TY - THES ID - 134855310 TI - The effect of interferential current therapy in the treatment of chronic treatment-resistant constipation in children AU - Aerts, Tinne AU - Geraerts, Inge AU - Hoffman, Ilse AU - Miserez, Marc AU - KU Leuven. Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen. Opleiding Master in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie (Leuven e.a.) PY - 2023 PB - Leuven KU Leuven. Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:134855310 AB - Constipatie is een veel voorkomende klacht bij kinderen en de reden voor minstens 3% van de consultaties bij de kinderarts. Meestal reageren kinderen goed op de standaard behandeling van o.a. dieetadvies, laxativa, kinesitherapie, gedragstherapie… en is de klacht slechts tijdelijk. Voor één derde van de kinderen met constipatie is deze aanpak echter onvoldoende en houdt de klacht aan. Wanneer klachten gedurende zes maanden aanwezig zijn spreekt men van chronische therapieresistente constipatie (volgens de Rome IV criteria). De symptomen van (chronische therapieresistente) constipatie zijn onregelmatige stoelgangsfrequentie, harde en moeilijk uit te scheiden stoelgang (consistentie), fecale incontinentie en buikpijn. Wanneer deze een lange tijd aanwezig zijn, kan dat zowel bij het kind als bij hun familieleden voor stress zorgen. Interferentiestroom therapie (een vorm van neuromodulatie) is een mogelijkheid om chronische constipatie te verhelpen. Wij onderzoeken meer specifiek kinderen met bekkenbodem dyssynergie. Bekkenbodem dyssinergie is een subgroep van chronische therapieresistente constipatie en wordt gekenmerkt door een verstoorde coördinatie van de puborectale spier waarbij deze niet, onvolledig of abnormaal ontspant. De therapie houdt in dat interferentiestroom wordt gegenereerd door een toestel met vier electroden. Twee electroden worden op de buik zijwaarts van de navel en de twee andere electroden op de rug zijwaarts van de wervelkolom geplaatst, ter hoogte van de regio tussen L4 en S2. De electroden genereren kruislings een stroom die midden in de buik een andere stroom creëren waardoor het darmstelstel optimaal kan gestimuleerd worden. Deze studie onderzocht het effect van interferentiestroom bij zeven kinderen tussen 6 en 16 jaar oud met chronische therapieresistente constipatie van het type bekkenbodem dyssinergie. De interventie hield in dat interferentiestroom werd toegediend bij zeven kinderen. De frequentie was de eerste drie maanden voor alle kinderen dezelfde: 3 sessies/week, 30 minuten per sessie. Na deze drie maanden, werd de frequentie verlaagd naar 2x/week of opgedreven naar 6x/week, afhankelijk van het behalen van een positief of negatief resultaat, respectievelijk. Een positief of negatief resultaat werd bepaald op basis van gegevens uit het stoelgangsdagboek. Hierin werden data van volgende symptomen bijgehouden: stoelgangsfrequentie, consistentie van de stoelgang en fecale (in)continentie. De ouders vulden het dagboek twee weken vòòr de volgende tijdstippen in: start van de studie en na zes weken, drie maanden en vier maanden interventie. Volgende uitkomstmaten werden opgesteld (op basis van de Rome IV criteria): een stoelgangsfrequentie van minstens 3/week, een goede consistentie bij minstens de helft van alle ontlastingen en een 50% vermindering in fecale incontinentie in vergelijking met de startwaarde. Een positief resultaat werd toegekend wanneer aan deze drie voorwaarden voldaan werd op eenzelfde moment. Deze studie beschreef een kleine steekproef en dus moeten resultaten kritisch en voorzichtig geïnterpreteerd worden. Uiteindelijk voldeden vijf kinderen aan de voorwaarde van stoelgangsfrequentie, vijf kinderen aan de voorwaarde van stoelgangsconsistentie en drie kinderen aan de voorwaarde van fecale incontinentie. Slechts twee kinderen voldeden aan alle drie criteria op eenzelfde moment. Een studie met een grotere steekproef en langere follow-up is nodig om deze bevindingen verder te onderzoeken. ER -