TY - THES ID - 137195457 TI - De erfrechtelijke positie van het stiefkind in de nalatenschap van de stiefouder AU - Degeest, Ghijsbrecht AU - Buyssens, Frank. AU - KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid. Opleiding Master in het notariaat PY - 2015 PB - Leuven : KU Leuven. Faculteit Rechtsgeleerdheid DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:137195457 AB - De Belgische wetgever schonk de laatste decennia een toenemende aandacht aan de positie van het stiefkind. Daarbij werd echter vooral uitgegaan van een slechte verstandhouding en minder met de situatie waarin tussen stiefouder en stiefkind een affectieve band bestaat, die maakt dat de stiefouder zijn stiefkind als een eigen kind wenst te behandelen. Aangezien het stiefkind geen wettelijke erfgenaam is, wordt het stiefkind beschouwd als een vreemde ten aanzien van de stiefouder. De drie fiscale decreetgevers hebben de fiscale onbillijkheid die hiervan het gevolg is (in de meeste situaties) opgevangen, door invoering van de tarieven rechte lijn voor schenkingen en legaten tussen stiefouder en stiefkind. Burgerrechtelijk blijft de bevoordeling van het stiefkind, als een vreemde, nog steeds beperkt tot de grenzen van het beschikbaar deel. Heeft de stiefouder meerdere stiefkinderen of wenst hij een deel van zijn vermogen voor te behouden voor derden, dan gaat dit ten koste van de gelijke behandeling van zijn eigen- en zijn stiefkinderen. Om de burgerrechtelijke grenzen van het beschikbaar deel te omzeilen, kan worden gezocht naar 'bijzondere correcties' op het gebrek aan (wettelijk) erfrecht van het stiefkind. Daarbij moet men echter vaststellen, dat noch dienstengiften, noch tontine- en aanwasbedingen, noch de natuurlijke verbintenis, omwille van het risico op herkwalificatie in schenkingen, een rechtszeker alternatief bieden. Stiefouderadoptie is ¬de lege lata dan ook de enige manier om zowel fiscaal als burgerrechtelijk een (gegarandeerde) gelijke behandeling tussen de eigen- en de stiefkinderen te realiseren. Nochtans kan het emotionele aspect een stiefouderadoptie in de weg staan. Omdat geen van de thans bestaande correcties, omwille van juridische dan wel emotionele redenen, een gelijke behandeling kan garanderen, moet de lege ferenda worden gezocht naar een alternatief. Een uitbreiding van het beschikbaar deel of een afwijking van het verbod van erfovereenkomsten bieden slechts een gedeeltelijke oplossing. Een volwaardige oplossing kan echter worden gevonden bij onze noorderburen, die de mogelijkheid bieden aan de stiefouder om hun stiefkind te benoemen tot een wettelijk erfgenaam. Omwille van de eigenheid van ons rechtssysteem ten aanzien van het Nederlandse, moet deze mogelijkheid evenwel kritisch worden benaderd en 'vertaald' naar een met het Belgisch recht verenigbaar alternatief. ER -