TY - THES ID - 139058621 TI - De flexibiliteit van de hartslag als biomarker bij depressieve stoornissen AU - Collu, Ilaria AU - Kuppens, Peter AU - Aerts, Jean-Marie AU - Piette, Deborah AU - KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Opleiding Master in de psychologie (Leuven) PY - 2020 PB - Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:139058621 AB - Depressieve stoornissen blijven ondanks nieuwe behandelingen een belangrijk gezondheidsprobleem. Het domein van de “personalised practice” onderzoekt patiëntkenmerken die de effectiviteit van een behandeling beïnvloeden. Naast psychologische factoren is er steeds meer aandacht voor biologische factoren. Vorig onderzoek vindt herhaaldelijk een verband tussen depressieve symptomen en hartslagvariabiliteit (HRV). De HRV weerspiegelt de flexibiliteit van het autonoom zenuwstelsel. Een minder onderzochte maat die dit weerspiegelt is de hartslagvariatie. Het huidig onderzoek tracht na te gaan of de hartslagvariatie, gemeten via de standaarddeviatie van de hartslag (HRSD), bij depressieve patiënten kleiner is dan bij gezonde deelnemers. Vervolgens wordt er nagegaan of de HRSD samenhangt met de ernst van depressieve klachten. Er wordt ook nagegaan of er een verband is tussen de HRSD en de mate waarin depressieve klachten afnemen tijdens opname. Ten slotte wordt onderzocht of er een verschil bestaat in HRSD tussen patiënten waarbij klachten afnemen en patiënten waarbij klachten niet afnemen of zelfs toenemen tijdens opname. De analyses werden uitgevoerd op een dataset van 15 depressieve patiënten en 15 gezonde controles die aan elkaar gematcht zijn op basis van leeftijd, geslacht en BMI. Aan de start vulden ze een personaliavragenlijst in en werd de M.I.N.I. Internationaal Neuropsychiatrisch Interview (M.I.N.I Plus) afgenomen. Vervolgens werd aan alle deelnemers gevraagd om de Childhood Trauma Questionnaire – Short Form (CTQ-SF), de Beck Depression Inventory (BDI), de Depression Anxiety Stress Scale (DASS) en de State-Trait Anxiety Inventory (STAI) in te vullen. De fysiologie werd gedurende één week in kaart gebracht via draagbare technologie. Gedurende die week vulden deelnemers een experience sampling vragenlijst in. Na afloop werd hun gevraagd de BDI, DASS en STAI een tweede keer in te vullen. De resultaten tonen aan dat de HRSD van depressieve patiënten kleiner is dan de HRSD van gezonde controles. Vervolgens bleek er een negatief verband te zijn tussen de HRSD en depressieve klachten. Hoe lager de HRSD, hoe meer depressieve klachten. Er kon geen verband gevonden worden tussen de HRSD en de mate waarin depressieve klachten afnemen gedurende een week opname. Er was ten slotte geen verschil in HRSD tussen patiënten die na een week opname minder klachten rapporteerden en patiënten die na een week opname evenveel of meer klachten rapporteerden. ER -