Listing 1 - 10 of 13 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
In deze reader, nummer 32 van de reeks ‘Praxis Bewegingsopvoeding’, wordt Play Practice als instructiemodel onder de aandacht gebracht voor Lichamelijke Opvoeding (LO). Play Practice benadrukt de integratie van spel en gerichte oefening om uitdagende leersituaties te creëren voor alle leerlingen. Via de didactische principes van shaping, focussing en enhancing wordt een leeromgeving aangeboden die maximale kansen biedt om zowel bewegings- als persoonsdoelen te realiseren.Play Practice biedt leraren LO een didactisch handelingskader voor zowel individuele als interactieve bewegingsgebieden met het oog op de vorming van competente, ‘wijze’ bewegers. In deze reader wordt Play Practice toegepast en vertaald naar praktisch uitgewerkte periode- en lesplannen binnen diverse bewegingsgebieden voor het secundair onderwijs.
Bewegingsopvoeding ; didactiek. --- Didactics of sports and games --- bewegingsopvoeding --- lichamelijke opvoeding --- bewegingsspelen --- # BIBC : Academic collection --- 456.78 --- EHBO --- Rope skipping --- Voetbal --- Badminton --- Volleybal --- Parkour --- onderwijs --- sport --- Play Practice --- Lichamelijke Opvoeding --- 372.879.6 --- 372.879.6 Lichamelijke opvoeding. Didactiek van de lichamelijke opvoeding --(niet-universitair onderwijs) --- Lichamelijke opvoeding. Didactiek van de lichamelijke opvoeding --(niet-universitair onderwijs) --- Lichamelijke opvoeding --- Physical education and training --- Study and teaching --- Play behavior in children --- PXL-Education 2016 --- didactiek van sport en spel --- lichaamsbeweging --- Sport --- Spelend leren --- Spelen --- Interactie --- Bewegingsopvoeding --- Spel --- Technologie --- Voeding --- Maatschappij --- Drank --- Gezondheid
Choose an application
Iserbyt, P. Terug naar de essentie: Specifieke vakkennis als basis voor het leren in Lichamelijke Opvoeding Iserbyt, P. Specifieke vakkennis bij fitness in de gymzaal: naar een eigen oefenprogramma Coolkens, R. Specifieke vakkennis in bootcamp: naar een eigen oefenprogramma Leysen, H. Dewil, K., Deman, D., Van Cant, J. Specifieke vakkennis in gymnastiek: radslag Iserbyt, P. Bollen, E., Cuyckens, K., Dejonckheere, S., Van den Broeck, S. Specifieke vakkennis in ritmiek: opbouw naar een complexe danscombinatie Vanden Eynden, M. Delvaux, D., Sommer, P. Specifieke vakkennis in atletiek: meerkamp als teamsport
Bewegingsopvoeding ; didactiek. --- Didactics of sports and games --- lichamelijke opvoeding --- dansen --- gymnastiek --- atletiek --- danseducatie --- danstechniek --- 486.88 --- Leerlijnen --- Secundair onderwijs --- Leren --- Fitness --- Gymnastiek --- Radslag --- Ritmiek --- Dansen --- Atletiek --- Meerkamp --- 371.3:796 --- Bewegingsopvoeding ; didactiek --- 456.78 --- Lichamelijke opvoeding --- 371.3:796 Didactics of physical education --- Didactics of physical education --- Physical education and training --- Study and teaching --- Bewegingsopvoeding --- Didactiek --- Conditietraining --- Bootcamp --- Dans --- Meerkampen --- Teamsport --- Vakkennis --- Ploegsport
Choose an application
Iserbyt, P. & Coolkens, R. Vakdidactische kennis in Lichamelijke Opvoeding Iserbyt, P. Vanluyten, K., Martens, J. Vakdidactische kennis in Rugslag Leysen, H. & Dehandschutter, T. Vakdidactische kennis in Basketbal Leysen, H. Loockx, J., Michielsen, T., Roels, W. Vakdidactische kennis in Flag Football Pardaens, D. Lenchant, S., Peeters, D. Vakdidactische kennis in Hordelopen Wyckmans, P. & Bloemen, T. Vakdidactische kennis in Oriëntatielopen
