Narrow your search

Library

KU Leuven (22)


Resource type

dissertation (22)


Language

Dutch (22)


Year
From To Submit

2024 (2)

2023 (1)

2022 (1)

2021 (1)

2019 (2)

More...
Listing 1 - 10 of 22 << page
of 3
>>
Sort by

Dissertation
De associatie tussen vitamine D serumconcentraties en atypische nevi bij patiënten met cutaan maligne melanoom
Authors: --- ---
Year: 2018 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

/

Keywords


Dissertation
Pityriasis lichenoides varioliformis et acuta: van diagnose tot follow-up.
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Pityriasis lichenoides (PL) is een spectrum van verworven papulosquameuze dermatosen, waarvan pityriasis lichenoides varioliformis et acuta (PLEVA) en pityriasis lichenoides chronica (PLC) de twee uitersten vertegenwoordigen. De dermatose wordt vaak als een inflammatoire reactie beschouwd, echter de juiste etiologie werd nog steeds niet achterhaald. PL wordt daarentegen ook soms in de literatuur beschreven als zijnde een lymfoproliferatieve aandoening en maakt, omwille van klinische en histologische correlaties met lymfomatoide papulose en papulaire mycosis fungoides, deel uit van het spectrum van cutane lymfoproliferatieve dermatosen – cutane lymfomen. Het aantreffen van T-celklonen in huidbiopsies bij patiënten met PL en de zeldzaam beschreven associaties met cutane T-cellymfomen (CTCL), wijst dan ook in deze richting. Een accurate diagnose en classificatie van deze dermatose is noodzakelijk om een goede behandeling en prognose te kunnen waarborgen. Algemeen neemt men aan dat PL een benigne verloop kent, echter een goede opvolging van deze patiënten op lange termijn is noodzakelijk om een eventuele transformatie naar een maligne T-celproliferatie te kunnen onderzoeken, en vroegtijdig te kunnen behandelen (1-5).

Keywords


Dissertation
Selectieve orale Hedgehog-inhibitoren voor de behandeling van basocellulaire carcinomata bij patiënten met het Basaal Cel Naevus Syn droom: een gevallenreeksbespreking met literatuuroverzicht.
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het Basaal Cel Nevus Syndroom (BCNS) is een zeldzaam syndroom met als genetische basis een mutatie in het PTCH1-gen. De meest problematische klinische manifestatie is het ontwikkelen van multipele basocellulaire carcinomata (BCC) vanaf jonge leeftijd. De conventionele behandelingen voor BCC zijn vaak ontoereikend bij deze patiënten. Herhaaldelijke chirurgie kan resulteren in mutilerende afwijkingen, radiotherapie is gecontra-indiceerd omwille van een verhoogde radiosensitiviteit van de huid en veldgerichte therapie (topisch 5-fluorouracil, topisch imiquimod, en fotodynamische therapie) wordt beperkt tot de oppervlakkige vormen van BCC. Nieuwe orale selectieve inhibitoren van de Hedgehog-pathway vormen een veelbelovende behandeling voor BCC bij patiënten met het BCNS. Vismodegib is de eerste orale Hedgehog-inhibitor die goedgekeurd werd door the US Food and Drug Administration in 2012. Er vormen zich echter enkele problemen bij de behandeling met Vismodegib: de ontwikkeling van therapieresistentie, het optreden van recidief na therapiestop en intolerantie aan de behandeling. De meest frequente nevenwerkingen zijn vermagering, anorexie, smaakverlies, nausea, diarree, spierkrampen en haaruitval. Nieuwe generaties Hedgehog-inhibitoren worden volop onderzocht met als doel potentiële resistentiemechanismen aan Vismodegib in de toekomst te kunnen omzeilen.

Keywords


Dissertation
Merkelcelcarcinoom
Authors: --- ---
Year: 2023 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Het Merkelcelcarcinoom (MCC) is een zeldzame agressieve huidtumor met hoge mortaliteit. De laatste jaren wordt er een toename geobserveerd van de incidentie door betere identificatie en toename van de risicofactoren. Vroegtijdige detectie en behandeling zijn dan ook aangewezen. Het Merkelcelcarcinoom kan ontstaan via (ultraviolet) UV-gemedieerde mutaties, alsook door het Merkelcelpolyomavirus (MCV of MCPyV). Verder onderzoek hieromtrent heeft duidelijkheid kunnen brengen in de onderliggende immuunescapemechanismen en in nieuwe behandelingsmodaliteiten. Publicatie van de nieuwe TNM-classificatie (maligne tumoren geclassificeerd volgens tumorgrootte, getroffen lymfenodi en metastase) in de door het American Joint Committee on Cancer (AJCC) uitgebrachte Cancer Staging Manual (achtste editie) (1) heeft mede geleid tot aanpassing in stadiëring. Hierdoor vindt er een nauwkeurigere oppuntstelling plaats door middel van sentinelklierprocedure en beeldvorming. Door het opsporen van micrometastasen is er een betere keuze van behandeling en verbetering van de prognose.

