TY - THES ID - 135510041 TI - The acquisition and application of expert performance in association football refereeing : perception and decision-making issues. AU - Gilis, Bart AU - Delecluse, Christophe. AU - Lefevre, Johan AU - Wagemans, Johan. AU - Hespel, Peter AU - Buekers, Martinus. AU - Starkes, Janet AU - Helsen, Werner. AU - K.U.Leuven. Faculteit Bewegings- en revalidatiewetenschappen. Departement Biomedische kinesiologie PY - 2008 PB - Leuven K.U.Leuven. Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:135510041 AB - De evolutie van het voetbal de laatste jaren heeft meer en meer de noodzaak aangetoond van een professionele omkadering van de scheidsrechters en assistent-scheidsrechters. Hun belangrijkste taak bestaat erin om op een consistente en uniforme manier de spelregels toe te passen. In deze optiek dienen zij continu in een fractie van een seconde technische beslissingen te nemen. Hiervoor moeten ze niet alleen op fysiek vlak in topconditie zijn om ook op het einde van een wedstrijd spelincidenten op de voet te kunnen volgen, maar moeten ze ook beschikken over uitmuntende beslissings-vaardigheden. Gezien de grote financiële en commerciële belangen die hierbij op het spel staan en omdat de media onjuiste beslissingen vaak uitvergroten, wordt er ook heel wat externe druk uitgeoefend waarmee scheidsrechters moeten leren omgaan. Een professionele en dus sportwetenschappelijke benadering dringt zich op om een beter inzicht te krijgen in de manier waarop beslissingen dienen genomen worden en welke mechanismen aan de basis liggen van foutieve beslissingen. Vandaar dat in dit doctoraatsproject vooral onderzoek werd gedaan naar de waarnemings- en beslissingsaspecten bij voetbalscheidsrechters en assistent-scheidsrechters. Het onderzoeksproject werd uitgevoerd met financiële steun van het FIFA (Fédération Internationale de Football Association) Medical Assessment and Research Center (F-MARC) met het doel een verdere professionalisering van de arbitrage te ondersteunen. In het eerste deel van dit doctoraat werd onderzoek gedaan naar beslissings-aspecten van scheidsrechters tijdens fysieke contacten tussen spelers die geleid hebben tot een blessure. Uit de onderzoeksresultaten kwam naar voren dat er tijdens internationale voetbalwedstrijden twee tot drie blessures voorkomen, die meestal te wijten zijn aan fysieke contacten tussen spelers. In een eerste studie werd nagegaan hoe dit grote aantal contactblessures kon verminderd worden. Enerzijds werd nagegaan of de scheidsrechters de spelregels strikt genoeg naleefden, en anderzijds werd onderzocht of de spelregels dienden aangepast te worden om de veiligheid van de spelers beter te kunnen garanderen. Er werden 60 videoclips van fysieke contacten tussen spelers getoond aan vier verschillende panels van spelers, coaches, medische staf en scheidsrechters. Daarna werden de beslissingen van deze panels én van de scheidsrechter tijdens de wedstrijd vergeleken met de referentie beslissing zoals die bepaald werd door de scheidsrechterscommissie van FIFA. De resultaten van deze studie toonden aan dat het panel van scheidsrechters strikter is dan de andere panels bij het beoordelen van tackle situaties. Ten tweede werd gevonden dat de bestraffing gegeven door de scheidsrechter op het veld voor elleboogincidenten die leidden tot hoofdblessures vaak onvoldoende was. De resultaten van dit onderzoek hebben ertoe geleid dat spelers nu ook kunnen bestraft worden na de wedstrijd op basis van videobeelden. Deze maatregel bleek effectief, want na de Wereldbeker voetbal in Duitsland in 2006 werden beduidend minder van deze zware blessures genoteerd. In het tweede deel van dit doctoraat werden de fouten van assistent-scheidsrechters onderzocht bij het beoordelen van buitenspelsituaties. Een assistent-scheidsrechter kan hierbij twee mogelijke fouten maken. Eerst en vooral wanneer de aanvaller op het moment dat de bal wordt gespeeld, zich niet in een buitenspelsituatie bevindt en de assistent-scheidsrechter toch buitenspel aangeeft. In dit geval wordt een 'vlagfout' gemaakt. In het andere geval, wanneer de aanvaller zich in een buitenspel-positie bevindt op het moment dat de bal gespeeld wordt en de assistent-scheidsrechter zijn vlag naar beneden houdt, gaat het om een niet-vlagfout. In de literatuur werden twee hypothesen geformuleerd die deze fouten van assistent-scheidsrechters kunnen verklaren. Een eerste hypothese legt een verband met de positie van de assistent-scheidsrechter ten opzichte van de buitenspellijn. De ideale positie om een buitenspelsituatie correct te beoordelen is op dezelfde hoogte als de tweede laatste verdediger. Uit onderzoek