TY - THES ID - 136742238 TI - Bestaat er een verband tussen lexicaal kopieergedrag en liking in chatconversaties? Een correlationeel onderzoek AU - Rymenants, Vincent AU - Oben, Bert AU - Jacobs, Catho AU - KU Leuven. Faculteit Sociale Wetenschappen. Opleiding Master in de bedrijfscommunicatie (Leuven) PY - 2020 PB - Leuven KU Leuven. Faculteit Sociale Wetenschappen DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:136742238 AB - Deze masterpoef bestudeert de mate waarin lexicaal kopieergedrag correleert met liking in chatconversaties. Vanuit evolutionair perspectief is het voor de menselijke soort van groot belang om goede groepsrelaties te onderhouden (McKee, Poirier & McGraw, 2005). Een manier om die relaties te vrijwaren is het nabootsen van anderen (Chartrand & Bargh, 1999). Vroeger deden we dit in functie van overleving en reproductie (McKee, Poirier & McGraw, 2005). Vandaag de dag is de functie van kopieergedrag opgeschoven en bootsen we onze conversatiepartners na om te overleven in de sociale wereld (Lakin, Jefferis, Cheng & Chartrand, 2003) en dus sociale uitsluiting te voorkomen (Brewer, 1991). Eén van de sociale consequenties van kopieergedrag houdt volgens Chartrand & Bargh (1999) immers in dat mensen de conversatiepartner leuker vinden als die hen nabootst. Aangezien de online context meer en meer aan belang wint (Parks & Roberts, 1998), onderzoekt deze studie de relatie tussen lexicaal kopieergedrag en liking in chatconversaties Onderzoek wijst immers uit dat lexicaal kopieergedrag zich voordoet in een online context (Brennan, 1996; Guindon, 1991). Het effect van deze vorm van kopieergedrag op liking werd echter nog niet onderzocht in deze context waardoor dit onderzoek deze lacune tracht op te vullen. Er bestaat experimenteel bewijs dat duo’s die elkaar in een hoge mate vertrouwen, ook meer lexicaal kopieergedrag toepassen in chatconversaties (Scissors, Gill & Gergle, 2008). Aangezien vertrouwen en liking nauw samenhangen (Singh, Goh, Bullar & Sankaran, 2016; Singh, Teng, Bhullar & Sankaran, 2018; Nicholson, Compeau & Sethi, 2001) zou het bijgevolg in theorie mogelijk moeten zijn dat kopieergedrag een hogere mate van liking in de hand werkt. Alvorens veronderstellingen te maken over deze causale relatie, tracht dit onderzoek in de eerste plaats de correlatie tussen lexicaal kopieergedrag en liking in chatconversaties te bewijzen. De aan- of afwezigheid van een correlationeel verband kan de hypothese uit de literatuur ondersteunen of ontkrachten. Om die correlationele relatie te onderzoeken werd een experiment opgesteld waaraan 60 participanten deelnamen. De ene helft werd lexicaal gekopieerd door de onderzoeker die het alias van een medestudent aannam, de andere helft niet. De afhankelijke variabele ‘liking’ werd in dit experiment gemeten aan de hand van drie factoren uit het onderzoek van McCroskey, McCroskey & Richmond (2006). Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er geen rechtstreeks correlationeel verband bestaat tussen lexicaal kopieergedrag en de gemiddelde scores op de factoren voor liking. Deze bevinding biedt tegenwind voor de hypothese uit de literatuur en verduidelijkt dat de relatie tussen lexicaal kopieergedrag en liking niet in elke context of situatie voorkomt. Het onderzoeksdesign heeft echter ook zijn beperkingen waardoor de hypothese in vervolgonderzoek zou moeten getest worden. De onderzoeksresultaten verklaren dan weer wel enkele interessante interactie-effecten en tendensen die in toekomstig onderzoek moeten gevalideerd worden. ER -