Keywords


Dissertation
Genotrichosen: Een haarfijn overzicht van de voornaamste monogenetische oorzaken van congenitale alopecie en hun klinische presentatie
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

DOEL: Deze paper heeft tot doel een om een differentieel diagnostisch overzicht op te stellen van de genotrichosen die gepaard gaan met haarverlies. METHODE: Literatuurstudie naar de klinische presentatie van genotrichosen. RESULTATEN: Genotrichosen die gepaard gaan met een abnormaal geringe beharing kunnen zich presenteren onder de vorm van atrichie of hypotrichie. Sommige congenitale haaraandoeningen worden gekenmerkt door een abnormale haarschacht. De haaranomalieën kunnen geïsoleerd voorkomen of deel uitmaken van een syndroom. CONCLUSIE: Een goede anamnese, klinisch onderzoek en trichoscopie, aangevuld met gerichte genetische tests, zijn belangrijke elementen in het diagnostisch proces van genotrichosen. Het beschreven differentieel diagnostisch overzicht biedt hierbij een houvast.

Keywords


Dissertation
Juveniele dermatomyositis
Authors: --- ---
Year: 2016 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Juveniele dermatomyositis (JDM) is een zeldzame, vaak chronische auto-immuunziekte waarvan de oorzaak nog niet volledig duidelijk is. Naast genetische en omgevingsfactoren speelt materneel microchimerisme een mogelijke rol. Ook de pathogenese is complex en nog niet volledig opgeklaard. Men veronderstelt dat het gaat om een auto-immune complementgemedieerde kleinevatenvasculitis, waarbij zowel de verworven als de aangeboren immuniteit betrokken zijn. Klinisch wordt de aandoening gekenmerkt door een symmetrische proximale spierzwakte en typische huidmanifestaties, waarvan de gottronpapels, het periorbitaal heliotroop erytheem, en de periunguale teleangiëctasieën het vaakst voorkomen. Ook calcinosis en lipodystrofie kunnen voorkomen en zijn geassocieerd met een ernstiger ziekteverloop. Aantasting van andere orgaansystemen is mogelijk, maar meestal subklinisch. De diagnostiek van JDM is sinds 1975 gebaseerd op de criteria samengesteld door Bohan en Peter (huidsymptomen, proximale spierzwakte, spierenzymen, spierbiopsie, elektromyogram (emg)). Er is nood aan nieuwe diagnostische criteria waarin tevens onderzoeken zoals MRI en capillaroscopie zijn opgenomen. De basis van de behandeling bestaat nog steeds uit systemische corticosteroïden, in combinatie met een corticoïdsparend immuunsuppressivum zoals methotrexaat. Het snel starten van een doeltreffende behandeling heeft een belangrijke prognostische impact. Ondanks alles ontwikkelt een derde van de patiënten calcinosis en lijdt meer dan een derde aan een chronisch actieve ziekte, voornamelijk met huidsymptomen.

Keywords


Dissertation
Aanpak en behandelingsopties voor congenitale melanocytaire naevi
Authors: --- ---
Year: 2024 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Congenitale melanocytaire naevi (CMN) zijn goedaardige collecties naevuscellen die in de huid aanwezig zijn bij de geboorte of verschijnen in de eerste levensweken. Afhankelijk van de grootte komen ze voor bij 1 op 100 tot 1 op 500.000 pasgeborenen. Naast een aantal goedaardige bevindingen, zoals benigne proliferaties, karakteristieke faciale kenmerken en subtiele endocriene disfuncties, zijn CMN ook geassocieerd met het ontstaan van maligne melanomen en neurologische complicaties. Het risico op die complicaties is sterk afhankelijk van het klinische fenotype. Een MRI van de hersenen en het ruggenmerg heeft een belangrijke waarde bij het inschatten van het risico op de complicaties. Bij een afwijkende MRI kan men de jonge patiënten grondig opvolgen en tijdig ingrijpen. Er bestaan meerdere behandelingsopties voor CMN. De laatste jaren is er een shift naar een conservatieve behandeling. Over het resultaat op lange termijn na de behandeling van CMN is slechts weinig bekend. Dit artikel probeert op basis van de huidige literatuur een aanbeveling op te stellen voor de behandeling en opvolging van patiënten met 1 of meerdere CMN.

