Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|
Choose an application
Leraren zijn tijdens hun loopbaan voortdurend op zoek naar oplossingen voor uitdagingen in hun school- of klaspraktijk. Omgaan met een moeilijke klasdynamiek, diversiteit of digitalisering zijn maar enkele voorbeelden. Meestal volgen leraren daarbij hun buikgevoel. Ze zoeken naar antwoorden in de literatuur of proberen zelf iets uit, vaak met wisselend succes. Onderzoekende leraren wil leraren (in opleiding) ondersteunen om op een systematische manier hun onderwijspraktijk te verbeteren. Het boek beschrijft de onderzoekscompetenties die daarvoor nodig zijn en bevat technieken, instrumenten en voorbeelden die onmiddellijk toepasbaar zijn in de praktijk. Op die manier kan de leraar zelf of in teamverband de meest geschikte oplossing creëren voor elk specifiek probleem. Via het gratis platform eCAMPUS biedt Onderzoekende leraren heel wat digitale mogelijkheden: - Schema's en stappenplannen om de theorie naar praktijk om te zetten - Digitale aantekeningen die gedeeld kunnen worden met docenten en medestudenten - Extra achtergrondinformatie als pop-ups in de tekst.
Onderwijskunde. --- onderwijspraktijk --- onderzoeken --- 450.4 --- Onderzoek --- Onderwijsvernieuwing --- Onderwijspraktijk --- onderzoeksvaardigheden --- 450.4 Onderwijskunde --- onderwijsvernieuwing --- Onderzoeksvaardigheden --- 450.49 --- 450.7 --- onderzoek --- onderwijs --- lerarenopleiding --- Onderwijskunde --- wetenschappelijk onderzoek --- Teacher education. Teacher's profession --- actieonderzoek --- Methods in social research (general) --- praktijkonderzoek --- Onderwijsonderzoek --- kunsteducatie --- onderwijssystemen --- onderzoeksmethoden --- onderzoek in de kunsten --- onderzoeksproject --- onderzoeksontwerp --- Wetenschappelijk onderzoek --- scripties --- hoger onderwijs --- informatievaardigheden --- 489.59 --- 450.8 --- 300.6 --- Onderwijskunde (onderwijsfilosofie, -sociologie, -economie, theoretische onderwijsvernieuwing) --- Studie en studieresultaten, overige onderwerpen (hoger onderwijs) --- Methodiek van het studeren --- Sociaal-wetenschappelijk onderzoek --- Onderzoeksvaardigheid --- Research on teaching
Choose an application
Choose an application
Choose an application
Ecdysteroiden spelen een sleutelrol bij zowel larvale als volwassen zwermsprinkhanen. Gedurende het larvale leven, fungeren deze moleculen als vervellingshormonen en worden ze, tenminste volgens de klassieke opvattingen, gesecreteerd door de prothoracale klieren (PK). Bij volwassen dieren daarentegen, waar ze worden vrijgezet door de gonaden, spelen ze een rol bij verschillende reproductie-gerelateerde processen, gaande van de differentiatie van spermatocyten tot vitellogenese. Een studie van de ultrastructuur van de PK van de woestijnsprinkhaan S. gregaria genereerde ondersteunende argumenten voor de hypothese dat ze naast ecdysteroiden ook proteïne-achtige substanties vrijzetten. De verschillen die zowel op het lichtmicroscopisch- als het ultrastructurele niveau tussen de klieren van solitaire en gregaire dieren werden waargenomen, zouden een weerspiegeling kunnen zijn van mogelijke verschillen in aard en/of hoeveelheid van deze gesecreteerde moleculen. Recent werd het bestaan van een autocriene factor (AF) gesecreteerd door de PK van B. mori aangetoond. Een gelijkaardige factor blijkt ook voor te komen in de PK van zwermsprinkhanen. Er kan dus worden verondersteld dat het voorkomen van een dergelijke factor wijdverspreid is in de insectenwereld. Veranderingen in de gevoeligheid voor het prothoracicotroop hormoon (PTTH) en deze AF werden doorheen het laatste larvale stadium van de Afrikaanse treksprinkhaan L. migratoria nagegaan. Daaruit blijkt AF vooral belangrijk te zijn voor het onderhouden van een zekere basale ecdysteroidconcentratie, terwijl het PTTH verantwoordelijk is voor de grote ecdysteroid piek noodzakelijk voor de vervelling. De combinatie van beide factoren had