TY - THES ID - 138772302 TI - Gebrekkige operatierobots, gebrekkig? Een evaluatie van het gebrekkigheidsbegrip in de Wet Productaansprakelijkheid met betrekking tot AI en operatierobots AU - De Wilder, Sofie AU - De Bruyne, Jan AU - Fierens, Michiel AU - KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid. Opleiding Master of Intellectual Property and ICT Law (Brussels) PY - 2020 PB - Leuven KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:138772302 AB - Deze masterproef onderzoekt hoe het gebrekkigheidsbegrip onder de Wet Productaansprakelijkheid wordt toegepast op (autonome) operatierobots. De Wet Productaansprakelijkheid zal naarmate operatierobots autonomer worden en gebruik maken van AI een interessanter instrument vormen voor een patiënt die schade ondervindt tijdens een operatie. Het voordelig karakter schuilt onder meer in het feit dat de patiënt geen fout dient te bewijzen. Het bewijs dat de operatierobot gebrekkig is, volstaat. Nochtans kampt deze wet met uitdagingen en problemen in het licht van de hedendaagse technologische ontwikkelingen. Eén van deze uitdagingen en problemen situeert zich in het gebrekkigheidsbegrip. De invulling van het gebrekkigheidsbegrip lijkt niet afgestemd op specifieke eigenschappen van AI en autonome operatierobots zoals de complexiteit, de autonomie, de opaciteit, de verbondenheid en de openheid. Het gebrekkigheidsbegrip wordt toegelicht in artikel 5 van de Wet Productaansprakelijkheid. Om te beoordelen of een operatierobot al dan niet gebrekkig is, vertrekt de Wet vanuit de consumer expectation test. De legitieme veiligheidsverwachtingen van de consument met betrekking tot een (autonome) operatierobot spelen bij de beoordeling een centrale rol. Echter is deze invulling vaag en laat veel appreciatieruimte voor de rechter. De legitieme veiligheidsverwachtingen om te beoordelen of een (autonome) operatierobot al dan niet gebrekkig is, lijken voor bepaalde moeilijkheden te zorgen. Een alternatief voor de consumer expectation test is de risk-utility test. Deze laatste test neemt de operatierobot zelf als vertrekpunt en niet de redelijke veiligheidsverwachtingen van de patiënt. Een ander en beter alternatief voor de beoordeling of een (autonome) operatierobot al dan niet gebrekkig is, is een combinatie van beide testen. Bij de beoordeling zou in dit geval worden uitgegaan van de legitieme verwachtingen van de consument, gedefinieerd vanuit de risk-utility test. De patiënt dient de schade, het gebrek en het causaal verband tussen beide te bewijzen. Ook hier kan de patiënt problemen ondervinden om aan te tonen dat er sprake is van een gebrek. Specifiek met betrekking tot (autonome) operatierobots zal de patiënt echter in vele gevallen niet beschikken over de nodige kennis om de werking van de operatierobot te begrijpen. Hierdoor zal vaak beroep moeten worden gedaan op een expert. Een versoepeling van de bewijslast zou aan deze moeilijkheden tegemoet kunnen komen. Bovendien kan een zwarte doos, zoals in vliegtuigen en zelfrijdende wagens, in elke (autonome) operatierobot een oplossing bieden. ER -