Lichamelijke opvoeding ; didactiek. --- Didactics of sports and games --- lichamelijke opvoeding --- 486.88 --- Didactiek --- Rugslag --- Zwemmen --- Basketbal --- Voetbal --- Atletiek --- Hordenlopen --- Oriëntatielopen --- Lichamelijke opvoeding --- 371.3:796 --- 456.78 --- 371.3:796 Didactics of physical education --- Didactics of physical education --- Physical education and training --- Handbooks, manuals, etc. --- Study and teaching --- Bewegingsopvoeding ; didactiek --- Bewegingsopvoeding --- Football --- Hordelopen --- Flag football --- Oriëntatieloop
Choose an application
Fysieke fitheid wordt geassocieerd met vele voordelen op het vlak van gezondheid. Door op jonge leeftijd het beweeggedrag te stimuleren, hoopt men dat jongeren dit gedrag blijven vertonen met zowel op korte als lange termijn gezondheidsvoordelen tot gevolg. Met deze masterproef zijn we vooral gericht op de fysieke inactiviteit bij kinderen omdat men in deze leeftijdsgroep in theorie op lange termijn nog meer voordelen zou kunnen bekomen. Via de les lichamelijke opvoeding (LO) kunnen alle schoolgaande kinderen bereikt worden wat een ideale omgeving vormt om de fysieke activiteitsgraad van deze kinderen te verhogen. Met deze masterproef wordt gekeken naar de mogelijke associatie tussen geslacht en de deelname aan de middagsport. Daarnaast wordt gekeken of deze jongeren tijdens een georganiseerde middagsport een hoger aandeel matige tot intensieve activiteit zullen vertonen vergeleken met de speeltijd. Eveneens wordt de invloed van geslacht op de fysieke activiteit tijdens de speeltijd en de middagsport onderzocht. De studie werd uitgevoerd in twee Vlaamse scholen bij 74 leerlingen van de eerste graad van het secundair onderwijs (12 – 14 jaar). Door middel van een nieuw ontworpen lessenpakket ‘Fitworld’ op basis van het sporteducatiemodel, werden 12 lessen LO onderwezen en negen sessies middagsport aangeboden. Het beweeggedrag van de kinderen werd zowel tijdens de middagsport als tijdens de speeltijd geobserveerd door middel van ‘System of Observing Children’s Activity during Relationship and Play’ (SOCARP). Met behulp van het programma ‘Statistical Package for the Social Sciences’ (SPSS) werden de gegevens van de gecodeerde middagsporten en speeltijden ingegeven en verwerkt. Aan de hand van een chi-kwadraat analyse werd berekend of er een significante associatie bestond tussen deelname aan de middagsport en het geslacht. Daarna werd aan de hand van een variantie-analyse (one-way ANOVA, Analysis of Variance in het Engels) onderzocht of er een verschil is tussen matige tot intensieve intensiteit, of anders gezegd Moderate to Vigorous Physical Activity (MVPA), en het sedentaire gedrag tijdens de speeltijd enerzijds en tijdens de georganiseerde middagsport anderzijds. Daarnaast werd eveneens gekeken naar het verschil in fysieke activiteit tijdens de middagsport en de speeltijd tussen jongens en meisjes. Deze masterproef toont een hogere participatiegraad tijdens de middagsport in het voordeel van de meisjes. Daarnaast kan een hoger aandeel van matig intensieve tot hoog intensieve activiteit tijdens de de georganiseerde middagsport worden aangetoond vergeleken met de speeltijd. De bijdrage van MVPA tijdens de middagsport aan de totale dagelijkse aanbevolen fysieke activiteit bedraagt 13%. De invloed van het geslacht op het beweeggedrag tijdens de speeltijd en de middagsport is echter statistisch niet significant. Eveneens kan worden aangetoond dat de leerlingen zoals verwacht actiever zijn tijdens de middagsport vergeleken met de speeltijd. Langs de ene kant is het nog onduidelijk of het positieve effect op het beweeggedrag zich ook na het onderzoek zal verderzetten, langs de andere kant is niet onderzocht of dit positieve effect ook naar voren komt buiten de schooluren. Deze bevindingen zijn echter een goede basis voor toekomstig onderzoek om het aandeel en de invloed van middagsport op lange termijn en op de totale dagelijkse activiteit verder te onderzoeken.