is echter gebleken dat ze zich in werkelijkheid meestal één meter voorbij de buitenspellijn bevinden. Deze foutieve positionering zorgt voor een andere gezichtshoek, wat het risico op foutieve beslissingen aanzienlijk vergroot. Een tweede verklaring, vanuit perceptuele perspectief, werd gevonden in het 'flash-lag effect'. Dit houdt in dat een bewegend object verder gepercipieerd wordt dan zijn werkelijke positie. In het geval van een buitenspelsituatie zal een aanvaller, die meestal aan hoge snelheid richting het doel van de tegenstander beweegt, op het moment van de pas, verder waargenomen worden dan waar hij in werkelijkheid is. In een eerste studie werd een analyse gemaakt van de buitenspelsituaties tijdens de Wereldbeker voetbal in 2002 in Japan en Zuid-Korea. De resultaten toonden aan dat één op vier beslissingen bij het beoordelen van een buitenspelsituatie foutief was. In deze studie kwam verder tot uiting dat het flash-lag effect verantwoordelijk was voor het merendeel van de foutieve beslissingen. Omwille van dit hoge foutenpercentage werden door de Wereldvoetbalfederatie maatregelen ingevoerd om het foutenpercentage te doen dalen. Dit zowel door meer duidelijkheid te scheppen in de buitenspelregel, maar eveneens door specifieke trainingen te introduceren waarbij spelers buitenspelsituaties acteren ten aanzien waarvan assistent-scheidsrechters een beslissing moeten nemen. Tegelijk werden er een aantal veldtests uitgewerkt met spelers en een aantal labotests die bestonden uit computer animaties en videoclips. Beide tests werden in Leuven ontwikkeld. In een tweede studie werden buitenspelsituaties getoond aan de hand van computer animaties. Om deze test te valideren werd in dit onderzoek nagegaan of er een verschil was tussen FIFA assistent-scheidsrechters met internationale ervaring en Belgische elite assistent-scheidsrechters. Er werd verwacht dat de FIFA assistent-scheidsrechters geleerd hebben om beter om te gaan met complexe buitenspelsituaties en de bijhorende perceptuele illusies. Aan de hand van een bijkomende onderzoeksvraag werd aangetoond dat beslissingen van de assistent-scheidsrechters beïnvloed werden door de actie van de verdediger. Er werd gevonden dat minder fouten gemaakt werden als de verdediger stilstaat op het moment dat de pas gegeven wordt in vergelijking met situaties waar een verdediger beweegt in tegengestelde richting van de aanvaller. Verder werd de impact van het flash-lag effect onderzocht via het herinneringsparadigma ("recall paradigm"), wat toeliet om de impact van deze perceptuele illusie objectief vast te stellen. De resultaten toonden aan dat de aanvaller inderdaad verder werd waargenomen dan zijn werkelijke positie, wat meer evidentie geeft voor het flash-lag effect in deze gesimuleerde situaties. Omdat deze computer animaties verder weg staan van de werkelijkheid werden in studie 3 beslissingsvaardigheden van internationale assistent-scheidsrechters onderzocht zowel voor situaties op het veld als voor computer animaties. Verder werd nagegaan in welke mate assistent-scheidsrechters van een verschillend expertise niveau de buitenspelregel anders interpreteren. Deze tests werden afgenomen als onderdeel van de selectieprocedure van de assistent-scheidsrechters voor de Wereldbeker voetbal in Duitsland in 2006. De resultaten toonden verdere evidentie aan voor het flash-lag effect zowel op het veld als op basis van computer animaties. Er was ook een duidelijk verschil in de interpretatie van buitenspelsituaties door nationale en internationale assistent-scheidsrechters. In studie 4 werd een analyse gemaakt van de buitenspelsituaties tijdens de Wereldbeker voetbal in 2006. De foutieve beslissingen werden verder geanalyseerd om zo een beter inzicht te krijgen in de onderliggende mechanismen. De resultaten toonden een significante daling aan van het aantal foutieve beslissingen in 2006 (12.1%), in vergelijking met deze in 2002 (26.2%). Verder blijkt dat ook in deze studie het flash-lag effect het merendeel van de foute beslissingen kon verklaren. Dit onderzoeksproject heeft tot betere theoretische inzichten geleid met betrekking tot het verwerven van beslissingsvaardigheden van scheidsrechters en assistent-scheidsrechters, maar heeft zeker ook op praktisch vlak bijgedragen tot een verdere professionalisering van de arbitrage in voetbal. Association football (also known as soccer in North America) has evolved significantly during recent years. Not only the players are subjected to the increasing technical, tactical and physical demands of the game, also the environment of the match officials has recently been professionalized accordingly. Their