Atmosfeer.
Choose an application
Weathering. --- Landforms. --- Landforms --- Fysische geografie verwering bodemvorming --- Geografie --- Weathering --- Fysische geografie --- Verwering en Bodemvorming. --- Fysische geografie verwering bodemvorming.
Choose an application
Voor het voorspellen van bodemverliezen als gevolg van geul- en ravijnerosie is kennis van de ruimtelijke en temporele variabiliteit in de erosieweerstand van bodemtoplagen tijdens geconcentreerde afvoer (BEW) onontbeerlijk. Bodemerosiegevoeligheid tijdens geconcentreerde afvoer is veel minder bestudeerd dan geul- en intergeulerosiegevoeligheid. Nochtans levert erosie door geconcentreerde afvoer de belangrijkste bijdrage tot het totale sedimentbudget in de Europese loessgordel. Dit proefschrift beoogt de dynamiek in BEW voor loessbodems te verklaren om zo tot gerichte erosiebestrijdingsmaatregelen voor geconcentreerde afvoer te komen. Om de BEW te bepalen werden regelmatig ongestoorde bodemmonsters genomen onder akkerland in de Belgische leemstreek en onderworpen aan gesimuleerde geconcentreerde afvoer in een stroomgoot. Door gelijktijdig met staalname bodem- en omgevingsfactoren te meten, kon de waargenomen dynamiek in BEW verklaard worden. De sleepdruk van het afvoerwater en bodemkenmerken (initieel vochtgehalte, volumegewicht, worteldichtheid, schuifweerstand, droge massa gewasresten en bedekkingsgraad met microbiële korsten) verklaren samen 78% van de geobserveerde variatie in bodemlosmaaksnelheden. Terreinkartering van geulen en ravijnen in de Belgische leemstreek toonde bovendien aan dat op basis van de geschatte bodemerosieweerstand en stromingsintensiteit 74% van de opgemeten uitgeschuurde dwarssecties correct voorspeld kan worden. Verder werd een procedure voor het voorspellen van de bodemlosmaaksnelheid in aanwezigheid van gewasresten of vegetatie experimenteel gevalideerd. Deze procedure liet toe de erosiereductie te verklaren wanneer gereduceerde bodembewerking wordt toegepast in plaats van conventioneel ploegen. Slechts een fractie van het verschil in bodemerosie voor beide bewerkingstechnieken is te wijten aan gewasresten op het bodemoppervlak die de erosiviteit van het afvoerwater verminderen. De verbeterde bodemstructuur onder gereduceerde bodembewerking zorgt voor de grootste reductie in bodemverliezen, waardoor het effect op lange termijn nog zal toenemen. Tenslotte konden bestrijdingsmaatregelen voor geul- en ravijnerosie, gebaseerd op het verhogen van de erosieweerstand van de bodemtoplaag, voorgesteld en geëvalueerd worden. Het toepassen van gereduceerde bodembewerking in plaats van conventioneel ploegen is net zoals de aanleg van een grasgang erg effectief. Daarnaast bleken ook kleine ingrepen zoals het behoud of de stimulatie van microbiële korsten en het compacteren of dubbel inzaaien van de thalweg voor een belangrijke daling in bodemverliezen te zorgen. Knowledge of the spatial and temporal variability in soil erosion resistance during concentrated runoff (SER) is indispensable for accurate predictions of soil losses due to rill and gully erosion. Information on soil erodibility during concentrated flow is scarce compared with the well-studied rill and interrill erodibility. Nevertheless, soil erosion during concentrated flow is responsible for the main part of the total sediment budget in the European loess belt. This dissertation aims at explaining the dynamics of SER to allow the development of effective soil erosion control practices. To determine SER, undisturbed topsoil samples were taken regularly on cropland in the Belgian loess belt and subjected to simulated concentrated runoff in a laboratory flume. Measuring soil and environmental characteristics contemporary with sampling allowed to explain the observed dynamics in SER. Together, flow shear stress and soil characteristics (initial soil moisture content, bulk density, root density, soil shear strength, crop residue amount and microbiotic crust cover) explain 78% of the observed variability in soil detachment rates. Field mapping of rills and gullies in the Belgian loess belt demonstrated that 74% of the variations in measured channel cross-sectional areas can be predicted based on the estimated SER and flow intensity. In addition, a procedure to predict soil detachment rates in the presence of crop residues or vegetation was experimentally validated. This procedure allowed explaining the erosion reduction when reduced tillage is applied instead of conventional ploughing. Only a small part of the difference in soil erosion for both tillage practices can be explained by the crop residues at the soil surface that slow down runoff. The improved soil structure under reduced tillage is responsible for the main part of the reduction in soil losses, implying that the effect will even increase on the long-term. Finally, soil erosion control practices for rill and gully erosion, based on enhancing SER, were proposed and evaluated. Application of reduced tillage and the establishment of grassed waterways are very effective. Besides, small control practices such as the stimulation or preservation of microbiotic crusts and double drilling or compaction of the thalweg can cause a considerable decrease in soil losses. Bodemerosie door water vormt wereldwijd een bedreiging voor duurzame landbouw. Het merendeel van het verlies aan vruchtbaar toplaagmateriaal wordt veroorzaakt door afvoerwater dat geconcentreerd afstroomt en geultjes en ravijnen in het landschap creëert. Deze erosiekanalen nemen nochtans slechts een beperkte oppervlakte in. Gerichte erosiebestrijdingsmaatregelen kunnen de bodemverliezen dan ook drastisch verminderen indien het voorkomen van erosiekanalen voorspeld kan worden. Kennis van de ruimtelijke en temporele dynamiek in bodemerosieweerstand tijdens geconcentreerde afvoer is daarom onontbeerlijk maar schaars voor de erosiegevoelige Europese loessgordel. Het bepalen en verklaren van deze dynamiek vormde de hoofddoelstelling van dit proefschrift. Om de bodemerosieweerstand te bepalen werden regelmatig ongestoorde bodemmonsters genomen onder akkerland in de Belgische leemstreek en onderworpen aan gesimuleerde geconcentreerde afvoer in een stroomgoot. Door gelijktijdig met staalname bodem- en omgevingsfactoren te meten, kon de waargenomen dynamiek in bodemerosieweerstand verklaard worden. Bodemvochtgehalte, volumegewicht, worteldichtheid, schuifweerstand, droge massa gewasresten en bedekkingsgraad met microbiële korsten verklaren 78% van de variatie. Terreinkartering van geulen en ravijnen in de Belgische leemstreek toonde bovendien aan dat op basis van de geschatte bodemerosieweerstand en stromingsintensiteit 74% van de opgemeten uitgeschuurde dwarssecties correct voorspeld kan worden. Verder werd een procedure voor het voorspellen van de bodemlosmaaksnelheid in aanwezigheid van gewasresten of vegetatie experimenteel gevalideerd. Tenslotte konden bestrijdingsmaatregelen voor geul- en ravijnerosie, gebaseerd op het verhogen van de erosieweerstand van de bodemtoplaag, voorgesteld en geëvalueerd worden. Het toepassen van gereduceerde bodembewerking is net zoals de aanleg van een grasgang erg effectief. Daarnaast bleken ook kleine ingrepen zoals het behoud of de stimulatie van microbiële korsten, het compacteren of dubbel inzaaien van de thalweg reeds voor een belangrijke daling in bodemverliezen te zorgen.
Academic collection --- 911.2 --- Fysische geografie --- Theses
Listing 1 - 10 of 1768 | << page >> |
Sort by
|