Choose an application
Fysieke fitheid wordt geassocieerd met vele voordelen op het vlak van gezondheid. Door op jonge leeftijd het beweeggedrag te stimuleren, hoopt men dat jongeren dit gedrag blijven vertonen met zowel op korte als lange termijn gezondheidsvoordelen tot gevolg. Met deze masterproef zijn we vooral gericht op de fysieke inactiviteit bij kinderen omdat men in deze leeftijdsgroep in theorie op lange termijn nog meer voordelen zou kunnen bekomen. Via de les lichamelijke opvoeding (LO) kunnen alle schoolgaande kinderen bereikt worden wat een ideale omgeving vormt om de fysieke activiteitsgraad van deze kinderen te verhogen. Met deze masterproef wordt gekeken naar de mogelijke associatie tussen geslacht en de deelname aan de middagsport. Daarnaast wordt gekeken of deze jongeren tijdens een georganiseerde middagsport een hoger aandeel matige tot intensieve activiteit zullen vertonen vergeleken met de speeltijd. Eveneens wordt de invloed van geslacht op de fysieke activiteit tijdens de speeltijd en de middagsport onderzocht. De studie werd uitgevoerd in twee Vlaamse scholen bij 74 leerlingen van de eerste graad van het secundair onderwijs (12 – 14 jaar). Door middel van een nieuw ontworpen lessenpakket ‘Fitworld’ op basis van het sporteducatiemodel, werden 12 lessen LO onderwezen en negen sessies middagsport aangeboden. Het beweeggedrag van de kinderen werd zowel tijdens de middagsport als tijdens de speeltijd geobserveerd door middel van ‘System of Observing Children’s Activity during Relationship and Play’ (SOCARP). Met behulp van het programma ‘Statistical Package for the Social Sciences’ (SPSS) werden de gegevens van de gecodeerde middagsporten en speeltijden ingegeven en verwerkt. Aan de hand van een chi-kwadraat analyse werd berekend of er een significante associatie bestond tussen deelname aan de middagsport en het geslacht. Daarna werd aan de hand van een variantie-analyse (one-way ANOVA, Analysis of Variance in het Engels) onderzocht of er een verschil is tussen matige tot intensieve intensiteit, of anders gezegd Moderate to Vigorous Physical Activity (MVPA), en het sedentaire gedrag tijdens de speeltijd enerzijds en tijdens de georganiseerde middagsport anderzijds. Daarnaast werd eveneens gekeken naar het verschil in fysieke activiteit tijdens de middagsport en de speeltijd tussen jongens en meisjes. Deze masterproef toont een hogere participatiegraad tijdens de middagsport in het voordeel van de meisjes. Daarnaast kan een hoger aandeel van matig intensieve tot hoog intensieve activiteit tijdens de de georganiseerde middagsport worden aangetoond vergeleken met de speeltijd. De bijdrage van MVPA tijdens de middagsport aan de totale dagelijkse aanbevolen fysieke activiteit bedraagt 13%. De invloed van het geslacht op het beweeggedrag tijdens de speeltijd en de middagsport is echter statistisch niet significant. Eveneens kan worden aangetoond dat de leerlingen zoals verwacht actiever zijn tijdens de middagsport vergeleken met de speeltijd. Langs de ene kant is het nog onduidelijk of het positieve effect op het beweeggedrag zich ook na het onderzoek zal verderzetten, langs de andere kant is niet onderzocht of dit positieve effect ook naar voren komt buiten de schooluren. Deze bevindingen zijn echter een goede basis voor toekomstig onderzoek om het aandeel en de invloed van middagsport op lange termijn en op de totale dagelijkse activiteit verder te onderzoeken.
