TY - THES ID - 136280416 TI - DE SAMENHANG VAN HET TEMPERAMENT VAN HET KIND EN DE OPVOEDINGSSTIJL VAN DE MOEDER OP HET GEHECHTHEIDSGEDRAG VAN LAGERE SCHOOLKINDEREN AU - De Smet, Luna AU - Bosmans, Guy AU - Ceulemans, Eva AU - Verhees, Martine AU - KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Opleiding Master in de psychologie (Leuven) PY - 2018 PB - Leuven KU Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:136280416 AB - De huidige studie ging na of het temperament van het kind en het opvoedingsgedrag van de moeder en de interactie tussen deze factoren samenhangen met gehechtheidsgedrag van het kind. Een belangrijke ontwikkelingstaak gedurende de lagere schoolleeftijd is minder afhankelijk worden van de ouder en autonomie verwerven. Tonen van meer autonomie en minder afhankelijkheidsgedrag naar de moeder, tijdens zorg interacties waarbij er nood is aan hulp, geeft bij lagere schoolkinderen indicatie voor veilig gehechtheidsgedrag. In dit onderzoek werd de mate van autonomie en afhankelijkheid geoperationaliseerd met behulp van een stresserende puzzel-taak die het kind met mogelijke hulp van de moeder moest oplossen. Dit puzzel-gedrag werd gecodeerd door middel van een micro-observatie systeem. Autonomie werd geoperationaliseerd als het kind dat er in slaagt om, na korte hulp van de moeder, verder alleen te puzzelen. Afhankelijkheid werd geoperationaliseerd als moeder en kind die samen blijven puzzelen waarbij het kind onvoldoende autonomie toont om alleen te puzzelen. Temperament van het kind en opvoedingsstijl van de moeder werden bevraagd aan de hand van vragenlijsten. Drie hypothesen werden opgesteld en onderzocht aan de hand van multiple regressie-analyses: (1) Op niveau van de opvoeding van de moeder verwachten we een positief verband tussen ondersteunende opvoeding en meer autonoom gedrag van het kind en een negatief verband met afhankelijkheidsgedrag van het kind (2) Op niveau van temperament van het kind verwachtten we dat meer ‘doelbewuste controle’, ‘sociale actiegerichtheid’ en ‘nood aan verbondenheid’ en minder ‘negatief affect’ samenhangt met meer autonoom gedrag en negatief met meer afhankelijkheidsgedrag en (3) De interactie ‘nood aan verbondenheid, sociale actiegerichtheid, doelbewuste controle vs ondersteunend opvoeden’ hangt positief samen met autonoom gedrag en negatief met afhankelijkheidsgedrag en de interactie ‘negatief affect vs. negatieve controle’ hangt positief samen met eerder afhankelijkheidsgedrag en negatief met eerder autonoom gedrag. Deze hypothesen werden nagegaan op een steekproef van 100 kinderen met hun moeders. De hypothesen werden in deze studie weerlegd. Wel bleek het negatief controlerend opvoedingsgedrag een positieve samenhang te vertonen met eerder afhankelijkheidsgedrag van het kind. Verder bleek dat de temperamentfactor ‘sociale actiegerichtheid een negatieve samenhang vertoont met eerder afhankelijkheidsgedrag van het kind. Als laatste werd gevonden dat de interactie tussen de temperamentfactor ‘nood aan verbondenheid’ en de opvoedingsstijl ‘negatieve controle’ negatief samenhangt met eerder afhankelijkheidsgedrag van het kind. Verder onderzoek en/of een replicatie is aangeraden wegens de beperkte ervaringen met het codeersysteem en beperking van het gehechtheidsgedrag tot puzzel-gedrag. ER -