TY - THES ID - 136570354 TI - Een hernormering van de LASSI voor studenten wetenschappen en ingenieurswetenschappen AU - Baert, Thomas AU - Pinxten, Maarten AU - Lacante, Margareta AU - KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Opleiding Master in de psychologie (Leuven) PY - 2018 PB - Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:136570354 AB - De toegangspoort tot hoger onderwijs staat in België nagenoeg helemaal open. Ongeacht studenten bewust zijn of ze over de vereiste capaciteiten en vaardigheden beschikken, kunnen ze starten met vrijwel alle opleidingen. Het gevolg is dat hierdoor veel studenten studievertraging oplopen of afhaken. Verschillende studies wijzen aan dat de leerstrategieën van studenten belangrijke leerbare factoren zijn die meespelen bij het studieproces in het hoger onderwijs en de slaagkansen hierbij. Studenten van de STEM-faculteiten aan de KU Leuven worden door het readySTEMgo-project gestimuleerd om preventief hun leerstrategieën bij te schaven. Op deze manier willen ze de problemen van retentie en drop-out de kop in drukken. De Learning and Study Strategies Inventory (LASSI) is het instrument dat gebruikt wordt om de leerstrategieën van deze studenten in kaart te brengen. Om feedback en richtlijnen te geven over de leerstrategieën worden de testresultaten van studenten vergeleken met cut-off scores die opgesteld werden op basis van een algemene groep Vlaamse bachelorstudenten. In deze masterproef onderzoeken we in welke mate deze normgegevens relevant zijn om gebruikt te worden bij STEM-opleidingen. Verder bekijken we op welke wijze de STEM-opleidingen onderling verschillen van elkaar op vlak van leerstrategieën. Deze masterproef bevat drie delen: literatuurstudie, onderzoeksgedeelte en besluit. In de literatuurstudie staan we stil bij verschillende variabelen die een invloed hebben op de academische prestaties en meer specifiek de leerstrategieën van studenten. Vervolgens bekijken we wat de meting van deze variabelen inhoudt. In het onderzoeksgedeelte gaan we dieper in op de gehanteerde methodologie van ons onderzoek. Aansluitend bespreken we de resultaten bekomen uit de analyses. Hieruit kunnen we concluderen dat de huidige normgegevens tot op zekere hoogte adequaat zijn om minstens enkele jaren te gebruiken bij de STEM-faculteiten. Toch merken we op dat er ruimte is voor aanpassing waardoor de cut-off scores nauwer aansluiten bij de STEM-resultaten. De afwijking van de testprestaties tussen de STEM-opleidingen onderling is minimaal. Over het algemeen zien we duidelijk meer overeenstemming dan afwijkingen tussen de opleidingen. We zien de grootste contrasten in de testscores tussen de richtingen burgerlijk ingenieur en de richtingen exacte wetenschappen en bio-ingenieur. Bij een vergelijking van de testresultaten tussen verschillende soorten intellectuele domeinen binnen de steekproef, zien we opnieuw voornamelijk overeenkomsten. ER -