Choose an application
Fysieke activiteit heeft heel wat voordelen voor de gezondheid van adolescenten, daarom moeten zij volgens de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie dagelijks 60 minuten matig tot intens fysiek actief zijn. Deze richtlijn wordt amper behaald, wat ervoor zorgt dat heel wat jongeren niet genieten van de vele gezondheidsvoordelen die fysieke activiteit met zich meebrengt. Ondanks dat de les Lichamelijke Opvoeding (LO) een ideaal middel is om hierop in te spelen, is ze nog steeds ontoereikend om jongeren hun dagelijks doel te laten bereiken. Er wordt in België immers maar 2 maal per week een LO-les aangeboden van 50 minuten waarvan heel wat tijd verloren gaat aan organisatie. Een tweede moment waar jongeren de opportuniteit hebben om in beweging te zijn, is de middagspeeltijd. In dit werk werd er gedurende negen weken tijdens de middagpauze een fitness middagsport georganiseerd op vijf Vlaamse scholen. Leerlingen van de eerste graad van het secundair onderwijs konden hieraan vrijwillig deelnemen. Tijdens de LO-lessen werd het lessenpakket aangepast zodat ook hier de fitness werd aangeboden, er was inhoudelijk dus een koppeling tussen de middagsport en de lessen LO. De aanwezigheden tijdens de middagsport werden genoteerd en door middel van observaties werd de mate van beweging tijdens zowel de middagsport als de gewone middagspeeltijd in kaart gebracht. Op die manier werden verscheidene zaken onderzocht. Ten eerste of deze koppeling zorgde voor meer deelnames tijdens de middagsport en wat de invloed van het geslacht en het vaardigheidsniveau van de leerlingen was op de deelname. Ten tweede of de middagsport leidde tot meer beweging ten opzichte van de middagspeeltijd. Uit de bevindingen van dit onderzoek blijkt dat de organisatie van middagsport zorgt voor een forse stijging in de fysieke activiteit van alle leerlingen, onafhankelijk van geslacht of vaardigheidsniveau. De leerlingen die een hoger vaardigheidsniveau hadden neigden sneller deel te nemen aan de georganiseerde middagsport. De context van middagsport ligt heel dicht bij deze van de LO-les, verder onderzoek zou dus kunnen plaatsvinden in een context die meer aansluit bij het dagelijks leven van de leerlingen om te onderzoeken of de koppeling dan ook leidt tot meer beweging.
Choose an application
Het dagelijks voldoende bewegen krijgt steeds meer aandacht in onze maatschappij. We weten immers dat te weinig beweging kan leiden tot overgewicht en verschillende aandoeningen. Het is dus belangrijk om zoveel mogelijk personen aan het sporten te krijgen. De lessen LO alleen volstaan niet om jongeren een gezonde dosis beweging te bezorgen. Daarom wordt er op veel scholen middagsport georganiseerd. Hier kunnen jongeren extra sporten tijdens hun middagpauzes. Zoveel mogelijk leerlingen vrijwillig aan de middagsport laten deelnemen is dan ook het doel van dit onderzoek. We vroegen ons in dit onderzoek af of er meer leerlingen deelnamen aan middagsport indien de inhoud van deze middagsport overeenkwam met de inhoud van de lessen LO. Bijvoorbeeld: Op school worden er middagsporten fitness aangeboden, terwijl er in dezelfde week ook gefitnesst wordt tijdens de les LO. Komen er zo meer leerlingen naar de middagsport dan wanneer er gefitnesst wordt tijdens de middagsporten, terwijl er gevoetbald wordt tijdens de les LO? Hiernaast vroegen we ons ook af of er meer meisjes of jongens en of er meer laag-, gemiddeld- en hoog vaardige leerlingen deelnamen aan de middagsport. We zagen in dit onderzoek dat wanneer de inhoud gekoppeld werd tussen de middagsport en de les LO er wel degelijk meer leerlingen deelnamen aan de middagsport, dan wanneer de inhoud niet gekoppeld werd. Enkele weken later daalde dit aantal echter weer sterk. Wanneer we op het einde van het onderzoek de inhoud niet meer koppelden, daalde dit aantal opnieuw, waardoor er minder leerlingen deelnamen dan in het begin van het onderzoek. In bijna alle middagsporten namen er meer meisjes dan jongens deel. Hiernaast zagen we ook dat er meer hoog vaardige dan gemiddeld vaardige en laag vaardige leerlingen deelnamen.
