TY - THES ID - 134944329 TI - Bilaterale versus unilaterale longtransplantatie bij idiopatische pulmonale fibrose en chronische obstructief longlijden. AU - Nys, Bram AU - Verleden, Geert AU - KU Leuven. Faculteit Geneeskunde. Opleiding Master in de geneeskunde (Leuven) PY - 2020 PB - Leuven KU Leuven. Faculteit Geneeskunde DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:134944329 AB - Inleiding: Bij eindstadium van idiopatische pulmonale fibrose (IPF) blijft longtransplantatie (LTx) de enige effectieve therapie, terwijl chronisch obstructief longlijden (COPD) de meest voorkomende indicatie voor LTx blijft, ook na de Lung Allocation Score (LAS) implementatie. Desondanks bestaat er weinig evidentie en consensus in de literatuur over de voorkeur van type LTx bij IPF en COPD. Methoden: Aan de hand van retrospectieve studies werd de vergelijking gemaakt tussen unilaterale LTx (SLT) en bilaterale LTx (BLT) als behandelingsmogelijkheden bij IPF- en COPD patiënten. Hierbij werd er rekening gehouden met de overlevingskans, het risico op complicaties op korte en lange termijn en de donorbeschikbaarheid. Conclusie: Deze literatuuranalyse kon geen voorkeur aantonen voor één van beide procedures. BLT geeft op lange termijn een overlevingsvoordeel, terwijl het op korte termijn een hoger risico op complicaties en mortaliteit geeft. In regio’s met een tekort aan donoren moet een afweging gemaakt worden tussen de gewonnen levensjaren van één patiënt met BLT en de som van de gewonnen levensjaren van twee patiënten met SLT, indien beide longen ook effectief getransplanteerd worden. Bij IPF patiënten zijn een jongere leeftijd (<60 jaar) en de aanwezigheid van pulmonale hypertensie (PH) indicaties tot keuze voor BLT. Bij patiënten met een hogere LAS is het belangrijk de korte termijn risico’s af te wegen tegenover het lange termijn overlevingsvoordeel. LTx bij COPD patiënten zou voornamelijk voor een verhoogde levenskwaliteit (QOL) zorgen. Ook hier moet dan een afweging gemaakt worden tussen de QOL verbetering en de overlevingswinst met LTx bij andere longpatiënten. ER -