TY - BOOK ID - 40680 TI - De Munt : drie eeuwen geschiedenis van het gebouw AU - Cabris, Eric AU - Jacobs, Johan PY - 1996 SN - 9020928228 PB - Tielt : Lannoo, DB - UniCat KW - Public buildings KW - Brussels KW - Architecture KW - Belgique ; histoire KW - België ; geschiedenis KW - Bouwkunst KW - Brussel KW - Bruxelles KW - Theater architecture KW - Theaters KW - Conservation and restoration KW - Damesme, Louis-Emmanuel-Aimé KW - Criticism and interpretation KW - Théâtre royal de la Monnaie KW - Brussels (Belgium) KW - Buildings, structures, etc. KW - 725.82 KW - 72.03 KW - De Munt KW - Munt KW - Muntplein KW - Muntschouwburg KW - bouwkundig erfgoed KW - geschiedenis KW - 725.8 KW - Schouwburgen (architectuur) KW - Theaters (architectuur) KW - Opera's (architectuur) KW - Architectuur (geschiedenis) KW - Architectuurgeschiedenis KW - gebouwen, ruimten en inrichtingen voor amusement, ontspanning, spel en sport KW - Criticism and interpretation. KW - Théâtre royal de la Monnaie. KW - History of Belgium and Luxembourg KW - Théâtre Royal de la Monnaie KW - History KW - Architectuur KW - Opera's KW - Zuidelijke Nederlanden UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:40680 AB - In het chronologische verhaal - van neoclassicisme over symbolisme tot postmodernisme - gaat de aandacht vooral naar enkele scharniermomenten: de voorgeschiedenis en de oprichting van de eerste schouwburg naar een ontwerp van Paolo Bezzi, de realisatie van een nieuwe schouwburg naar een ontwerp van Louis-Emmanuel-Aimé Damesme in 1816 - 1821, de wederopbouw door Joseph Poelaert na de vernietigende brand van 1855, en tenslotte de restauratie en transformaties in 1985 - 1986 onder impuls van Gerard Mortier en Henri Oechslin. De talloze opfrisbeurten, aanpassingen en vernieuwingscampagnes tussendoor worden evenmin vergeten. Dit alles werd door de auteur in een ruime context geplaatst. De perikelen rond de speciaal uitgeschreven architectuurwedstrijden en de toewijzingen van de werken geven een boeiende kijk achter de schermen van de politieke besluitvorming. Daarnaast is er aandacht voor stedenbouwkundige aspecten, de decoratieve schilderingen, het stucwerk en de beeldhouwweken, de evolutie van de toneelmachinerie, de verlichting en verwarming e.d. Het is een complex maar uiterst boeiend verhaal waarbij Cabris ook de nodige kritische reflecties niet schuwt. Het betoog wordt ondersteund door talrijke reproducties van historische plannen, tekeningen en lithografieën, en door documentaire foto's van decoratieve elementen. De sfeerrijke - maar als architectuurfoto's toch wat ontgoochelende - opnamen van Johan Jacobs, de huisfotograaf van de Munt, tonen het huidige gebouw. Deze feestelijke publicatie wordt afgerond met een groot aantal biografische notities en een bibliografie. ER -