TY - THES ID - 137627485 TI - Oxitocin-based pharmacotherapy for Autism Spectrum Disorders: investigating the behavioral effects of a promising intervention approach AU - Cuyckens, Younnah AU - Alaerts, Kaat AU - Bernaerts, Sylvie AU - KU Leuven. Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen. Opleiding Master in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie (Leuven e.a.) PY - 2018 PB - Leuven KU Leuven. Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:137627485 AB - Populaire samenvatting Autisme spectrum stoornissen (ASS), worden gedefinieerd als pervasieve ontwikkelingsstoornissen die gekenmerkt worden door afwijkingen in het sociale gedrag, beperkte interesse en repetitief gedrag. De symptomen zijn reeds merkbaar op jonge leeftijd en kunnen tot uiting komen door verminderd oogcontact, atypische reacties tijdens een conversatie of – op andermans emoties en moeilijkheden bij het opbouwen en onderhouden van sociale relaties. Niettegenstaande de hoge globale prevalentie (1-2%) van de aandoening en de impact die deze aandoening heeft op het alledaags functioneren, is er tot op de dag van vandaag nog steeds geen farmaceutische interventie gevonden die gericht is op het behandelen van de kernsymptomen van ASS. In de zoektocht naar een potentiele farmaceutische behandeling voor ASS is er sinds het laatste decennium echter toenemende interesse in het neuropeptide ‘oxytocine’ (OT). In het bijzonder zijn neuromodulerende kenmerken op het complexe menselijk sociaal gedrag en zijn rol als promotor van pro-sociale attitudes hebben hiertoe bijgedragen. Om de werkelijke farmaceutische capaciteiten van OT op de kernsymptomen van ASS na te gaan, is er echter onderzoek nodig dat de effecten van langdurige OT toediening nauwgezet opvolgt. In deze studie werden daarom de onmiddellijke - en retentie (na stopzetting van de therapie) effecten, op het gedrag (meer specifiek het herkennen van emoties uit lichaamstaal) van mensen met ASS, na meervoudige OT toediening nagegaan. De proefpersonen werden willekeurig, en zonder weten van de onderzoeker of de deelnemer zelf, toegewezen aan een oxytocine - of placebo groep. Vervolgens werd aan de proefpersonen gevraagd om aan de hand van een neusspray, gedurende vier opeenvolgende weken, elke ochtend de dagelijkse dosis van 24 internationale eenheden (6 puffs van de aan hen toegewezen neusspray) intra-nasaal toe te dienen. Op vijf afgesproken meetmomenten (baseline, na de eerste OT toediening, na vier weken van dagelijkse OT toediening, vier weken na stopzetting van de behandeling en ongeveer een jaar na stopzetting van de behandeling) werd daarna de experimentele taak ondergaan. Tijdens deze taak kregen de deelnemers video clips voorgeschoteld waarop een menselijk silhouet, aan de hand van witte stippen ter hoogte van de grote gewrichten op een zwarte achtergrond, werd afgebeeld. In de getoonde video clips werden door een acteur drie mogelijke acties uitgevoerd (stappen, springen, trappen) in twee mogelijke emotionele toestanden (blij, boos). Vervolgens was het doel van de taak dat de deelnemers aan gaven in welke emotionele toestand de actie in de videoclip werd uitgevoerd. Na analyse van de resultaten kunnen we besluiten dat op vlak van emotieherkenning uit lichaamstaal significante verbeteringen over tijd werden gedetecteerd in deze studie. Helaas werden deze gedetecteerde verbeteringen over tijd zowel terug gevonden in onze oxytocine - als placebo groep. Hieruit kunnen we vervolgens concluderen dat enig interventie-specifiek effect – indien aanwezig – gemaskeerd kan zijn door een meer algemeen leer effect. ER -