TY - THES ID - 135540457 TI - Effectiviteit van extinctie met de oorspronkelijk geconditioneerde stimulus in vergelijking met generalisatiestimuli. AU - De Rossi, Stephanie AU - Hermans, Dirk. AU - K.U.Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Opleiding Master in de psychologie PY - 2013 PB - Leuven K.U.Leuven. Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:135540457 AB - Angststoornissen komen in hoge mate voor in de samenleving. De meest effectieve methode om angststoornissen te behandelen is blootstelling. Dit bestaat uit de confrontatie met het voorwerp van angst en is, vanuit een conditioneringsperspectief, gebaseerd op extinctie. In de praktijk is blootstelling aan de oorspronkelijk geconditioneerde stimulus (CS) echter niet altijd mogelijk. Stel dat iemand een hondenfobie ontwikkelt op basis van een bijtincident, dan is de oorspronkelijke CS de hond uit het incident. Het lukt niet altijd om deze CS bij de behandeling te betrekken. Daarom wordt blootstelling in de praktijk vaak uitgevoerd met gegeneraliseerde stimuli (GSs). Dit zijn dan bijvoorbeeld andere honden. Er wordt wel eens geopperd dat dit minder effectief zou zijn. In dit thesisonderzoek wordt onderzocht of extinctie beter verloopt indien deze wordt uitgevoerd met de oorspronkelijke CS in vergelijking met extinctie die wordt uitgevoerd met GSs. Het onderzoek naar extinctie met de oorspronkelijke CS in vergelijking met een GS werd uitgevoerd aan de hand van twee contingentie leertaken, waarin de perceptuele gelijkheid tussen de CS en de GS stelselmatig afnam over de condities heen. Als stimuli werd er gebruik gemaakt van Fribbles. Dit zijn drie-dimensionele objecten die anatomisch sterk gelijkend zijn aan dieren. Om een graduele afname van perceptuele gelijkheid tussen de CS en de GSs te verkrijgen, werd er eerst onderzoek uitgevoerd naar de gelijkheid tussen de stimuli zelf. Aan de hand daarvan werden de stimuli gekozen voor de twee experimenten. De twee experimenten bestonden uit een acquisitiefase waarin de CS+ gevolgd werd door het zien van een bliksemschicht, de ongeconditioneerde stimulus (US), terwijl dit niet het geval was voor de CS-. In de extinctiefase, waarin de perceptuele gelijkheid gradueel afnam over de verschillende condities, werden de CS+/GS+ en de CS-/GS- nooit gevolgd door het zien van de US. Tenslotte was er de testfase, waarin de oorspronkelij ER -