Listing 1 - 10 of 24 << page
of 3
>>
Sort by

Book
Involvement, empowerment and self-management education in primary care : how to support people with 2 diabetes in self-managing their illness? Proefschrift
Author:
Year: 2010 Publisher: Antwerpen Universiteit Antwerpen, Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract


Book
Empowerment van de patiënt: bruikbaar concept in de welzijns- en gezondheidszorg?

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract


Dissertation
Hoe kan de primaire preventie van neuraalbuisdefecten in Vlaanderen verbeterd worden : visie van de belangrijke stakeholders
Authors: --- --- --- ---
Year: 2002

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
Vereiste kennis voor CB-artsen en CB-verpleegkundigen om signalen te herkennen die kunnen wijzen op regulatiestoornissen bij zuigelingen van 6 tot 12 maanden.
Authors: --- ---
Year: 2022 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

De eerste twee levensjaren van een kind zijn een cruciale periode voor de ontwikkeling van een goede emotieregulatie. (25) Een zuigeling of jong kind kan verscheidene strategieën van emotieregulatie gebruiken om om te gaan met situaties van verhoogde opwinding zoals angstreacties, vermijding en zelfbevredigend gedrag. Het repertoire van deze strategieën neemt verder toe naarmate het kind ouder wordt. (17) Een goede coregulatie is essentieel om een goede zelfregulatie te kunnen ontwikkelen. (1) De ontwikkeling van een goede regulatie verloopt niet bij alle kinderen even gunstig. De meeste kinderen leren zichzelf steeds beter te reguleren maar bij een deel van de baby's blijven er problemen met de regulatie bestaan. Deze baby's hebben het moeilijker in vergelijking met anderen om tot een evenwichtige toestand te komen. Na de zesde levensmaand blijft een uitgesproken onrust bestaan. Wanneer een kind ondergevoelig of overgevoelig reageert op zintuiglijke prikkels (horen, zien, ruiken, voelen, smaken, beweging) en het kind heeft hierdoor moeilijkheden om een kalme, alerte en positieve gemoedstoestand te behouden, dan wordt er gesproken van een regulatiestoornis. (9) Kinderen met een regulatiestoornis hebben, op een leeftijd waarop het niet meer wordt verwacht, nog hulp nodig. Klachten waarmee ouders meestal consulteren zijn prikkelbaar zijn of aanhoudend ontroostbaar huilen, persisterende problemen met het reguleren van het slaapwaakritme of voedingsproblemen. (9, 30, 4) Ook moeilijkheden met veranderingen worden beschreven. (4) Al deze problemen kunnen gelijktijdig of opeenvolgend voorkomen (25) Deze klachten persisteren tot na de leeftijd van zes maanden. (30, 4) Om van een regulatiestoornis te kunnen spreken, moeten deze kenmerken een uiting zijn van een stoornis in de sensorische verwerking. (4) Deze zintuiglijke informatie die niet leeftijdsadequaat wordt verwerkt, veroorzaakt beperkingen voor de baby/het jonge kind en diens gezin. Het kind dienst minstens 6 maanden oud te zijn. (34) Consultatiebureaus kunnen een belangrijke rol spelen in het signaleren van regulatiestoornissen bij jonge kinderen. In de literatuur heb ik geen éénduidig screeningsinstrument gevonden dat gebruikt zou kunnen worden om te screenen naar regulatiestoornissen. Het zal dus vooral belangrijk zijn om signalen te herkennen en op te pikken. Indien er vroegtijdige hulp wordt geboden, dan kan dit een belangrijke en positieve bijdrage hebben voor de verdere ontwikkeling. Er kan samen met de ouders gezocht worden naar een aanpak die best is afgestemd op het kind. (9) De vragenlijst die ik opstelde, zou in de toekomst kunnen helpen om hiaten in de kennis omtrent dit onderwerp bij CB-artsen en CB-verpleegkundigen op te sporen.