responsibility is to enforce the laws of the game and to guarantee the safety of the players by protecting them from dangerous foul play that may harm their physical integrity. They also need to be in a superior physical condition to cover the field from the start to the very end of the game and to be able to always get into the most appropriate position to make a correct decision. Excellent decision-making skills that result in correct and consistent decisions are a typical requirement and also the most demanding aspect of their task as they have to make on average a decision every two seconds. Finally, nowadays officials need to deal with extreme pressure due to the financial and commercial aspects associated with football. In this doctoral thesis, the perceptual-cognitive and decision-making skills of match officials in association football were investigated to further professionalize the environment of refereeing. This project was funded by the Medical Assessment and Research Center of FIFA (Fédération Internationale de Football Association) (F-MARC). In Part 1 of this thesis, the decision-making skills of referees were investigated in contact incidents leading to player injuries. Previous research already showed an injury rate of two to three injuries per match during international football matches. Moreover, the majority of these injuries were caused by physical contact between players. In chapter 1, we further examined if, and if so, to what extent, these contact injuries could be reduced. To this end, we first analysed the standard of refereeing in foul play incidents. Second, we examined whether the laws of the game need to be optimized to better protect the safety of the players. Therefore, we showed 60 video clips of contact incidents between two players to four different panels of individuals all involved in professional football (players, coaches, medical staff, and referees). Afterwards, the decisions of the different panels and the referee on-the-field of play were compared with a reference decision, as proposed by the FIFA referees' committee. The results of this study clearly showed that the referees were stricter than the other panels when judging contact incidents. Second, it was found that the punishment by the referee on the field of play was inappropriate in some cases, such as in the particular case of elbow incidents leading to head injuries. Based on the results of this study, post-match disciplinary procedures have been suggested to penalize players after the match. This measure has proven to be successful, because during the 2006 World Cup in Germany, fewer minor injuries and also severe injuries were observed. In Part 2 of this thesis, the errors in judging offside by the assistant referees were examined. In this respect, an assistant referee can make two types of mistakes. First, a flag error is made when the assistant referee calls for an offside by raising his flag although the attacker is not in an offside position at the moment the ball is played. Second, when an attacker is in an offside position at the moment the ball is played and the assistant referee keeps his flag down, then a non-flag error is made. In the literature, two hypotheses were formulated to explain the errors made by assistant referees. First, the offside decision-making errors were dependent on the position of the assistant referee relative to the offside line. Ideally, the position to correctly assess an offside situation is to be in line with the second last defender. However, previous research showed that the assistant referees are in average one meter ahead of the offside line. This incorrect position results in a different viewing angle and consequently in more errors. A second explanation, from a perceptual point of view has been found in the flash-lag effect. This perceptual phenomenon is defined as a moving object that is perceived ahead of his actual position at a specific moment. In the specific case of an offside situation the attacker is perceived ahead of his position at the moment the pass is given. In chapter 1, an analysis was made of the offside situations during the 2002 World Cup in Japan and Korea. The results showed that in one out of four offside situations, the assistant referees made a judgment error. Furthermore, we observed that the flash-lag effect was primarily responsible for the majority of these incorrect decisions. Due to this high error rate, FIFA immediately took action to decrease this type of judgment errors by refining the offside law and by implementing specific training sessions and an appropriate selection of assistant referees. In chapter 