TY - THES ID - 134782155 TI - Bepaling van de kritische fosforbeschikbaarheid in de bodem voor landbouwgewassen in Vlaanderen AU - Vervoort, Kevin AU - Van Waes, Johan AU - Amery, Fien AU - Odeurs, Wendy AU - KU Leuven. Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen. Opleiding Master in de biowetenschappen. Land- en tuinbouwkunde (Geel) PY - 2018 PB - Leuven KU Leuven. Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen DB - UniCat UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:134782155 AB - Fosfor is essentieel voor een goede gewasgroei en -opbrengst. Fosforbeschikbaarheid is de kleine hoeveelheid van de fosfor in de bodem die beschikbaar is voor de plant, en is wereldwijd vooral een opbrengstlimiterende factor voor landbouwgewassen. In Noordwest-Europa is er echter algemeen voldoende tot een overmaat aan fosfor in de bodem. De kritische fosforbeschikbaarheid is de drempelwaarde in de fosforbeschikbaarheid waaronder de gewasopbrengst daalt. Daarnaast is er de drempelwaarde in de fosfor-beschikbaarheid waarbij de fosforverliezen sterk stijgen. Die verliezen kunnen terechtkomen in oppervlakte- en grondwater, met eutrofiëring als gevolg. Tussen de drempelwaardes wordt een streefzone afgebakend, die is zowel vanuit landbouw- als milieukundig standpunt optimaal. De ondergrens van die streefzone wordt in dit onderzoek onder de loep genomen. De kritische fosforbeschikbaarheid in de bodem voor een gewas kan op drie verschillende manieren worden bepaald: via langdurige bemestingsproeven, eenmalige responsproeven en monitoringsproeven. ILVO, BDB en KU Leuven voeren een fosforproject uit, waarin onderzoek gedaan wordt naar het economisch en milieukundig verantwoord fosforgebruik in de Vlaamse landbouw. Op basis van langdurige bemestingsproeven van buiten Vlaanderen werden reeds voorlopige waarden voor kritische fosforbeschikbaarheid voor maïs, aardappelen, wintertarwe, wintergerst, suikerbieten en raaigras bepaald. In dit onderzoek, dat deel uitmaakt van het fosforproject, wordt met behulp van de monitorings- en responsproeven gedurende drie jaar (2016-2018) nagegaan of de voorlopig vastgestelde kritische fosforbeschikbaarheid ook voor Vlaanderen geldt. De monitoringsproef werd uitgevoerd op zes gewassen: maïs, aardappelen, wintertarwe, wintergerst, suikerbieten en raaigras. Op kritische momenten voor fosforopname in de gewasgroei vond een analyse van het fosforgehalte in het gewas en de fosforbeschikbaarheid in de bodem plaats. Nadien werd het geanalyseerde fosforgehalte vergeleken met het kritische fosforgehalte voor dat gewas uit de literatuur. Indien het fosforgehalte in het gewas lager was dan de kritische waarde, werd besloten dat de fosforbeschikbaarheid van de bodem te laag was voor een optimale gewasgroei en -opbrengst. De monitoringsproef leverde echter geen eenduidige resultaten op, wellicht omdat er andere factoren dan de fosforbeschikbaarheid bepalend waren voor de gewasgroei en daardoor ook voor het fosforgehalte. Ook is het mogelijk dat er variatie was in bepaalde factoren die een invloed hebben gehad op de fosforopname, en daardoor ook op het fosforgehalte in het gewas. De responsproef werd uitgevoerd op wintertarwe, aardappelen en maïs. Op een perceel met een lage fosforbeschikbaarheid werd nagegaan of een bemesting met fosfor een opbrengstverhoging kan teweegbrengen. Indien dat het geval was, was de fosforbeschikbaarheid van dat perceel te laag voor een optimale opbrengst en lag die dus onder de kritische waarde. Uit de proeven van 2017 werd de geschatte kritische fosforbeschikbaarheid voor wintertarwe, aardappelen en maïs van 2016 grotendeels bevestigd. Voor wintertarwe moet de voorlopige kritische waarde van 70-80 mg P/kg niet hoger worden geschat. Voor aardappelen en maïs wordt de range van de kritische fosforbeschikbaarheid uitgebreid tot respectievelijk 90-180 mg P/kg en 60-90 mg P/kg. Om die waardes te bevestigen en verder te verfijnen zijn extra bemestingsproeven in 2018 nodig. ER -