Choose an application
De aandacht voor fysieke activiteit in de preventie van verscheidene gezondheidsrisico’s is onmiskenbaar geworden. De maatschappij erkent het belang van een gezonde, fysiek actieve levensstijl in de kindertijd, de adolescentie, maar ook op latere leeftijd. Lichamelijke opvoeding (LO) wordt beschouwd als cruciale factor om jongeren deze levensstijl bij te brengen, maar ook om deze te onderhouden en te stimuleren. Toch wordt dit doel slechts in beperkte mate waar gemaakt. Een grote meerderheid van de adolescenten realiseert de richtlijn om iedere dag tenminste 60 minuten matig tot intens fysiek actief te zijn niet. Het gebrek aan kwaliteitsvolle lessen LO zou een mogelijke verklaring kunnen zijn voor deze problematiek. Om transfer van de lessen LO naar het dagelijks leven te verwezenlijken, moeten jongeren in staat zijn geleerde vaardigheden buiten de lescontext toe te passen. Om fysiek actief gedrag te promoten, richten verschillende scholen middagsport en naschoolse sport in. In principe kunnen deze initiatieven drempelverlagend werken. Wanneer er gewerkt wordt aan een sterke koppeling tussen de lessen LO en bijvoorbeeld middagsport op school, faciliteert men de transfer van geleerde vaardigheden in de les LO naar extracurriculaire situaties. Deze studie ging de huidige situatie na van intramurale fysieke activiteiten, waartoe men alle fysieke activiteiten rekent die op school plaatsvinden, maar die geen deel uitmaken van het verplichte lessenpakket. Verder worden deze activiteiten opengesteld voor alle leerlingen van de school en wordt er toezicht voorzien. Het onderzoek legde de focus op deelname en niet-deelname aan deze initiatieven vanuit het perspectief van leerlingen. Aan de hand van vragenlijsten werden demografische gegevens en informatie over psychosociale invloeden verzameld bij jongeren in het secundair onderwijs. Uit de resultaten is gebleken dat deelname aan middagsport voor het overgrote deel verklaard wordt door participatie van vrienden. Daarnaast zijn jongens in grotere mate vertegenwoordigd dan meisjes en blijkt de deelname in het ASO hoger dan in het BSO en het TSO. De leerlingpopulatie die aangesproken wordt, heeft veelal een hoge perceptie van de eigen fysieke fitheid. Die perceptie strookt niet altijd met het motorisch vaardigheidsniveau volgens de leraar LO. Toekomstig onderzoek focust zich bij voorkeur op strategieën die de transfer van de lessen LO naar intramurale fysieke activiteit kunnen versterken. Daarnaast is het interessant om na te gaan hoe deelname aan intramurale fysieke activiteit bij leerlingen van het secundair onderwijs kan bijdragen tot hun buitenschoolse fysieke activiteit. Op die manier zullen leraren LO en beleidsmakers gerichter een fysiek actieve levensstijl bij jongeren kunnen promoten.
Choose an application
Fysieke activiteit heeft heel wat voordelen voor de gezondheid van adolescenten, daarom moeten zij volgens de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie dagelijks 60 minuten matig tot intens fysiek actief zijn. Deze richtlijn wordt amper behaald, wat ervoor zorgt dat heel wat jongeren niet genieten van de vele gezondheidsvoordelen die fysieke activiteit met zich meebrengt. Ondanks dat de les Lichamelijke Opvoeding (LO) een ideaal middel is om hierop in te spelen, is ze nog steeds ontoereikend om jongeren hun dagelijks doel te laten bereiken. Er wordt in België immers maar 2 maal per week een LO-les aangeboden van 50 minuten waarvan heel wat tijd verloren gaat aan organisatie. Een tweede moment waar jongeren de opportuniteit hebben om in beweging te zijn, is de middagspeeltijd. In dit werk werd er gedurende negen weken tijdens de middagpauze een fitness middagsport georganiseerd op vijf Vlaamse scholen. Leerlingen van de eerste graad van het secundair onderwijs konden hieraan vrijwillig deelnemen. Tijdens de LO-lessen werd het lessenpakket aangepast zodat ook hier de fitness werd aangeboden, er was inhoudelijk dus een koppeling tussen de middagsport en de lessen LO. De aanwezigheden tijdens de middagsport werden genoteerd en door middel van observaties werd de mate van beweging tijdens zowel de middagsport als de gewone middagspeeltijd in kaart gebracht. Op die manier werden verscheidene zaken onderzocht. Ten eerste of deze koppeling zorgde voor meer deelnames tijdens de middagsport en wat de invloed van het geslacht en het vaardigheidsniveau van de leerlingen was op de deelname. Ten tweede of de middagsport leidde tot meer beweging ten opzichte van de middagspeeltijd. Uit de bevindingen van dit onderzoek blijkt dat de organisatie van middagsport zorgt voor een forse stijging in de fysieke activiteit van alle leerlingen, onafhankelijk van geslacht of vaardigheidsniveau. De leerlingen die een hoger vaardigheidsniveau hadden neigden sneller deel te nemen aan de georganiseerde middagsport. De context van middagsport ligt heel dicht bij deze van de LO-les, verder onderzoek zou dus kunnen plaatsvinden in een context die meer aansluit bij het dagelijks leven van de leerlingen om te onderzoeken of de koppeling dan ook leidt tot meer beweging.