een cumulatief effect, wat er op zou kunnen wijzen dat ze via verschillende signaalwegen werken. De gonaden zijn de voornaamste ecdysteroidogene weefsels tijdens het volwassen stadium. We konden aantonen dat testes en ovaria van zwermsprinkhanen uit het laatste larvale stadium, die op dat moment reeds goed ontwikkeld zijn, ook ecdysteroiden secreteren. De grote ecdysteroid piek op het einde van dit stadium zou dan het gevolg zijn van de secretie van zowel gonaden als PK. Bovendien lijkt het erop dat de ecdysteroidsecretie door deze organen gereguleerd wordt door een laag moleculair-gewicht ecdysiotropine. Twee pogingen werden ondernomen om deze factor op te zuiveren en er zijn sterke aanwijzingen dat het een deel is van de adipokinetisch hormoon precursor. Tot slot kunnen we besluiten dat de zienswijze, waarbij een ‘groot PTTH’ als enige de ecdysteroidogenese reguleert, voorbijgestreefd is. Een toenemend aantal betrokken factoren wijst erop dat de situatie in de realiteit complexer is. Ecdysteroids are key players in both larval and adult locusts. During larval life, they act as moulting hormones, and they are secreted by the prothoracic glands (PGs), at least according to the classical view. In adults on the other hand, where they are secreted by the gonads, they play a role in a variety of reproductive processes ranging from spermatocyte differentiation to vitellogenesis. An ultrastructural study of the PGs of the desert locust S. gregaria gave credit to the old hypothesis that they might secrete proteinaceous substances in addition to ecdysteroids. The differences between PGs of gregarious and solitarious locusts, both at the light-microscopic as at the ultrastructural level, might reflect differences in the nature and/or amount of these secreted molecules. The existence of a factor secreted by the PGs of B. mori that stimulates their own ecdysteroidogenesis was reported recently. We have demonstrated that a similar ‘autocrine factor’ (AF) is present in the PGs of locusts. Therefore, we assume that autocrine stimulation of ecdysteroidogenesis is a widespread phenomenon in insects. Changes in responsiveness to prothoracicotropic hormone (PTTH) and AF were monitored throughout the last larval stadium. Apparently, AF seems to play a critical role in maintaining basal ecdysteroid secretion during the early stages of the last larval stadium, whereas PTTH elicits the major ecdysteroid peak necessary for moulting. Combination of both factors yielded a cumulative effect, suggesting that different action mechanisms and different receptors may be involved in the action of AF and PTTH. During adult life, the gonads are the main ecdysteroidogenic tissues. We demonstrated that testes and ovaries from last larval stadium migratory locusts, which are already developed quite well at that stage, also release ecdysteroids. The large ecdysteroid peak in the haemolymph at the end of the last larval stadium appears to be the result of the cumulated release by both PGs and gonads. The release of ecdysteroids by the PGs and the gonads was shown to be under the control of a single small ecdysiotropin. Two purification attempts were undertaken, and strong evidence was found that this peptide is contained within the adipokinetic hormone precursor. In conclusion, we have demonstrated that an increasing number of factors control ecdysteroidogenesis in locusts. The classical view, with the large PTTHs as the sole players controlling the PGs, has become too narrow to fully explain all involved processes.
Academic collection --- 591.147 --- 595.728 --- Internal secretions. Endocrine secretions. Hormones. Adrenalin. Insulin. Sex hormones. Androgens. Oestrogens --- Locustidae. Long-horned grasshoppers. Locusts --- Theses --- 595.728 Locustidae. Long-horned grasshoppers. Locusts --- 591.147 Internal secretions. Endocrine secretions. Hormones. Adrenalin. Insulin. Sex hormones. Androgens. Oestrogens
Listing 1 - 4 of 4 |
Sort by
|