TY - THES ID - 128702972 TI - Learning foreign language vocabulary in self-study: an experiment AU - Ranschaert, Elien AU - Hogeschool Gent. AU - VETO. PY - 2011 PB - Gent : s.n., DB - UniCat KW - Studie in de (vreemde)taalverwerving. UR - https://www.unicat.be/uniCat?func=search&query=sysid:128702972 AB - Doelstelling: De literatuurstudie heeft aangetoond dat bij het woordenschatverwervingsproces in een vreemde taal veel verschillende aspecten een rol spelen. Twee zaken werden echter nog niet uitvoerig besproken in de literatuur: het belang van tijd en het belang van inspanning bij het leren van woordenschat. Op die manier ontstonden twee hypotheses: de tijdshypothese stelt dat studenten die eerder hun woordenschat leren, ook betere resultaten zullen scoren op het examen. De inspanningshypothese luidt dat wie meer inspanning levert om de vertaling van een woord te achterhalen, ook beter de vertaling van het woord zal onthouden. Middelen of methode: Om na te gaan of de twee hypotheses kloppen, werd een experiment uitgevoerd in het eerste semester van het academiejaar 2010 – 2011 in het eerste bachelorjaar voor het opleidingsonderdeel E1PA_WO Engelse woordenschat van Hogeschool Gent Vertaalkunde. Er zijn twee groepen, waarvan één groep studenten de les een kwartaal eerder volgt dan de tweede groep. Beide groepen weten aan het begin van het jaar dat het leermateriaal zelf ingestudeerd moet worden en dat ze het schriftelijk examen op hetzelfde tijdstip zullen afleggen. Dit examen bestaat uit 30 woorden van verschillende woordsoorten, zoals adjectieven of werkwoorden, al dan niet vergezeld van context, en idiomatische uitdrukkingen. Bij aanvang van de lessenreeks krijgen de studenten de opdracht om vertalende woordenlijsten op te maken van de woorden uit het handboek en die met de andere studenten op een elektronisch leerplatform te delen. Op die manier ontstaan meerdere categorieën van woorden. Er werd onderzocht of er sprake is van een normale verdeling van de scores die de studenten op het examen behaalden, en een T-test werd uitgevoerd om na te gaan of er een statistisch verschil is tussen de scores van de studenten uit het eerste en die uit het tweede kwartaal. Resultaten: Het onderzoek heeft de tijdshypothese bevestigd en aangetoond dat studenten die de woordenschatlessen vroeger krijgen, ook hogere resultaten behalen op het examen. De inspanningshypothese, daarentegen, wordt tegengesproken: studenten behalen hogere resultaten voor de woorden uit de zelfstudielijst van een medestudent dan voor de woorden waarvan ze de vertaling zelf opzochten. Hiervoor werd echter niet meteen een verklaring gevonden. Aangezien er zoveel verschillende aspecten een rol spelen in het woordenschatverwervingsproces, is het moeilijk te bepalen of dit verschil in resultaten enkel toe te schrijven is aan het feit dat een medestudent de vertaling opgezocht heeft. Naast deze twee hypotheses, werden nog een aantal belangrijke aspecten op het gebied van woordenschatverwerving onderzocht. Zo werd de invloed van lessen op de resultaten nagegaan en aangetoond dat woorden die de studenten in de les aan bod kwamen, met betere resultaten geassocieerd kunnen worden dan woorden die de studenten enkel in zelfstudie zagen. Daarnaast bleken studenten gemiddeld hogere resultaten te behalen voor stamverwante woorden. Ten slotte werd nagegaan of de vertaalrichting of de aanwezigheid van context een effect hebben op de resultaten. De resultaten tonen echter aan dat de vertaalrichting geen impact heeft maar de aanwezigheid van context, daarentegen, wel een impact heeft op de resultaten. Het valt vooral op dat woorden vergezeld van een stukje context met een hoger percentage half correcte antwoorden geassocieerd kunnen worden dan woorden in isolatie.Dit onderzoek heeft niet alleen bevestigd dat het aan bod komen van woorden in de les, stamverwantheid van woorden en context een impact kunnen hebben op de actieve woordenschatkennis, maar ook dat het tijdstip waarop de lessen aangeboden worden een kleine rol hierin speelt. ER -