2, the aim was to create a laboratory test of offside situations to further examine the underlying mechanisms of errors in offside decision-making. Therefore, we presented computer animations to FIFA assistant referees with international experience and Belgian elite assistant referees with national experience. We expected that the FIFA assistant referees would have learned to better deal with the complex offside decision-making skills and the perceptual consequences of the flash-lag effect compared to the Belgian elite assistant referees. In addition, it was investigated whether the decision of the assistant referee was influenced by the action of the defender. As expected, more errors were made when the attacker was running in the opposite direction of the defender at the moment the pass is given, compared to the situations with a static defender at the moment of the pass. Furthermore, the impact of the flash-lag effect was investigated using the recall paradigm, which allowed us to objectively investigate the impact of the perceptual illusion. The results of this experiment clearly showed that the attacker was perceived ahead of his actual position, which provided further evidence for the flash-lag effect in these complex dynamic events. Because these computer animations were further away from assessing offside situations during real life matches, we investigated in chapter 3 the decision-making skills of international assistant referees using both an offside test on-the-field of play, as well as a laboratory task consisting of offside situations presented as computer animations. In addition, video footage of real life matches was used to examine how assistant referees of different levels of expertise interpreted the offside law differently. These tests were conducted as a selection procedure for the assistant referees for the 2006 FIFA World Cup in Germany. The results provided further evidence for the flash-lag effect when judging offside both on-the-field of play, as well as when offside situations were presented as computer animations. There was also a clear difference in the interpretation of national and international assistant referees. In chapter 4, we analysed all the offside situations during the 2006 FIFA World Cup. The results showed a significant decrease in the number of incorrect decisions in 2006 (12.1%) compared to 2002 (26.2%). Also in this study, the majority of the incorrect decisions could be explained by the flash-lag effect. In our opinion, this thesis contributed not only theoretically to a better understanding of the acquisition of expert perception and performance, but also had a major impact on the development of professional football on the field and the crucial role of refereeing. Door de steeds toenemende financiële en commerciële belangen van het huidige topvoetbal wordt meer en meer de vraag gesteld om technologische hulpmiddelen te introduceren, zoals videobeelden om scheidsrechters en assistent-scheidsrechters bij te staan langs de lijn. In tegenstrijd met dit standpunt heeft de Wereldvoetbalfederatie FIFA onlangs nog beslist om 27.7 miljoen euro te investeren in de opleiding en verdere professionalisering van de arbitrage. Is deze investering aangewezen of dient eerder gezocht te worden naar technologische middelen zoals die reeds gebruikt worden in bijvoorbeeld tennis en rugby? In samenwerking met het Medical Assessment and Research Center (F-MARC) van FIFA werden in dit doctoraatsproject de waarnemings- en beslissingsaspecten van voetbalscheidsrechters en assistent-scheidsrechters onderzocht. Een eerste belangrijk probleem in het hedendaagse voetbal is het grote aantal blessures en dan vooral de blessures die veroorzaakt worden door contacten tussen spelers. Om de kans op blessures te verminderen, moeten de spelregels streng genoeg zijn om zo de spelers optimaal te beschermen. In deze optiek is het echter vooral de scheidsrechter die moet toezien op de correcte naleving van de spelregels wat betreft de fysieke contacten tussen spelers. In het eerste deel van dit doctoraat werd aangetoond dat scheidsrechters strikter en meer consequent zijn dan spelers, coaches en leden van de medische staf van professionele clubs bij het beoordelen van tackle situaties op basis van videobeelden. Tijdens de wedstrijd zelf bestraffen scheidsrechters sommige incidenten vaak echter onvoldoende. Dit geldt vooral voor elleboogincidenten die kunnen leidden tot serieuze hoofdblessures. De resultaten van dit onderzoek hebben ertoe geleid dat spelers kunnen bestraft worden na de wedstrijd op basis van videobeelden. Deze maatregel bleek effectief, want na de Wereldbeker ER -