Choose an application
In de moderne samenleving is de daling van de fysieke activiteit een probleem dat reeds merkbaar is op jonge leeftijd. Uit verschillende onderzoeken wordt vastgesteld dat een grote meerderheid van de schoolgaande jeugd de voorgeschreven minimumnorm van 60 minuten matig-tot-intense fysieke activiteit per dag niet behaald. Dit zijn verontrustende gegevens aangezien het risico op het ontwikkelen van ernstige gezondheidsproblemen hierdoor wordt verhoogd. De schoolomgeving is een logische keuze om fysieke activiteit bij de schoolgaande jeugd aan te moedigen, en dit meer bepaald via het vak Lichamelijke Opvoeding (LO). Het vak lichamelijke opvoeding is een verplicht onderdeel van het schoolcurriculum en biedt op regelmatige wijze momenten aan waarop de leerlingen tijd doorbrengen in fysieke activiteiten. Uit meerdere studies is echter gebleken dat de directe bijdrage van de les LO te beperkt is om de leerlingen de voorgeschreven bewegingsrichtlijn te laten bereiken. Het is daarom van groot belang om via LO de leerlingen aan te sporen meer fysiek actief te zijn tijdens de vrije momenten op school en in hun vrije tijd. Op deze manier kan LO indirect de verzamelde fysieke activiteit in het dagelijkse leven nog verder doen verhogen. In dit onderzoek staat een interventie beschreven dat toegepast is tijdens LO bij leerlingen uit de eerste graad secundair onderwijs. Gedurende zes weken werd er een aangepaste lessenreeks onderwezen waarin de leerlingen uit de experimentele groep beloond werden indien ze deelnamen aan de georganiseerde middagsport. Verder werd ook de vertoonde fysieke activiteit geregistreerd tijdens de middagsport en de reguliere speeltijd. Het doel van dit onderzoek is tweeledig. Ten eerste wordt de invloed onderzocht van positieve groepsbekrachtiging op de deelname van de leerlingen aan extra-curriculaire middagsport. Ten tweede wordt de fysieke activiteit vergeleken tussen de middagsport en de speeltijd om een verschil in matig-tot-intense fysieke activiteit vast te stellen. Uit de resultaten is gebleken dat de aanwezigheid van positieve groepsbekrachtiging motiverend kan werken op de deelname aan middagsport. De experimentele groep was immers vaker aanwezig dan de controlegroep. Opvallend, de deelnemers waren uitsluitend meisjes. De analyse van de fysieke activiteit toonde ook aan dat de hoeveelheid matig-tot-intense fysieke activiteit hoger was tijdens de middagsport. De bekomen vaststellingen in dit onderzoek tonen aan dat, door middel van het toepassen van kwalitatieve interventies, de les LO kan worden ingezet om de leerlingen te stimuleren deel te nemen aan extra-curriculaire middagsport, en dat de matig-tot-intense fysieke activiteit op deze manier verhoogt kan worden.
Listing 1 - 10 of 13 | << page >> |
Sort by
|