TY - THES ID - 136362152 TI - Kwantiteit en Structuur van Ultrasone Vocalisaties Verschillen Significant Tussen Vrouwelijke en Mannelijke C57BL/6J Muizen, Nietteg enstaande de Minimale Geslachtsverschillen in Gedragsprofiel AU - Engelen, Judith AU - Stroobants, Stijn AU - D'Hooge, Rudi AU - KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Opleiding Master in de psychologie (Leuven) PY - 2019 PB - Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:136362152 AB - Ultrasone vocalisaties (USV’s) zijn een robuust en consistent fenomeen dat bij vele diersoorten een indicatie geeft van motivaties en affectieve toestanden. USV’s kunnen een bijdrage leveren in het veelgebruikte muizenmodel voor onderzoek naar psychiatrische stoornissen zoals ASS. Hoewel in eerder onderzoek de samenhang tussen USV’s van muizen en communicatieve competenties al werd aangetoond, staat het onderzoek naar de exacte functie van USV’s nog in kinderschoenen. In dit onderzoek wordt de relatie nagegaan tussen kwantiteit en structuur van USV’s in sociale interacties en andere sociale en niet-sociale aspecten van gedrag van C57BL/6J muizen. Zodoende kan een bijdrage worden geleverd in de kennis over de samenhang van USV’s met het gedragsprofiel. Vervolgens wordt stilgestaan bij de invloed van sociale isolatie, die het aantal USV’s verhoogt in een sociale interactie en de USV experimenten voorafgaat. Ten slotte wordt een aanvulling aangeboden op het al reeds uitgebreide onderzoek naar het gedragsprofiel van de C57BL/6J muis met een focus op de geslachtsverschillen. Sociale en niet-sociale gedragsexperimenten werden uitgevoerd om geslachtsverschillen van C57BL/6J muizen in kaart te brengen. Aangezien in de bestaande literatuur weinig evidentie bestaat voor geslachtsverschillen bij de C57BL/6J muis, werd de hypothese aangenomen dat er geen of weinig geslachtsverschillen aan het licht zouden komen. In dit onderzoek werd enkel voor de ‘startle’-respons een significant geslachtsverschil vastgesteld. Vervolgens werden kwantiteit en structuur van USV’s nagegaan in een experiment met vrouw-vrouw en man-man interacties. De hypothese was dat, gezien de aard van sociale relaties tussen hetzelfde geslacht verschilt tussen mannetjes en vrouwtjes, de samenhang tussen USV’s en andere gedragsaspecten ook zou verschillen. In dit onderzoek produceerden de vrouwtjes meer USV’s dan de mannetjes. Bovendien werden ook verschillende significante geslachtsverschillen aangetoond in de structuur van deze vocalisaties, wat in eerder onderzoek nog niet werd beschreven. De totale duur van de vocalisaties van de vrouwtjes was significant langer dan die van de mannetjes en daarnaast produceerden de vrouwtjes relatief meer complexe vocalisaties en meer vocalisaties met frequentiesprongen terwijl de mannetjes relatief meer korte vocalisaties produceerden. Vervolgens verschilde de gemiddelde frequentieamplitude niet significant tussen de geslachten. Uiteindelijk kan uit de resultaten geen duidelijke samenhang afgeleid worden tussen de geslachts-specifieke USV variabelen en de gedragsparameters. In dit onderzoek werd wel het belang van geslacht aangetoond wanneer USV’s zouden worden gebruikt in het muizenmodel voor autisme spectrum stoornis. ER -