TY - THES ID - 137989841 TI - Monitoring in partnerrelatietherapie : Een exploratieve gevalstudie door middel van een narratieve analyse AU - Van Gorp, Ilse AU - Rober, Peter. AU - Stinckens, Nele. AU - KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Opleiding Master in de psychologie PY - 2015 PB - Leuven : KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:137989841 AB - Tegenwoordig bestaat er een maatschappelijke druk om alles te verantwoorden, een evolutie naar Evidence Based Practice. Relatie-en gezinstherapie laat zich echter niet zo makkelijk inpassen in Randomized Clinical Trials (RCT's), waarin zoveel mogelijk variabelen gecontroleerd worden. De effectiviteit van relatie- en gezinstherapie moet dus op een andere manier verantwoord worden. Monitoring is het bijsturen van de therapie aan de hand van cliëntfeedback. In deze masterproef wordt monitoring in twee relatietherapieën onderzocht aan de hand van een exploratieve gevalstudie door middel van een narratieve analyse. Aangezien monitoring een grote bijdrage levert in het verantwoorden van de effectiviteit van relatie- en gezinstherapie, verdient het de nodige aandacht. Het eerste hoofdstuk van deze masterproef bevat de literatuurstudie en is opgebouwd uit drie onderwerpen. Ten eerste wordt er gekeken naar 'partnerrelatietherapie vanuit dialogisch perspectief', vervolgens naar 'drop-out als specifieke uitdaging van relatietherapie', om af te sluiten met 'feedbackgeoriënteerde partnerrelatietherapie'. De gebruikte onderzoeksmethode van deze masterproef, die in het tweede hoofdstuk aan bod komt, is een exploratieve gevalstudie, met (vooral) pragmatische onderzoeksvragen. De onderzoeksvragen zijn de volgende: is monitoring in relatietherapie in staat de creatie van een feedbackcultuur te faciliteren? Welke procedure gebruiken de therapeuten om feedback in de therapie te integreren en op welke manieren wordt er met die feedback omgegaan? Wat is de functie van de instrumenten? Waarom is het eerste koppel reeds na vier sessies afgehaakt? Als eerste wordt er literatuur besproken over de methodologie van de gevalsstudie en de narratieve analyse. Daarna worden de procedure, de onderzoekssystematiek, de twee koppels en de feedbackschalen voorgesteld. Op basis van getranscribeerde video-opnames van twee relatietherapieën wordt er per koppel een verhaal gecreëerd, dat gelinkt wordt aan de feedback en de scores op de vragenlijsten. Hierna wordt aan de hand van een narratieve analyse (hoofdstuk 3) een interpretatie gegeven aan de verhalen van de twee koppels. Vervolgens worden de resultaten op de vragenlijsten in de kwantitatieve analyse weergegeven (hoofdstuk 4). In de discussie (hoofdstuk 5) wordt er een antwoord gegeven op de onderzoeksvragen. In het laatste hoofdstuk wordt de conclusie beschreven. Als conclusie kan gesteld worden dat monitoring in deze relatietherapieën een klimaat creëert waarin vrije feedback kan gegeven worden en waarin de cliënten merken dat de therapeuten belangstelling hebben in hun verhaal. De therapeuten maken gebruik van vragenlijsten, huistaken en van rechtstreekse feedback in de sessies zelf, om monitoring in de therapie te integreren. De functie van de instrumenten is vooral een dialoog op gang brengen. Een mogelijke reden voor drop-out van koppel één zijn complexe verwachtingen omtrent de therapie. Er is echter te weinig informatie om algemene uitspraken te doen over het verband tussen drop-out en complexe verwachtingen, aangezien er hieromtrent slechts één koppel onderzocht wordt. Andere mogelijke hypothesen worden eveneens in de masterproef besproken. Ten slotte rijst er nog een bedenking voor volgend onderzoek: 'wat is een succesvolle relatietherapie?'. Voor koppel twee blijkt de therapie namelijk niet zo zinvol te zijn. Desondanks is het koppel wel tevreden met de therapie. ER -