Keywords


Dissertation
Ectopische extramammaire ziekte van Paget ter hoogte van de nek
Authors: --- ---
Year: 2024 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Ectopische extramammaire ziekte van Paget (EMPD) is een zeer zeldzame variant van EMPD die klinisch en histologisch identiek is aan EMPD, maar voorkomt in regio’s arm aan apocriene klieren. Er zijn wereldwijd slechts 46 casussen beschreven. Dit artikel rapporteert een casus van een 46-jarige blanke man met ectopische EMPD ter hoogte van de nek. De man had een asymptomatische erythematosquameuze plaque. Vanwege de aspecifieke kliniek en het asymptomatische karakter wordt de diagnose vaak laattijdig gesteld, wat ook het geval was bij deze patiënt. De diagnose wordt gesteld op basis van histologisch onderzoek in combinatie met immunohistochemie. Hoewel de associatie met maligniteit niet duidelijk is, is het, net zoals bij EMPD, aangewezen om via aanvullende screeningsonderzoeken onderliggende maligniteit uit te sluiten. Een chirurgische excisie is de gouden standaard.

Keywords


Dissertation
Metastaserende en niet-metastaserende dikke cutane melanomen: Klinisch-pathologische predictoren

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Background/Purpose: Cutaneous melanoma with a Breslow thickness greater than 2 mm (= “thick”) is in favour of developing metastases. However, some patients never develop metastases after a follow-up period of five years. Therefore, we try to find an association between clinical and histopathological predictors between thick metastasizing cutaneous melanomas and thick non-metastasizing cutaneous melanomas in order to better stratify the outcome and prognosis of patients with thick melanoma. Materials and methods: Patients (n = 215) with thick cutaneous melanoma are included in a retrospective study at the department dermatology at University Hospital Leuven. A univariate Chi-square analysis and a multivariate logistic regression are used to evaluate the prognostic impact of the clinical and pathological predictors in thick metastasizing and thick non-metastasizing cutaneous melanomas. Results: The univariate Chi-square analysis demonstrated no significant association between developing metastasis within five years and the clinicopathological prognostic variables. After adjusting for the prognostic variables described in literature, there was no significant association found in the multivariate logistic regression between developing metastasis within five years and the clinicopathological prognostic factors. Discussion: This present study is the first that investigated a potential association in clinicopathological predictors between thick metastasizing cutaneous melanomas and thick non-metastasizing cutaneous melanomas. Unfortunately, no statistically significant association was found. However, this gives further research in this domain a chance to widen the knowledge gap that still exists today.

Keywords


Dissertation
Allergische contactdermatitis door cetomacrogolcrèmes

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Allergische contactdermatitis door farmaceutische topica, meestal aangebracht op een beschadigde huidbarrière, komt frequent voor. Dit artikel omvat een retrospectieve analyse van patiënten die contactallergologisch onderzocht werden in een tertiair referentiecentrum gedurende de periode 2004-2017. De demografische gegevens en de patchtestresultaten van de patiënten met iatrogene allergische contactdermatitis door het gebruik van cetomacrogolcrèmes werden voor deze studie weerhouden. Dit betroffen meestal patiënten met chronische huidproblemen met een gemiddelde leeftijd van 58 jaar, voornamelijk vrouwen. Dermatitis ten gevolge van een droge huid (asteatotische dermatitis) en beenulcera/variceus eczeem waren de meest voorkomende indicaties waarbij sensibilisatie geïnduceerd werd. Positieve patchtestreacties werden vaker bekomen met de gebufferde dan met de niet-gebufferde cetomacrogolcrèmes (als zodanig getest), maar de individuele inhoudsstoffen bleven meestal negatief. Als er toch een oorzakelijk allergeen werd gevonden, betrof dit cetylstearylalcohol (een emulgator en stabilisator in tal van farmaceutische en cosmetische producten) of sorbinezuur/kaliumsorbaat (bewaarmiddelen). De redenen voor deze discrepanties zijn onduidelijk.

Keywords

Listing 1 - 10 of 22 << page
of 3
>>
Sort by