Keywords


Book
Diabetes mellitus type 2 : Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering.
Authors: --- --- --- --- --- et al.
Year: 2005 Publisher: Berchem Wetenschappelijke vereniging van Vlaamse huisartsen

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Dissertation
COVID-pandemie in de eerstelijnsgezondheidszorg: organisatie en functioneren van Antwerpse huisartsenwachtposten en triageposten ten tijde van de eerste golf van de COVID-19 pandemie – een kwalitatieve benadering
Authors: --- ---
Year: 2021 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Context: naar aanleiding van de COVID-19 pandemie werden op 26 februari 2020 vanuit de Belgische overheid de eerste instructies gegeven om de werking van de eerstelijnsgezondheidszorg te reorganiseren om verspreiding van het SARS-CoV-2 virus tegen te gaan. Deze thesis heeft als doel een inzicht te bieden hoe huisartsenwachtposten in de stad Antwerpen zich georganiseerd hebben naar aanleiding van deze COVID-19 pandemie, de werking ervan en welke lessen getrokken kunnen worden wat betreft het functioneren van de huisartsenwachtposten en triageposten ten tijde van een pandemie. Methode: om nieuwe mogelijks transponeerbare (doch niet generaliseerbare) inzichten te vergaren omtrent de nooit eerder uitgevoerde reorganisatie van de huisartsenwachtposten tijdens een pandemie en de werking en bemanning ervan, werd gekozen voor een kwalitatief onderzoek. Aan de hand van een vooraf ontwikkeld interviewscript (bijlage 1) werd een individueel, semigestructureerd interview afgenomen met de huisartsenwachtpostverantwoordelijken van Antwerpen-Noord, Antwerpen-Zuid en Antwerpen-Centrum. Dit om een beeld te krijgen van de organisatorische maatregelen die genomen werden ten tijde van de COVID-19 pandemie, het functioneren van de huisartsenwachtposten en triageposten, en de beleving van de bestuursleden van de huisartsenwachtposten met als doel organisatorische opportuniteiten te formuleren voor toekomstige pandemieën. Er werden transcripten gemaakt van alle digitaal uitgevoerde interviews. De transcripten werden meermaals gelezen en geanalyseerd door middel van thematische analyse. Deze kwalitatieve thematische analyse maakt deel uit van een mixed method onderzoek in samenwerking met Zoon Natascha. Onderzoeksvraag: Hoe is de reorganisatie van de huisartsenwachtposten tijdens de pandemie verlopen? Hoe hebben de bestuursleden van respectievelijke huisartsenwachtposten het reorganisatieproces en de werking van de wachtpost tijdens de pandemie ervaren? Resultaten: uit de 3 interviews worden 9 thema’s weerhouden: reorganisatie van de huisartsenwachtposten en oprichting van triageposten, de organisatorische coördinatie, de werking en bemanning van de huisartsenwachtposten en triageposten, logistieke ondersteuning, de wijze van communicatie, kosten en subsidies, persoonlijk beschermingsmateriaal en hygiëne, obstakels die men tegengekomen is, en tot slot een finale reflectie van de huisartsenwachtpostverantwoordelijken op heel het gebeuren. Conclusie: er is nood aan gecentraliseerde, professionele structuren en institutionalisering om in de toekomst op een snelle en efficiënte manier hoofd te kunnen bieden aan infectieuze epidemieën en pandemieën in de eerste lijn. Administratieve, organisatorische en praktische draaiboeken moeten uitgedacht worden die snel en uniform toepasselijk zijn in alle wachtposten en triageposten, met betrekking van lokale besturen, huisartsenkringen en huisartsenwachtposten zodat ingespeeld kan worden op lokale noden. Vaste locaties, uitgerust met de nodige logistieke en medische infrastructuur, zouden voorbehouden moeten worden om in tijden van nood gecontamineerde zorg op een veilige manier uit te kunnen voeren. Er zou te allen tijde centraal een voorraad persoonlijk beschermingsmateriaal opgeslagen moeten worden die beschikbaar wordt gesteld voor de zorg naargelang nood. Financiële middelen, logistieke ondersteuning en een centraal coördinerend orgaan zouden, gezien het nationale tot internationale karakter van de betreffende gezond

