TY - THES ID - 136309374 TI - Het verband tussen de spontane slikfrequentie en dysfagie bij personen met een cerebrovasculair accident. AU - De Greef, Jana AU - Goeleven, Ann AU - Rommel, Nathalie AU - KU Leuven. Faculteit Geneeskunde. Opleiding Master in de logopedische en audiologische wetenschappen (Leuven) PY - 2017 PB - Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:136309374 AB - Achtergrond: Een cerebrovasculaire accident (CVA) is een neurologische problematiek die jaarlijks bij heel wat mensen optreedt. Een van de problemen die personen mogelijk ervaren na een CVA zijn slikproblemen of dysfagie. In dit onderzoek wordt gekeken of de spontane slikfrequentie samenhangt met de aanwezigheid van dysfagie bij personen met CVA. Tevens wordt de slikfrequentie van deze personen vergeleken met die van gezonde personen om het verschil na te gaan. Onderzoeksmethode: De spontane slikfrequentie werd gemeten bij 23 personen met CVA (31-85 jaar) op de Stroke-Unit van het UZ Leuven. De meting gebeurde in rust en duurde 30 minuten. Bovendien was er een controlegroep van 38 gezonde personen (30-70 jaar) waarbij er een meting in rust en activiteit plaatsvond. De meting gebeurde aan de hand van een akoestische microfoon. Het verband tussen de spontane slikfrequentie en dysfagie bij CVA patiënten werd onderzocht, evenals het verschil in de slikfrequentie tussen de rust- en activiteitconditie bij gezonde controles. Tenslotte werd de relatie van de spontane slikfrequente met de leeftijd en het geslacht onderzocht. De slikfrequentie werd bepaald aan de hand van twee beoordelaars en het programma Audacity. De data-analyse gebeurde aan de hand van SPSS 24. Resultaten: Er werden 17 CVA patiënten en 37 gezonde controles geïncludeerd. In de groep van de CVA patiënten konden geen personen met dysfagie geïncludeerd worden. Bijgevolg konden er geen conclusies getrokken worden over de directe relatie tussen de spontane slikfrequentie en dysfagie. Personen met CVA (mediaan = 0,333 [0,368]) hadden significant een lagere spontane slikfrequentie dan gezonde controles (mediaan = 0,533 [0,666]) (2-tailed, p = 0,011). Tussen de spontane slikfrequentie in rust (mediaan = 0,533 [0,666]) en activiteit (mediaan = 0,567 [0,557]) bij gezonde controles werd geen significant verschil gevonden (2-tailed, p = 0,422). Ook tussen het geslacht en de spontane slikfrequentie in rust werd geen significant verband gevonden, zowel niet in de groep CVA patiënten (2-tailed, r = 0,341, p = 0,180) als in de controlegroep (2-tailed, r = 0,049, p = 0,775). Tenslotte waren de leeftijd en spontane slikfrequentie niet significant gerelateerd in de CVA groep (2-tailed, r = -0,097, p = 0,710) en in de controlegroep (2-tailed, r = 0,100, p = 0,557). Conclusies: Aan de hand van deze bevindingen kunnen we concluderen dat er een significant verschil is in de spontane slikfrequentie tussen personen met CVA en gezonde controlepersonen. Tevens werd er geen significant verband gevonden tussen de spontane slikfrequentie en de leeftijd of het geslacht van de deelnemers. Verder onderzoek bij personen met CVA met en zonder dysfagie en een gezonde controlegroep moet uitwijzen of er ook een verband is tussen de spontane slikfrequentie en dysfagie bij personen met CVA. ER -