Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Als eerste wil dit eindwerk een antwoord zijn op wat duurzaam toerisme nu eigenlijk is. Tijdens mijn uitdiepingsstage op het infopunt duurzaam toerisme heb ik dit concreter kunnen ondervinden. Een omschrijving blijft niet altijd eenvoudig maar zeker staat dat duurzaam toerisme streeft naar een harmonie tussen drie pijlers; de economische impact, de ecologische impact en de sociaal-culturele impact van het toerisme. Vanuit het voorbeeld van Mallorca worden eigenlijk de verschillende aspecten onderzocht. Vooreerst wordt het probleem van de Balearisatie op Mallorca geschetst. Vervolgens heb ik de respectievelijk economische-, ecologische- en sociaal-culturele impact van het toerisme besproken aan de hand van Mallorca. Verder werden zij dan nog eens algemeen toegelicht. Het hoofdstuk 'Op weg naar een duurzaam toerisme' onderzoekt verder wat de algemene trend binnen de toeristische sector is en welke verbeteringen er al zijn op Mallorca. Uiteindelijk wordt er ook nog kort toegelicht welke rol de EU hierin speelt. De didactische vertaling van dit eindwerk bestaat uit werkbladen. Ik wil hiermee een voorbeeld aanreiken aan leerkrachten die het thema in hun lessen behandelen. Voor het opstellen van de werkbladen heb ik gezocht achter verschillende werkvormen waarbij de creativiteit van de leerlingen wordt gestimuleerd. (Bron: auteur)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

De tweetalige nik-nakboekjes slaan een brug tussen de moedertaal en een vreemde taal, voor kinderen zowel als voor ouders. Spelenderwijs en zonder enige druk raken beiden vertrouwd met woorden en zinsbouw. De boekjes zijn bedoeld voor iedereen die - om welke reden ook - kinderen wil helpen vertrouwd te raken met een andere taal. Ze zijn tevens een hulp voor ouders van kinderen die opgroeien in een taalgebied waarvan zij de taal (nog) niet beheersen. Dit boekje gaat over een olifant die zomaar het zwembad komt binnengewandeld. Dat wordt een leuke zwemles... Het boekje is verkrijgbaar in verschillende taalcombinaties.

Literature --- Dutch literature

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Soms maken jullie ruzie, dan ben je weer de beste vrienden. Je broer of zus lijkt op jou, of net niet. Maar één ding is zeker: jullie kunnen niet zonder elkaar. (bron: achterflap) Parfois, vous vous disputez, puis vous redevenez les meilleurs amis. Ton frères ou ta soeur te ressemble. Ou pas du tout. Mais une chose est certaine: vous ne pouvez pas vous passer l'un de l'autre. (bron: achterflap)

478.1 --- Dutch literature --- French literature (outside France) --- Arabic literature --- Meertalige prentenboeken --- Multiculturele samenleving --- NT2 --- Frans --- Broers en zussen

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Choose an application

• Reference Manager
• EndNote
• RefWorks (Direct export to RefWorks)

Steeds meer kinderen hebben te kampen met overgewicht. Onderzoek heeft reeds uitgewezendat voedselmarketingcommunicatie gericht op kinderen hier deels verantwoordelijk voor is, ondanks de vele inspanningen om reclameacties naar deze jonge en kwetsbare doelgroep te. Vaak worden endorsers ingeschakeld bij deze promotionele inspanningen en maken reclamemakers in de voedingsindustrie gebruik van eenvoudige visuele voorstellingen om een product gericht op kinderen gezonder voor te stellen dan het is. Eerder onderzoek heeft al aangetoond dat kinderen gradueel met hun leeftijd wijzer worden in het begrijpen van (televisie)reclame, haar boodschappen en persuasieve intenties. Het huidige onderzoek ging na hoe zit het met de andere overtuigingselementen zoals het plaatsen van een endorser, het merklogo en voedings- en gezondheidclaims op een voedselverpakking gericht op kinderen door de voedingsindustrie. Bekend is reeds dat deze marketingcommunicatietechnieken persuasieve effecten hebben. Dit exploratieve onderzoek deed een eerste gooi gedaan naar het in kaart brengen van de werkelijke marketingwijsheid van Vlaamse kinderen tussen 9 en 11 jaar omtrent deze vormen van voedselmarketingcommunicatie. Ten eerste bestond het onderzoek hoofdzakelijk uit een kwalitatieve studie in de vorm van individuele interviews. Op een semigestructureerde wijze trachtte het kwalitatieve onderzoek zicht te krijgen op de mate waarin kinderen beschikken over de kennis en het begrip omtrent het plaatsen van een endorser, het merklogo en voedsel- en gezondheidsclaims door een voedselproducent. Ten tweede vond naast de kwalitatieve studie ook een bijkomende, kwantitatieve studie plaats. Aan de hand van een vragenlijst met in totaal 10 vragen werd de attitude van kinderen ten opzichte van televisiereclame en verpakkingen van kinderkoeken. Hiermee hoopte het onderzoek een antwoord te vinden op de vraag of kinderen met een hogere of lagere marketingwijsheid (wat moet blijken uit de kwalitatieve st