Keywords


Dissertation
Artsen van artsen: een collega-arts op consultatie
Authors: --- ---
Year: 2017 Publisher: Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

CONTEXT: Er is de laatste jaren al veel onderzoek gebeurd naar de ‘arts als patiënt’, dit vooral naar aanleiding van de groeiende burn-outproblematiek onder (huis)artsen. Een luik waar tot op heden echter maar weinig aandacht aan werd besteed, is de andere zijde, namelijk ‘huisarts zijn van een collega-arts’. Uit het KCE rapport over burn-out bij huisartsen in 2011 kwam de aanbeveling dat elke arts zijn eigen huisarts zou moeten hebben om te helpen waken over hun gezondheid. Helaas is dit bij de meerderheid van de artsen nog steeds niet het geval. Indien we ervoor willen zorgen dat elke arts een eigen huisarts heeft, is het ook belangrijk te kijken hoe huisartsen zelf het zorgen voor een collega ervaren en hoe ze dat aanpakken. ONDERZOEKSVRAAG: Hoe voelen huisartsen zich in consultaties met collega’s? Worden collega’s op dezelfde manier benaderd en behandeld als andere patiënten? Wat zijn de oorzaken en gevolgen van een eventuele andere aanpak? METHODE: Door middel van een kwalitatief fenomenologisch onderzoek trachtten we een antwoord te vinden op onze onderzoeksvragen. Er werden semigestructureerde interviews afgenomen van negen huisartsen met minstens één collega-arts in hun patiëntenbestand. De verkregen data werd daarna thematisch geanalyseerd. RESULTATEN: Er konden zeven verschillende thema’s afgeleid worden die de voornaamste domeinen vertegenwoordigen waarin de zorg voor collega’s kan verschillen ten opzichte van die voor andere patiënten. Deze thema’s zijn eigen emoties tijdens consultatie, actiedrempel en aanpak, communicatie, inhoud van de consultatie, arts-patiëntrelatie, vooroordelen over medische kennis, en opvolging. Huisartsen ervaren algemeen meer stress tijdens consultaties met collega’s. De actiedrempel ligt soms lager dan bij andere patiënten en hoewel er meer wordt gediscussieerd, wordt er ook minder uitgelegd. Gevoelige onderwerpen zijn moeilijker bespreekbaar en de arts-patiëntrelatie is minder goed afgelijnd. Veel huisartsen hebben al dan niet foutieve veronderstellingen over de medische kennis van de arts-patiënt en leggen veelal de verantwoordelijkheid bij de patiënt om zichzelf op te volgen. Maar het ideaalbeeld van de huisartsen zelf in geval van consulatie bij een collega, is toch een behandeling zoals elke andere patiënt. CONCLUSIE: Er zijn een aantal vlakken waarop de zorg voor collega’s kan verschillen ten opzichte van die voor andere patiënten. Deze verschillen in aanpak kunnen ertoe leiden dat de kwaliteit van zorg die collega’s krijgen, lager ligt dan bij de gemiddelde patiënt. Als we de gezondheid en de gezondheidszorg van artsen willen verbeteren, is het daarom belangrijk deze zaken in acht te nemen en collega’s voortaan zo veel mogelijk te zien en te behandelen als gewone patiënten.

Keywords


Digital
De aanpak door huisartsen van degeneratief gewrichtslijden bij patiënten van 60 jaar en ouder : eindrapport tweede fase
Authors: --- --- ---
Year: 2004 Publisher: Brussel Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Afdeling Epidemiologie

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Digital
Kwaliteitsbevordering in de huisartsgeneeskunde op basis van registratie van praktijkgegevens : diabetes type 2 en hypertensie : eindrapport
Authors: --- --- ---
Year: 2003 Publisher: Brussel Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, Afdeling Epidemiologie

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords


Digital
De aanpak door huisartsen van degeneratief gewrichtslijden bij patiënten van 60 jaar en ouder : eindrapport eerste fase
Authors: --- --- ---
Year: 2002 Publisher: Brussel Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid

Loading...
Export citation

Choose an application

Bookmark

Abstract

Keywords

Listing 1 - 10 of 24 << page
of 3
>>
Sort by