TY - THES ID - 138072253 TI - Wat is de perceptie van Vlaamse vroedvrouwen en gynaecologen betreffende hun kennis en de praktijk van onderwaterbevallingen in de Vlaamse verloskamers en welke barrières en facilitators ervaren zij ten aanzien van de implementatie van dit type zorg? AU - Vanlaer, Yana AU - Crombag, Neeltje AU - KU Leuven. Faculteit Geneeskunde. Opleiding Master in de verpleegkunde en de vroedkunde (Leuven e.a.) PY - 2022 PB - Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:138072253 AB - Achtergrond De huidige beschikbare evidentie toont aan dat er geen hoger risico is op bijwerkingen bij moeder of kind bij een onderwaterbevalling. Ondanks deze evidentie blijft een systematische integratie van deze wijze van verlossing achterwege in de Vlaamse verloskamer. Er werd reeds veel onderzoek verricht naar de veiligheid van onderwaterbevallingen maar een analyse van de opinies van vroedvrouwen en gynaecologen ontbreekt nog. Het doel van deze kwalitatieve studie is om de perceptie van Vlaamse vroedvrouwen en gynaecologen betreffende hun kennis en de praktijk van onderwaterbevallingen in de Vlaamse verloskamers in kaart te brengen en te achterhalen welke barrières en facilitators zij ervaren ten aanzien van de implementatie van dit type zorg. Methode Deze studie betreft een kwantitatieve en kwalitatieve analyse. Het eerste deel van de studie bestond uit een anonieme online survey afgenomen bij Vlaamse hoofdvroedvrouwen. Na een descriptieve analyse van de resultaten fungeerde deze data vervolgens als leidraad voor diepte-interviews met gynaecologen en vroedvrouwen. Vervolgens werden vier gynaecologen en tien vroedvrouwen geïnterviewd afkomstig uit perifere en universitaire centra met zowel de mogelijkheid tot onderwaterbevallingen als het niet uitvoeren van onderwaterbevallingen. De interviews verliepen online via Zoom en werden geanalyseerd aan de hand van het QUAGOL-protocol. Resultaten Vroedvrouwen en gynaecologen ervaren verscheidene barrières bij de begeleiding en uitvoering van onderwaterbevallingen. De voornaamste barrières bij gynaecologen zijn de risico’s bij moeder en kind en de vertraagde responstijd bij complicaties. Vroedvrouwen geven aan dat het gebrek aan ervaring en bijkomstig gebrek aan zelfvertrouwen een drempel vormen. Groepsdynamiek en de opinie van collega’s uit verschillende disciplines heeft een invloed op de cultuur die leeft op een verloskamer en de mate waarin onderwater bevallen een optie is en gepromoot wordt. De cultuur van een dienst wordt mede bepaald door het type ziekenhuis, universitaire centra worden meer gelinkt aan pathologie en voeren bijgevolg minder onderwaterbevallingen uit en promoten dit minder in tegenstelling tot perifere centra. De opleiding tot arts bespreekt het thema onderwater bevallen niet, dit wordt echter niet aanzien als een hiaat. Vroedvrouwen geven wel aan dat de bacheloropleiding onvoldoende voorbereiding is op de praktijk en een herziening van het curriculum is aan de orde. Zowel gynaecologen als vroedvrouwen geven aan dat er een gebrek aan evidentie is en dat meer registratie van onderwaterbevallingen een meerwaarde kan vormen. Dit betreft registratie in de ziekenhuizen maar ook in de eerste lijn aangezien een groot deel van de onderwaterbevallingen daar plaatsvindt. Conclusie De huidige kloof tussen de perceptie dat er onvoldoende evidentie is en de reeds beschikbare literatuur is een implicatie voor verder onderzoek. De huidige praktijkvoering dient aangepast te worden naar de reeds beschikbare evidentie, het delen van deze reeds beschikbare evidentie in de vorm van bijscholingen is aan de orde. Meer controle en registratie van onderwaterbevallingen via de integratie van deze wijze van verlossing in de SPE-telling kan helpen om de huidige praktijkvoering in kaart te brengen en een mogelijks foutief beeld te verhelpen, verder kan het een indicatie vormen voor wijzigingen in de huidige praktijkvoering en opleidingen. ER -