TY - THES ID - 135586038 TI - Spoorloos verdwenen? Een studie naar de voormalige kunstcollectie van bisschop Antoon Triest (1577-1657) AU - Eerkens, Tom AU - Van der Stighelen, Katlijne AU - Soen, Violet AU - KU Leuven. Faculteit Letteren. Opleiding Master in de kunstwetenschappen (Leuven) PY - 2019 PB - Leuven KU Leuven. Faculteit Letteren DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:135586038 AB - Antoon Triest (1577-1657) speelde een belangrijke rol als Contrareformatorische bisschop in de Spaanse Nederlanden en als mecenas en kunstverzamelaar tijdens de gloriedagen van de Vlaamse barok. Het doel van deze paper is om de kunstverzameling van deze zeventiende-eeuwse prelaat op het spoor te komen aan de hand van vier grote onderzoekspistes. Ten eerste toont archiefonderzoek aan dat er heel wat onenigheden ontstonden over de uitvoering van zijn testament, met juridisch gekibbel tussen de erfgenamen en het Sint-Baafskapittel tot gevolg. Het ontbreken van elke aanwijzing naar een kunstcollectie in deze documenten doet trouwens vermoeden dat de bisschop die om een of andere reden al vóór zijn overlijden had verkocht. Ten tweede volgt een analyse van Triests plaats binnen het toenmalige milieu van kunstverzamelaars, met een specifieke focus op zijn relatie met de befaamde collectioneur Leopold-Willem van Oostenrijk en diens hofschilder David Teniers II. Ten derde bestudeert dit proefschrift een groep prenten van vermaarde graveurs als Lucas Vorsterman, Schelte Bolswert en Paulus Pontius die een opschrift bevatten op respectvolle wijze toegewijd aan de bisschop van Gent. Ook een groep tekeningen van Peter Paul Rubens, Antoon van Dyck en Jacques Callot zouden volgens een achttiende-eeuwse veilingcatalogus tot het kunstkabinet van Triest hebben behoord. Ten vierde wordt het werk van de kunsthistoricus Erik Duverger, die de bisschoppelijke collectie onderzocht aan de hand van betalingsbewijzen, onder de loep genomen. Daaruit bleek dat de ‘roem’ van de vergeten Triest-collectie in latere tijden zorgde voor de misinterpretatie van zowel archivalische als iconografische bronnen. Toch blijft Duvergers conclusie overeind dat de Gentse prelaat voornamelijk kunst uit de eerste hand aankocht bij (Antwerpse) kunstenaars die bedrijvig waren in de barokstijl. Het gaat dan om belangrijke schilders als Rubens en Van Dyck, maar ook vermaarde namen als Gerard Seghers, Theodoor Rombouts en Andries van Eertvelt duiken op. Voor Antoon Triest had kunst enerzijds een publieke functie als religieus propagandamiddel en anderzijds een persoonlijke invulling als verzamelobject. De barok was immers een artistiek middel om de Contrareformatie visueel uit te dragen, en met de nodige schenkingen voorzag de bisschop van Gent in de plaatsing van altaarstukken in verschillende kerken. Als kerkvorst onderbouwde hij met de aanleg van een bisschoppelijke kunstverzameling zijn ‘vorstelijk imago’ en wedijverde hij met medecollectioneurs uit zijn tijd. Als godsdienstig man waren schilderijen met religieuze scènes en genretaferelen ook objecten met een grote esthetische en devotionele waarde. ER -